3-12 Temperatuur berekenen (3.3)

Warmte vast houden
Isolatie
- Mensen gebruiken een jas
- Dieren gebruiken een vacht
   verenpak of vetlaag
- In een warme kamer doen 
   we de deur dicht
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Warmte vast houden
Isolatie
- Mensen gebruiken een jas
- Dieren gebruiken een vacht
   verenpak of vetlaag
- In een warme kamer doen 
   we de deur dicht

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is NIET een energiebron?
A
Eten
B
Alcohol
C
CV-ketel
D
Benzine

Slide 3 - Quizvraag

In een koude omgeving verbrand je meer voedsel dan in een warme omgeving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Brandstoffen zijn energiebronnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Dubbelglas laat meer warmte door dan enkelglas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Isolatie
Isoleren = voorkomen dat je warmte verliest

Hoe voorkom je warmteverlies door:
- Straling
- Stroming
- Geleiding                                                                                Spouwmuur


Slide 7 - Tekstslide

Isolatie tegen geleiding

Geleiding kun je tegengaan door slecht geleidende materialen te gebruiken.

Bijvoorbeeld bij kozijnen van kunststof of hout, glaswol of dubbele beglazing.
Bij de laatste twee isoleert de stilstaande lucht.

Slide 8 - Tekstslide

Isolatie tegen stroming

Stroming kun je tegengaan door vloeistoffen of gassen niet te laten stromen.

Dat kan door de tussenstof weg te halen of kleine ruimtes te maken waardoor er bijna geen stroming plaatsvindt.

Slide 9 - Tekstslide

Isolatie
Buiten is het vaak kouder dan binnen. De warme lucht wil dus van binnen naar buiten. 

Als je je huis goed isoleert heb je dus minder warmteverlies.

Slide 10 - Tekstslide

Warmteverlies tegengaan
Warmte niet verloren laten gaat door stroming kan door
- ramen en deuren gesloten houden
- kieren en gaten dicht maken met isolatiemateriaal zoals 
   piepschuim, steenwol of glaswol.
- dubbel glas gebruiken
- isoleren van daken, muren en vloeren met glaswol, kurk of 
   isolatieschuim


Slide 11 - Tekstslide

Temperatuur berekenen (3.3)

Slide 12 - Tekstslide

Celsius en kelvin

Celsius (Bijna overal ter wereld)
- Twee vaste punten
- smeltend ijs = 0 0C
- Kokend zuiver water = 100 0C

Slide 13 - Tekstslide

Kelvin
Natuurkundige
Begint bij absolute nulpunt
- 0 K
- 0 0C = 273 K
- Kokend water 373 K

Slide 14 - Tekstslide

Thermometer
- Vloeistof (b.v. rood gekleurd 
    alcohol)
- Vloeistof zet uit als temperatuur stijgt.
- Digitale koortsmeter: Elektrische schakeling die bij elke temperatuur een andere elektrische 
spanning levert. Spanning wordt 
omgerekend naar temperatuur.

Slide 15 - Tekstslide

Infrarood-thermometer

- Maakt gebruik van warmte straling. 
- Warmer voorwerp geeft meer warmte af. 
- Oorthermometer meet temperatuur op deze manier.

Slide 16 - Tekstslide

Temperatuur-gevoeligheid

Oventhermometer
Koortsthermometer
Vloeistofthermometer - Hoeveel mm stijgt vloeistof als temperatuur met 1 graad toeneemt.


Slide 17 - Tekstslide

Gevoeligheid 
vergroten:

Groter bolletje vloeistof
Dunnere glazen stijgbuis

Slide 18 - Tekstslide

Uitzetten en krimpen van vaste stoffen:

- Temperatuurstijging - uitzetten
- Temperatuurdaling - Krimpen

Architecten en ontwerpers

Slide 19 - Tekstslide

Nederland
Temperatuurverschil ongeveer 50 graden
Stalen balk van 20 m wordt ongeveer 1.2 cm langer

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bimetaal:
Strook materiaal die uit twee strookjes van verschillende metalen bestaat. Beiden metalen 
zetten verschillend uit, en trekt dus krom.
Toepassing:
- Thermometers
- Elektrische ovens, strijkijzers en koffiezetapparaten (schakelaars die bij bepaalde temperatuur uit gaan).

Slide 22 - Tekstslide

De temperatuurschaal van Celsius is gebaseerd op kokend water en smeltend ijs.
A
waar
B
niet-waar

Slide 23 - Quizvraag

-273 graden celsius = 0 K
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Het absolute nulpunt ligt bij 0 K
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Een oorthermometer werkt met behulp van uitzetting van eens tof
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Vaste stoffen krimpen bij temperatuurstijging
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Opgaven
45 t/m 51

Slide 28 - Tekstslide