Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Gramm: bijvoeglijk naamwoord HS
Bijvoeglijk naamwoord
H5 - grammatica paragraaf 4
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bijvoeglijk naamwoord
H5 - grammatica paragraaf 4
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
- Aan het einde van de les ken je het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
- Aan het einde van de les kun je het bijvoeglijk naamwoord vinden in de zin.
Slide 2 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
- vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
- Kan voor of achter het znw staan.
Een
stoere
filmster
Het doosje is
blauw
.
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- zegt van welke stof iets (znw) gemaakt is.
Een
gouden
horloge
De
plastic
tas
Slide 3 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
- kan een korte vorm (zonder -e) of lange vorm hebben (met een -e)
knap - knappe
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- heeft maar één vorm en eindigt meestal op -en
koperen, houten
- maar niet altijd!
aluminium, plastic
Slide 4 - Tekstslide
Vul in:
het .... meisje (aardig)
Slide 5 - Open vraag
Vul in:
een .... meisje (aardig)
Slide 6 - Open vraag
Vul in:
de .... basketballer (lang)
Slide 7 - Open vraag
Vul in:
een .... basketballer (lang)
Slide 8 - Open vraag
Bijvoeglijk naamwoord
- kent de 'trappen van vergelijking'
stellende trap:
knap
vergrotende trap:
knapper
overtreffende trap:
knapst
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- kent niet de trappen van vergelijking
Slide 9 - Tekstslide
De leerlingen uit 1Va zijn leergierig.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 10 - Quizvraag
De jongens uit 1Va zijn het leergierigst.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 11 - Quizvraag
De meiden uit 1Va zijn leergieriger dan de jongens.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 12 - Quizvraag
Bijvoeglijk naamwoord
- kan gemaakt zijn van een werkwoord.
De
gebroken
kom
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- kan niet gemaakt zijn van een werkwoord.
Het
aluminium
tennisracket
Slide 13 - Tekstslide
Gebakken broden
A
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord
Slide 14 - Quizvraag
linnen broeken
A
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord
Slide 15 - Quizvraag
gevlochten haren
A
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord
Slide 16 - Quizvraag
strooien hoeden
A
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord
Slide 17 - Quizvraag
gevouwen lakens
A
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord
Slide 18 - Quizvraag
Resumerend
De lesdoelen waren:
- Aan het einde van de les ken je het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
- Aan het einde van de les kun je het bijvoeglijk naamwoord vinden in de zin.
Doelen behaald?
Slide 19 - Tekstslide
EINDE
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1V - bijvoeglijk naamwoord
Oktober 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
§4 Bijvoeglijk naamwoord
December 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1 & 2 havo- bijvoeglijk naamwoord
December 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1V - bijvoeglijk naamwoord
December 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1V - bijvoeglijk naamwoord
November 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Havo - Bijvoeglijk naamwoord
Mei 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H2 grammatica woordsoorten (bijvoeglijk naamwoord) zelfstandig doorlopen.
November 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1V - bijvoeglijk naamwoord
Mei 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1