Valentijnsdag 1

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

* Boek van de week
* 10 minuten lezen
* Lesdoelen 
* Aan het werk
* Huiswerk
leesboek
agenda
etui
laptop (uit)

Slide 2 - Tekstslide

* Spijt (stripboek)
* Carry Slee
* Realistische fictie
* Thema: pesten

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

* Je kunt een tekst in een logische volgorde leggen.
* Je weet wat alinea's en tussenkopjes zijn.
* Je kunt een inleiding herkennen en weet wat kenmerken zijn.
* Je leert de betekenis van een aantal moeilijke woorden.


* Je kunt samenwerken in een tweetal.
* Je zorgt ervoor dat je actief aan het werk bent met de opdracht.
* Je kunt rustig overleggen.

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk en lees de stukken tekst die je hebt gekregen.
Leg de stukken in een logische volgorde, zodat je tekst
weer compleet wordt.

Let op: Plak de stukken nog niet vast! Straks gaan we samen controleren of de volgorde klopt.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de titel van de tekst?

Slide 7 - Open vraag

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 8 - Quizvraag

Met welke drie woorden begint de inleiding?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het laatste woord van de inleiding?

Slide 10 - Open vraag

Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin maak je kennis met het onderwerp. Vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een grappig verhaaltje.
De inleiding, het eerste deel van een tekst, bestaat uit één of enkele alinea’s. Een inleiding heeft twee functies:
1. de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van de tekst; vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een bijzondere vorm daarvan: een anekdote, een meestal grappig (waargebeurd) verhaaltje;

2. duidelijk maken wat het onderwerp van de tekst is; er worden bijvoorbeeld één of meer vragen gesteld, die verderop in de tekst beantwoord worden.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het eerste tussenkopje?

Slide 12 - Open vraag

Hoe had je kunnen weten dat dit het eerste tussenkopje is?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe had je kunnen weten dat dit het eerste tussenkopje is?
De inleiding eindigt met een vraag.
De alinea begint met een verwijzing naar de vraag in de inleiding.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het laatste tussenkopje?

Slide 15 - Open vraag

Hoe had je kunnen weten dat dit het laatste tussenkopje is?

Slide 16 - Tekstslide

Hoe had je kunnen weten dat dit het laatste tussenkopje is?

In de eerste zin van alinea 3 wordt verwezen naar de oorsprong, dus naar alinea 2.

In de laatste alinea gaat het over iets heel anders: commercie.

Slide 17 - Tekstslide

commercie
herkomst
argument
gehoorzamen
anoniem
voet aan de grond krijgen
massaproductie
legende
ergens wel bij varen



Schrijf de woorden onder de tekst.
Zoek de woorden op IN de tekst en ONDERSTREEP ze.
Probeer uit de tekst te halen wat de woorden betekenen. 
Schrijf de betekenis in eigen woorden op.

Slide 18 - Tekstslide

commercie: de handel in (valentijns)spullen
herkomst: de plek waar iemand of iets vandaan komt
argument: een reden waarmee je je mening of ideeën uitlegt
gehoorzamen: luisteren naar iemand, doen wat iemand zegt
anoniem: zonder dat een ander weet wie je bent
voet aan de grond krijgen: iets gedaan krijgen, wanneer het echt een gebruik wordt
massaproductie: van een product heel erg veel maken om het te verkopen (valentijnskaarten)
legende: oud verhaal dat zogenaamd waar is, maar het waarschijnlijk niet helemaal is
ergens wel bij varen: ergens veel succes mee hebben
Let op! Lever de tekst in! We hebben deze donderdag weer nodig.

Slide 19 - Tekstslide

voor donderdag 20 februari

Maken: 
Cursus 1 Meer dan lezen, §8 opdracht 1 (je oefent hiermee voor de toets)
Let op: maandag 24 februari toets leesvaardigheid

Slide 20 - Tekstslide