2.1 en 2.2 - Herhaling - Bronnen van energie - Buitenland

Energiebronnen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Energiebronnen

Slide 1 - Tekstslide

Noem vormen van traditionele energie

Slide 2 - Open vraag

Noem vormen van duurzame energie

Slide 3 - Open vraag

Waarom hebben we in Nederland geen waterkrachtcentrales?

Slide 4 - Open vraag

Weinig zon en waterkracht

Te weinig ruimte / zon voor zonneparken.
Te weinig hoogteverschil voor waterkracht
Kernenergie: bezwaar tegen kernafval

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn vormen van duurzame energie
A
Zonne energie
B
Wind energie
C
Energie uit biomassa
D
Energie uit fossiele brandstoffen

Slide 6 - Quizvraag

Duurzame energie noemen we ook wel...
A
Rode energie
B
Gele energie
C
Blauwe energie
D
Groene energie

Slide 7 - Quizvraag

Wat is duurzame energie?
A
Energie die erg duur is
B
Energie die hernieuwbaar is

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen duurzame energie?
A
Zonne-energie
B
Bodemwarmte
C
Aardgas
D
Windenergie

Slide 9 - Quizvraag

Welke duurzame energiebron zie je hier?
A
Kernenergie
B
Waterkracht
C
Zonne-energie
D
Windenergie

Slide 10 - Quizvraag

Waar gebruiken wij fossiele brandstoffen het meest voor?
A
Voor de mijnbouw
B
Voor het creëren van allerlei soorten energie
C
Om onze auto's op te laten rijden
D
Voor olietankers

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een groot voordeel van nucleaire energie?
A
Het verbruikt weinig fossiele brandstoffen
B
Geen uitstoot van Co2
C
Geen afval
D
Het is met water op te wekken

Slide 12 - Quizvraag

Hieronder zie je zes voorbeelden van fossiele en duurzame energiebronnen. Herken jij ze? Zet ze bij het juiste rijtje
Duurzame energie
Fossiele energie

Slide 13 - Sleepvraag

Hieronder staan vier energiebronnen die in Nederland worden gebruikt. Zet ze in de volgorde van de energiebron die het meest wordt gebruikt tot de energiebron die het minst wordt gebruikt. 
1
2
3
4
Biomassa
Fossiele energie
Windenergie
Zonne-energie

Slide 14 - Sleepvraag

Koppel het juiste nadeel aan de juiste energiebron.
Windenergie
Zonne-energie
Hydro-elektriciteit
Geothermische energie
Alleen geschikt in vulkanische gebieden
Levert in de winter nauwelijks energie op
Vooral geschikt voor bergachtige gebieden
Alleen geschikt voor kustgebieden of op zee

Slide 15 - Sleepvraag

Begrippen
energiebronnen.
Fossiele energiebronnen
Hernieuwbare energiebronnen
Grijze stroom
kernenergie.
Groene stroom

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 17 - Tekstslide