Grammatik_Tijdsbepalingen+Dagindeling_M_sterke_ww+pvnm_vierde_naamval_hv

Grammatik
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatik

Slide 1 - Tekstslide

Was wir heute machen werden...
- Rückblick zu letzter Stunde
- Lernziele
- Erklärung Grammatik
- Aufgaben machen und nachschauen
- Evaluation
- Ausblick zu nächster Stunde

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele
MAVO
- Je kunt tijdsbepalingen met de voorzetsels im, am en um toepassen. 
- Je kunt woorden voor de dagindelingen toepassen. 
HAVO/VWO
- Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in de vierde naamval gebruiken. 
- Je kunt de werkwoorden met -a en -e in de stam vervoegen
- Je kent het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Erklärung HAVO/VWO
Het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval
Sterke werkwoorden met een -a en -e in de stam

Slide 4 - Tekstslide

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je tot nu toe?

Slide 5 - Open vraag

Het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval
Persoonlijke voornaamwoorden staan altijd in dezelfde naamval als het zelfstandig naamwoord dat zij (kunnen) vervangen. 

Beispiele: 
1e naamval: Der Trainer kommt. --> Er kommt. 
4e naamval: Ich spiele morgen gegen einen Freund. -->
Ich spiele morgen gegen ihn

Slide 6 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval
De vorm van het persoonlijk voornaamwoord hangt af van: 
- de functie in de zin (onderwerp +1 of lijdend voorwerp +4)
- of van een voorzetsel (voorzetsel + vierde naamval) 


ik
jij
hij
zij (ev)
het
wij
jullie
u
zij (mv)
1e
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
Sie
sie
4e
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
Sie
sie
mij
jou
hem
haar
het
ons
jullie
u
hun/hen

Slide 7 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met -a en -e in de stam
Bij sterke werkwoorden kan de klinker in de stam in de tegenwoordige tijd veranderen. De klinker verandert alleen bij de vormen du, er, sie en es. 

a --> ä 
e --> i of ie


Slide 8 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met -a en -e in de stam

Slide 9 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met -a en -e in de stam

Slide 10 - Tekstslide

Erklärung MAVO
Tijdsbepalingen met de voorzetsels im, am, um
Dagindelingen

Slide 11 - Tekstslide

Tijdsbepalingen met im, am en um
Tijdsbepalingen geven aan wanneer iets gebeurt: 
- in welk seizoen (im)
- in welke maand (im)
- op welke dag (am)
- op welk tijdstip (um)


Slide 12 - Tekstslide

Tijdsbepalingen met im, am en um

Slide 13 - Tekstslide

Dagindelingen
In het Duits kun je de dagdelen op twee manieren schrijven: 
- Met een voorzetsel. Het dagdeel begint dan met een hoofdletter. 
- Zonder een voorzetsel. Het dagdeel begint met een kleine letter en eindigt op een -s. 


Slide 14 - Tekstslide

Aufgaben machen & nachschauen
Was? Maak de opdrachten die horen bij het boek waarin je werkt. Zie het whiteboard. 
Wie? Individuell 
Hilfsmittel? Gebruik de uitleg van de grammatica in je werkboek. 
Zeit? Zie klok hiernaast.
Ergebnis? Lernziele
Fertig? Nakijken en extra luisteroefeningen maken. 
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Welke voorzetsels worden als tijdsbepaling gebruikt? Noem ze alle drie.

Slide 16 - Open vraag

Op welke twee manieren kun je een dagdeel opschrijven in het Duits?

Slide 17 - Open vraag

Wat kenmerkt een sterk werkwoord? Leg uit in een hele zin.

Slide 18 - Open vraag

Hoe ziet de klinkerverandering er bij sterke werkwoorden met een -a en -e in de stam eruit?

Slide 19 - Open vraag

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden krijgt het sterke werkwoord een klinkerverandering in de vervoeging?

Slide 20 - Open vraag

Ausblick zu nächster Stunde 
Seh- und Hörfertigkeit
Neuneinhalb + LOGO

Slide 21 - Tekstslide