Les 2.3 Chemische synthese en ontleding

Les 2.3 Chemische synthese en ontleding
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 2.3 Chemische synthese en ontleding

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Nakijken 4 t/m 7 (blz 71)
  • 2.3 Chemische synthese
  • Maken opgaven
  • Exitkaart


Slide 2 - Tekstslide

Nakijken 4 t/m 7 (blz 71)

Slide 3 - Tekstslide

4
  • a) 2 C4H10(g) + 13 O2(g) → 8 CO2(g) + 10 H2O(l)
  • b) H2(g) + Cl2(g) → 2 HCl(l)
  • c) C6H12O6(aq) + 6 O2(g) → 6 CO2(g) + 6 H2O(l)

Slide 4 - Tekstslide

5
  • a) CaC2(s) + H2O(l) → C2H2(g) + CaO(s)
  • b) 2 C2H2(g) + 5 O2(g) → 4 CO2(g) + 2 H2O(l)

Slide 5 - Tekstslide

6
  • a) koolstoftetrachloride
  • b) CCl4(l) + 4 Na(s) → C(s) + 4 NaCl(s)

Slide 6 - Tekstslide

7
  • a) Koolstofdisulfide bevat geen waterstofatomen en geen zuurstofatomen die na de reactie wel in de gevormde moleculen voorkomen. Het ligt dus voor de hand om aan te nemen dat water ook een beginstof is in deze reactie, omdat deze stof beide atoomsoorten bevat. 
  • b) CS2(aq) + 2 H2O(l) → 2 H2S(g) + CO2(g)
  • c) CS2(g) + 3 O2(g) → CO2(g) + 2 SO2(g)
  • d)  H2S(g) + 2 O2(g) → H2SO4(l)

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 2.3 Chemische synthese en ontleding
2.3.1 Je kunt uitleggen wat het belang is van chemische synthese.
2.3.2 Je kunt uitleggen wat een ontledingsreactie is.
2.3.3 Je kunt het verschil tussen thermolyse, elektrolyse en fotolyse uitleggen.
2.3.4 Je kunt verbindingen en elementen in verband brengen met ontleedbare en niet-ontleedbare stoffen.

Slide 8 - Tekstslide

Chemische synthese
  • Chemische synthese: het maken van nieuwe stoffen door chemische reacties. (zoals voedingsstoffen, brandstoffen, medicijnen, metalen, kunststoffen, enz). 
  • Fotosynthese: voorbeeld van een synthese reactie in het biologische leven. 

Slide 9 - Tekstslide

Fotosynthese

Slide 10 - Tekstslide

Fotosynthese

Slide 11 - Tekstslide

andere reacties
Productie van ijzer: 


Productie van koolstofmono-oxide: 

Slide 12 - Tekstslide

ontleding(reactie)
  • Ontledingsreactie: als er uit één stof meerdere nieuwe stoffen ontstaan.
  • één beginstof --> twee of meer reactieproducten

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld ontledingsreactie
  • Als je brood in een reageerbuis verhit, treedt er een reactie op die je kunt vergelijken met het ontleden van hout. Het brood verdwijnt en er ontstaan koolstof, water en witte rook.

  • Hoe ziet het reactieschema eruit?
  • Brood (s) --> koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)
  • Is dit een ontledingsreactie?
  • Ja! één beginstof, meerdere (3) reactieproducten



Slide 14 - Tekstslide

Ontleedbare en niet-ontleedbare stoffen
  • Ontleedbare stoffen:  Bestaat uit twee of meer atoomsoorten (verbindingen)
  • H2O
  • C6H12O6
  • Niet-ontleedbare stoffen: Bestaat uit één atoomsoort. (elementen)
  • H2
  • O2
  • Au

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt stoffen ontleden door middel van:
  • Thermolyse: ontleden doormiddel van warmte
  • Fotolyse: ontleden doormiddel van licht
  • Elektrolyse: ontleden doormiddel van elektrische stroom

Slide 17 - Tekstslide

Ontleding
Thermolyse
Warmte
Fotolyse
Licht
Elektrolyse
Elektriciteit

Slide 18 - Tekstslide

Thermolyse

Slide 19 - Tekstslide

Elektrolyse

Slide 20 - Tekstslide

Elektrolyse

Slide 21 - Tekstslide

Fotolyse
Ontleding van waterstofperoxideoplossing

Slide 22 - Tekstslide

Fotolyse

Slide 23 - Tekstslide

Maken: 5, 6, 8, 9, 11 en 12 
(vanaf blz 79)

