zouten intro

lesinhoud
hoofdstuk 8 hebben we af. 
we zijn begonnen met 11.3 en maken deze af na het behandelen van hoofdstuk 10
significantie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

lesinhoud
hoofdstuk 8 hebben we af. 
we zijn begonnen met 11.3 en maken deze af na het behandelen van hoofdstuk 10
significantie

Slide 1 - Tekstslide

Significantie

Slide 2 - Tekstslide


Het aantal significantie cijfers van
0,10013
A
5
B
3
C
4
D
2

Slide 3 - Quizvraag


Het aantal significantie cijfers van
6,23
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel signifcante cijfers?
00567,223
A
2
B
6
C
7
D
8

Slide 5 - Quizvraag

10.1 Zouten: eigenschappen van zouten 
3 soorten stoffen:
1. metalen
2. moleculaire stoffen
3. zouten
            Zouten bestaan uit ionen: een ion is een atoom met een   
            positieve of negatieve lading.


Slide 6 - Tekstslide

Metalen
Niet-metalen

Slide 7 - Tekstslide

Ionen
A
Geladen moleculen
B
moleculen
C
Atomen
D
Geladen Atomen

Slide 8 - Quizvraag

Zoutoplossingen
zouten bestaan uit positieve en negatieve Ionen (geladen deeltjes)
Vaste zouten geleiden geen stroom. Vloeibaar of gesmolten wel.
zouten (ionaire stoffen)

metaal  met  niet-metaal
(blauw)            (geel)

Slide 9 - Tekstslide

Deel de volgende stoffen in bij de juiste groep.
TIP: uit welke atomen is de stof opgebouwd?
METALEN
ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
water
natriumjodide
koperoxide
calcium
koolstof
methaan
goud
kaliumfluoride
kwik

Slide 10 - Sleepvraag

Geleid een moleculaire stof stroom?
A
nooit
B
alleen in opgeloste vorm
C
opgelost en gesmolten
D
altijd

Slide 11 - Quizvraag

Positief geladen ionen bestaan uit
A
niet-metalen (binas geel)
B
niet-metalen (binas blauw)
C
metalen (binas geel)
D
metalen (binas blauw)

Slide 12 - Quizvraag

negatief geladen ionen bestaan uit
A
niet-metalen (binas geel)
B
niet-metalen (binas blauw)
C
metalen (binas geel)
D
metalen (binas blauw)

Slide 13 - Quizvraag

Zoutoplossingen
zouten bestaan uit positieve en negatieve Ionen (geladen deeltjes)
Vaste zouten geleiden geen stroom. Vloeibaar of gesmolten wel.
zouten (ionaire stoffen)

metaal  met  niet-metaal
(blauw)            (geel)

Slide 14 - Tekstslide

10.1 Zouten: eigenschappen van zouten 
Dus zouten hebben de volgende eigenschappen:
  • Zouten zijn opgebouwd uit positieve en negatieve ionen
  • Zouten zijn bij kamertemperatuur vast
  • Zouten hebben hoge smeltpunten
  • Gesmolten en opgelost geleiden zouten stroom
  • vaste zouten geleiden geen stroom
  • de totale lading van een zout is nul


Slide 15 - Tekstslide

Kristalrooster
Ionen zitten in een vast patroon wanneer het zout in de vaste fase zit.



Als zouten oplossen gaan de ionen los van elkaar in het oplosmiddel zitten. 

Slide 16 - Tekstslide

Verhoudingsformules bij zouten
  • De verhoudingsformule van een zout is de verhouding tussen het aantal metaalionen en niet-metaalionen.
  • In een zout moet de positieve lading gelijk zijn aan de negatieve lading.
  • Een zout moet dus neutraal zijn.
  • Voorbeeld: Na+Cl- (1+ en 1- dus neutraal)




Slide 17 - Tekstslide

Positieve ionen

Slide 18 - Tekstslide

NaCl
NatriumChloride
Natrium = positief ion

Chloride = Chloor = negatief ion


Slide 19 - Tekstslide

zie tabel 1 en 2

Slide 20 - Tekstslide

ppt

Slide 21 - Tekstslide