6.1 Vergroten en verkleinen

De vergrotingsfactor bereken je door: afmeting beeld : afmeting origineel
A
waar
B
niet waar
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De vergrotingsfactor bereken je door: afmeting beeld : afmeting origineel
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Bereken de vergrotingsfactor.

A
20 : 34 = 0,588
B
34 : 20 = 1,700

Slide 2 - Quizvraag

De vergrotingsfactor van een verkleining
A
is kleiner dan 0
B
ligt tussen 0 en 1
C
is groter dan 1
D
ligt tussen -1 en 1

Slide 3 - Quizvraag

Het kopieerapparaat wordt ingesteld op 120%.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
120 : 10 = 12
B
100 : 120 = 0,83
C
120 : 100 = 1,2
D
10 : 120 = 0,08

Slide 4 - Quizvraag

Het kopieerapparaat wordt ingesteld op 60%.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
60 : 100 = 0,6
B
100 : 60 = 1,67
C
60 : 100 = 0,06
D
10 : 60 = 0,17

Slide 5 - Quizvraag

Ik wil mijn foto 2x zo groot maken.
Ik stel het kopieerapparaat in op:
A
50 : 100 = 0,5
B
100 : 2 = 50%
C
100 : 50 = 2
D
2 x 100 = 200%

Slide 6 - Quizvraag

De vergrotingsfactor die bij 200% hoort is...
A
200 : 100 = 2
B
100 : 200 = 0,5

Slide 7 - Quizvraag

Ik wil mijn foto 2x zo klein maken.
Ik stel het kopieerapparaat in op:
A
50 : 100 = 0,5
B
100 : 2 = 50%
C
100 : 50 = 2
D
2 x 100 = 200%

Slide 8 - Quizvraag

De vergrotingsfactor die bij 50% hoor is:
A
100 : 50 = 2
B
50 : 100 = 0,5

Slide 9 - Quizvraag

6.2 Gelijkvormige driehoeken

Slide 10 - Tekstslide

Gelijkvormige driehoeken aangeven met de juiste notatie.

Slide 11 - Tekstslide

Welke driehoek is gelijkvormig aan driehoek DEF?
A
BCA
B
ABC
C
CBA
D
BAC

Slide 12 - Quizvraag

Lengtes in een driehoek berekenen met gelijkvormigheid.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht:
Driehoek DEF is een vergroting van driehoek BCA.
Teken de tabel die hoort bij deze gelijkvormige driehoeken. 
timer
1:30

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord:
Driehoek DEF is een vergroting van driehoek BCA.
Teken de tabel die hoort bij deze gelijkvormige driehoeken. 

Slide 15 - Tekstslide

Driehoek DEF is een vergroting van driehoek BCA.
Bereken de lengte van EF en van DE.
EF=
DE=
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

Antwoord:

Slide 17 - Tekstslide

6.3 Oppervlakte en inhoud vergroten

Slide 18 - Tekstslide

Zet de juiste formules bij elkaar.
vergrotingsfactor = 
oppervlakte vergroting =
inhoud vergroting = 
lengte beeld: lengte origineel
opp. origineel x vergrotingsfactor2
inhoud origineel x vergrotingsfactor3

Slide 19 - Sleepvraag

De oppervlakte van een vergroting berekenen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de
oppervlakte van
de grote dino?
A
1,47
B
2,80
C
2,58
D
1,99

Slide 21 - Quizvraag

Opp vergroting = vergrotingsfactor2 x opp origineel
Vergrotingsfactor = 2,8 : 1,9 = 1,47
Opp origineel = 0,92
Opp vergroting = 1,472 x 0,92 = 1,99 cm2

Slide 22 - Tekstslide

De inhoud van een vergroting berekenen.

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel keer groter in
de inhoud van de
rechter doos?
timer
1:00

Slide 24 - Open vraag

Vergrotingsfactor = 54 : 36= 1,5
vergroting inhoud = 1,53  =3,375


Stel dat de inhoud van de kleine doos 8 liter is dan is de inhoud van de grote doos: 

8 x 1,53=
8 x 3,375= 27 liter

Slide 25 - Tekstslide

6.4 Schaal

Slide 26 - Tekstslide

Afstand in de werkelijkheid berekenen.
Op de kaart hieronder is het van Rijssen naar Hengelo 4,2 cm.
Hoeveel km is dat in werkelijkheid?

Slide 27 - Tekstslide

De afstand op een kaart is 5,5 cm.
De schaal is 1:4000
Hoeveel meter is de afstand in werkelijkheid?
Typ je berekening en je antwoord in.
timer
1:00

Slide 28 - Open vraag

De afstand op een kaart is 5,5 cm.
De schaal is 1:4000
Hoeveel meter is de afstand in werkelijkheid?

Antwoord: 
1:4000 betekend dat het in de werkelijkheid 4000 x groter is.
Dus in het echt is het 5,5 x 4000 = 22000 cm 
22000 cm = 220 meter

Slide 29 - Tekstslide

De schaal bepalen bij een schaallijn en een schaallijn tekenen.

Slide 30 - Tekstslide

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?
A
1:200
B
1:1200
C
1:20000
D
200:1200

Slide 31 - Quizvraag

Tekening maken op schaal.

Slide 32 - Tekstslide


A
0,23 cm
B
23 cm
C
75 cm
D
0,75 cm

Slide 33 - Quizvraag

Teken het bovenaanzicht van dit gebouw op schaal 1 : 1000
timer
1:00

Slide 34 - Tekstslide

Teken het bovenaanzicht van dit gebouw op schaal 1 : 1000

Slide 35 - Tekstslide