Slide 24 - Tekstslide

5
  • a) Voor de pijl staan andere moleculen getekend dan na de pijl. Voor de pijl staat één soort molecuul. Dit moet dan een ontledingsreactie zijn.
  • b) Voor de pijl staan twee soorten moleculen getekend. Na de pijl staan dezelfde moleculen apart van elkaar getekend. Omdat de moleculen niet zijn veranderd, is dit geen chemische reactie maar een scheidingsmethode.

Slide 25 - Tekstslide

5
  • c) Voor de pijl staan twee soorten moleculen, na de pijl twee andere soorten moleculen. Omdat de moleculen zijn veranderd, is dit een chemische reactie. Maar het is geen ontledingsreactie, omdat er meer dan één soort molecuul voor de pijl staat. 

Slide 26 - Tekstslide

6
  • a) Omdat een tosti-ijzer erg heet wordt, is dit een ontledingsreactie van het brood (thermolyse).
  • b) Het zonlicht kan de kleurstoffen in de gordijnen ontleden, waardoor de kleuren verbleken. Het is dus een fotolyse.
  • c) Omdat uit aluminiumerts door de toevoer van elektrische energie twee andere stoffen ontstaan, moet dit een elektrolyse zijn.
  • d) Het strijkijzer maakt het wasgoed plaatselijk zó heet dat er thermolyse plaatsvindt.

Slide 27 - Tekstslide

8
  • a) C(s) + O2(g) → CO2(g)
  • b) C(s) + CO2(g) → 2 CO(g)
  • c) C(s) + H2O(g) → CO(g) + H2(g)
  • d) links/rechts bij elkaar: C(s) + O2(g) + C(s) + CO2(g) → CO2(g) + 2 CO(g)
  •       formules bij elkaar zetten:2 C(s) + O2(g) + CO2(g) + → CO2(g) + 2 CO(g)
  •       CO2 links en rechts wegstrepen: 2 C(s) + O2(g) → 2 CO(g)
  • e) 8 CO(g) + 17 H2(g) → C8H18(l) + 8 H2O(l)

Slide 28 - Tekstslide

9
  • a)  2 C(s) + TiO2(s) + 2 Cl2(g) → 2 CO(g) + TiCl4(s)
  • b) TiCl4(s) + 2 Mg(s) → Ti(s) + 2 MgCl2(s) 

Slide 29 - Tekstslide

11
  • a)  Uit de beschrijving blijkt dat er alleen water reageert, dus voor de reactiepijl staat slechts één stof. Het moet dus een ontledingsreactie zijn. Omdat er voor het verlopen van de reactie een toevoer van elektrische energie nodig is, moet dit een elektrolyse zijn.
  • b) Watermoleculen bevatten twee waterstofatomen en één zuurstofatoom. Daaruit kunnen de elementen H2(g) en O2(g) ontstaan. Dit zijn beide gassen.

Slide 30 - Tekstslide

11
  • c) 2 H2O(l) → 2 H2(g) + O2(g)
  • d) 2 H2(g) + O2(g) → 2 H2O(g)
  • e) Als er schone elektrische energie beschikbaar is, bijvoorbeeld van windmolens of zonnepanelen, kan uit water waterstofgas en zuurstofgas worden geproduceerd. Na transport kan dit waterstofgas worden gebruikt om energie te leveren voor de industrie, verwarming van huizen en verkeer. Uit deze proef blijkt dat voor de productie alleen de grondstof water nodig is en dat bij gebruik alleen water vrijkomt, wat geen milieuschade kan opleveren.

Slide 31 - Tekstslide

12
  • a) C5H8N4O12(s) → 2 CO(g) + 3 CO2(g) + 4 H2O(g) + 2 N2(g)
  • b) 4 C3H5N3O9(s) → 12 CO2(g) + 10 H2O(g) + 6 N2(g) + O2(g)
  • c) 4 C7H5N3O6(s) → 21 C(s) + 7 CO2(g) + 10 H2O(g) + 6 N2(g)

Slide 32 - Tekstslide