14.3 Vervuiling

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Deze les

• Terugblik: vragen over 14.1 en 14.2 (10 minuten)
• Zelf lezen/leren: 14.3 (10 minuten in stilte)
• Aan de slag met portfolio

Een dak boven je hoofd is een secundaire levensbehoefte.

1. Waar
2. Niet waar

Sleep de juiste groep naar de juiste organismen in de voedselkringloop.

Producenten

Reducenten

Consumenten

Consumenten

Afvaleters

Schimmels, bodemdieren en bacteriën zijn reducenten.

1. Juist
2. Onjuist

Uit welke twee reacties bestaat de koolstofkringloop?

Fotosynthese

Diffusie

Osmose

Verbranding

Raoul verbouwt aardappelen en maïs.
Wat voor bedrijf heeft Raoul?

1. Akkerbouwbedrijf
2. Gemengd bedrijf
3. Tuinbouwbedrijf
4. Veehouderij

Hoe heet deze manier van gewassen verbouwen? (1 woord)

Welk gas zit er in mest?

1. Zuurstof
2. Ammoniak
3. Nitraat
4. Salpeterzuur

Hoe komt het dat de ammoniak zorgt voor veel stikstof in de bodem?

1. Het stroomt weg naar andere gebieden.
2. Reducenten zetten het om in een stikstofmineraal.
3. Het vervliegt.
4. Doordat er kunstmest van gemaakt wordt.

Wat zie je hiernaast?

Er is onderzoek gedaan naar het verloop van waterbloei in een sloot. Jip en Shanna hebben het aantal reducenten (bacteriën) en het percentage zuurstof gemeten. Welk diagram geeft wat weer?

1. A = zuurstof B = reducenten
2. B = zuurstof C = reducenten
3. B = reducenten C = zuurstof
4. A = reducenten C = zuurstof

14.3 Vervuiling

Geen klassikale uitleg, maar zelf lezen en samenvatten!

Zelfstandig maken: 9, 12, 14, 15 en 20

Daarna aan de slag met duurzaamheidsportfolio (opdracht 6) in groepjes. 

Deze les

• Terugblik: vragen over 14.1 en 14.2 (10 minuten)
• Zelf lezen/leren: 14.3 (10 minuten in stilte)
• Aan de slag met portfolio

Leerdoelen 14.3

Je kunt: 

- Beschrijven op welke manier afval verwerkt wordt.

- Beschrijven hoe afvalwater gezuiverd wordt.

- Voorbeelden van fossiele brandstoffen noemen.

- Afvalgassen noemen die bij de verbranding van fossiele brandstoffen vrij komen.

- De gevolgen van luchtvervuiling beschrijven.

- Uitleggen welke gevolgen de verzuring van de bodem heeft.

- De kringloop van koolstof beschrijven.

- De oorzaak en de gevolgen van te veel koolstofdioxide in de lucht beschrijven.

- Met behulp van een optimumgrafiek uitleggen bij welke abiotische factoren een organisme kan leven.

- Benoemen welke gevolgen een verandering in abiotische factoren kan hebben voor een soort.