Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NIeuwsbegrip - A-tekst - week 36
Nieuwsbegrip A-tekst - week 36
voedselverspilling
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nieuwsbegrip A-tekst - week 36
voedselverspilling
Slide 1 - Tekstslide
We lezen samen de tekst
Actief lezen:
--> hardop denken
--> betekenis van woorden opzoeken:
- verder of terug lezen
- foto's of illustraties bekijken
- stukjes van het woord bekijken
- vragen of opzoeken
Slide 2 - Tekstslide
voedselverspilling
Slide 3 - Woordweb
1. Deze week is het "verspillingsvrije week".
Waarom is het nodig zo'n week te houden?
Slide 4 - Open vraag
2. Waarom gooien mensen eten weg?
Noem 3 redenen.
Slide 5 - Open vraag
3. Er kunnen 2 datums op producten staan: THT en TGT.
Wat is het verschil tussen deze datums?
Slide 6 - Open vraag
4. Hoe komt het dat supermarkten voedsel verspillen?
Slide 7 - Open vraag
5. Wat doen supermarkten nu tegen verspilling van voedsel?
Noem 2 dingen.
Slide 8 - Open vraag
6. De app is handig voor verkopers en voor klanten.
Waarom?
Slide 9 - Open vraag
Lees r.2 nog eens: "En dat is zonde.". Welke zin past het beste achter deze zin?
A
Dan kun je geen eten meer kopen
B
Maar het is beter om naar de supermarkt te gaan.
C
Want je kunt dat eten nog best opeten.
Slide 10 - Quizvraag
Lees het stukje "veel eten weggooien" nog eens. Wat is waar volgens dat stukje tekst?
A
Een paar jaar geleden gooiden we per persoon 34 kg eten weg
B
We gooien nu minder eten weg dan een paar jaar geleden
C
We zijn nu minder goed bezig dan een paar jaar geleden.
Slide 11 - Quizvraag
In r.18 staat: "Dan is het niet veilig om het na die datum nog te eten." Wat betekent "veilig"?
A
zonder gevaar
B
zonder plezier
C
zonder smaak
Slide 12 - Quizvraag
Kijk in het stukje "supermarkten". Welk kopje zou ook boven dit stukje tekst kunnen staan?
A
blijven verspillen
B
klanten kopen te weinig producten
C
lagere prijs en gratis voedsel
Slide 13 - Quizvraag
in r. 36-37 staat: "Op die manier kun je inschatten of je het nog kunt eten."
Wat betekent "inschatten"?
A
achteraf vertellen hoe leuk iets of iemand was
B
van tevoren bedenken hoe iets of iemand zal zijn
C
zeker weten of iets lekker of vies zal smaken
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Nieuwsbegrip - C tekst - week 36
April 2021
- Les met
14 slides
Basisschool
Nieuwsbegrip week 36 niveau AA
September 2020
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Week 37-Tekst van de Week
September 2020
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
QUIZ
Januari 2022
- Les met
14 slides
door
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 4-8
Kidsweek in de Klas
Nieuwsbegrip Sprinkhanen
Mei 2024
- Les met
15 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7
Nieuwsbegrip Ruimtetelescoop
September 2022
- Les met
15 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7
Nieuwsbegrip A tekst "De eredivisie is begonnen maar anders dan anders"
September 2020
- Les met
17 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5,6
Nieuwsbegrip_week_wolven_DSSV
Maart 2022
- Les met
21 slides
NT2
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1