5.2: être

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

le cours du 1er février

être

VIFE : Fenna Visser

Wat ga ik deze les leren?

1. Kloktijden en geleerde phrases-clés C gebruiken om vragen te beantwoorden.
2. De vervoegingen van het werkwoord être (= zijn) in de présent.

PO chapitre 3

Fotoroman over school in Powerpoint

• Opdracht + rubric op Magister
• Deadline: 16 februari
• Tijdens de lessen leer je wat je nodig hebt
• Afmaken gebeurt buiten de lessen om

Planning

• Magister
• Questions
• Oefeningen être

Magister

• Aanwezig
• Op tijd
• Boeken mee
• Huiswerk gemaakt

Questions

Réponds aux questions en français

1. Tu es en quelle classe ?
2. La récré, c'est à quelle heure ?

--> utilise vocabulaire AB/phrases-clés C

Être (p. 112)

Vervoegingen van être

• Onregelmatig, net zoals avoir
• Présent: tegenwoordige tijd
• Wat voor vormen hebben we net bij de vragen gebruikt?

Être (p. 112)

En classe

• 16a: écoute et chante la chanson
• 16c: écoute et choisis la bonne forme

Être (p. 112)

Avec ton/ta voisin(e) (= buurman/-vrouw)

• Faire: ex. 17abcd, 18, 19a
• Aide: grammaire être, vocabulaire ABEF
• Fini? ex. 17e, opschrijven rijtje être

Wat heb ik geleerd?

1. Ik kan vertellen hoe laat de pauze is.
2. Ik kan verschillende vormen van 'zijn' vertalen in de tegenwoordige tijd (ik ben, hij is, wij zijn).

Devoirs

• Faire: ex. 17abcd, 18, 19a
• Apprendre: de vervoegingen van être (p. 112/133)