Fictie: perspectief

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie - perspectief
Aan de hand van een paar verhaalfragmenten oefenen we met perspectief. We gaan kijken door wiens ogen je de gebeurtenissen ziet. 
Is het verhaal in de ik-vorm geschreven, dan spreken we van een ik-perspectief.
Een verhaal kan ook in de hij/zij-vorm geschreven zijn. Er is dan een personaal perspectief of een alwetende verteller.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertelperspectief
Een verhaal kan vanuit verschillende standpunten geschreven worden:
  • Ik-perspectief.
  • Hij-/zij-perspectief
  • Alwetende verteller
  • Wisselend perspectief

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertelperspectief
Ik-perspectief (personaal)
  • De gebeurtenissen worden verteld vanuit de ik-vorm. 
  • Je zit als het ware in het hoofd van de ik-persoon.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertelperspectief
Hij-/zij-perspectief (personaal)
  • De gebeurtenissen worden in de hij- of zij-vorm verteld. 
  • Let op: een schrijver kan ook een wisselend perspectief gebruiken. Dan wisselen verschillende personen elkaar af. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen personaal perspectief en alwetende verteller (ook wel onzichtbare verteller genoemd)?     
  • Bij een personaal perspectief weet je alleen wat de hoofdpersoon ziet, denkt en voelt. 
  • De alwetende verteller weet van meerdere personen wat ze zien, denken en voelen. Hij hangt als het ware boven het verhaal en kan bv. zelfs in de toekomst kijken: "Toen Tim wakker werd, wist hij nog niet dat hij een ongeluk zou krijgen."

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan dit samen oefenen
Je krijgt twee teksten op papier. Lees in stilte tekst 2.  
Dit is  een fragment uit het boek:  Het wonderlijke 
voorval met de hond in de nacht.
Beantwoord de volgende vragen:
1. Wie is de hoofdpersoon?
2. Wie zijn de andere personen?
3 Welk perspectief herken je?  (ik, hij/zij of alwetende verteller?)
timer
0:00

Slide 8 - Tekstslide

1. Christopher
2. Vader en politieman (inspecteur) + agent die geslagen is.
3 ik-perspectief

Extra opdracht:
1e alinea in hij-perspectief (personaal perspectief)

Het was 1.12 uur toen vader op het politiebureau aankwam. Christopher zag hem pas om 1.28 uur, maar hij wist dat hij er was, want hij hoorde hem. Hij schreeuwde: "Ik wil mijn zoon zien", en "Waarom zit hij in de cel?" en "Ik ben kwaad ja, vind je het gek?" Toen hoorde Christopher een politieman zeggen dat hij rustig aan moest doen. Toen hoorde hij een tijd niets. Om 1.28 uur deed een politieman de celdeur open en zei dat er iemand voor hem was. 
etc.
Lees tekst 3: Papegaaien    
                                     liegen niet
Beantwoord de volgende vragen:
1. Wie is de hoofdpersoon?
2. Wie zijn de andere personen?
3. Welk perspectief herken je in dit fragment?
Opdracht:
  • Schrijf de eerste zin in een ander perspectief. 
stopwatch
00:00

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden:
1 Mateo hoofdpersoon
2 Andere personen Jareth en Omar
3 hij-perspectief = personaal perspectief

1e zin in ik-perspectief:
Toen ik zag dat mijn plekje in het park tussen de andere schoenpoetsers nog vrij was, klaarde mijn humeur helemaal op. etc.

3e perspectief is alwetende verteller:
Omar was er vandoor gegaan omdat hij even niet had opgelet. Mateo's kist was verdwenen en Omar durfde zijn vriend niet onder ogen te komen.
Meer weten?
  • Lees de theorie in de Toolbox van Plot26                                            > Fictie: perspectief
  • Ook interessant is de info. bij > Fictie: personages
  • Of: kijk en luister naar dit filmpje:

Succes met het ontdekken van het 
perspectief in de verhalen die je leest.





Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies