11.1 Chromatografie

Leerdoelen
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen hoe gaschromatografie werkt.
  • Je kunt in eigen woorden de volgende begrippen uitleggen: mobiele fase, stationaire fase, retentietijd.
  • Je kunt een (gas)chromatogram analyseren en berekeningen uitvoeren m.b.v. de piekoppervlakten.
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen hoe dunnelaag- en kolomchromatografie werken.
  • Je kunt de Rf-waarden berekenen in een chromatogram.
  • Je kunt een experiment uitvoeren met dunnelaag- en kolomchromatografie en kunt op basis van je resultaten uitspraken doen over de polariteit van de stoffen in je monster.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen hoe gaschromatografie werkt.
  • Je kunt in eigen woorden de volgende begrippen uitleggen: mobiele fase, stationaire fase, retentietijd.
  • Je kunt een (gas)chromatogram analyseren en berekeningen uitvoeren m.b.v. de piekoppervlakten.
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen hoe dunnelaag- en kolomchromatografie werken.
  • Je kunt de Rf-waarden berekenen in een chromatogram.
  • Je kunt een experiment uitvoeren met dunnelaag- en kolomchromatografie en kunt op basis van je resultaten uitspraken doen over de polariteit van de stoffen in je monster.

Slide 1 - Tekstslide

extra uitleg nodig?
chromatografie algemeen: 
https://www.youtube.com/watch?v=Q--5Kd_Hgh4
gaschromatografie
https://www.youtube.com/watch?v=KaFW4KFZgZM&t=347s


Slide 2 - Tekstslide

Papier/dunnelaag-chromatografie
  • Kwalitatieve analysemethode
  • Oplosbaarheid (in mobiele fase) en aanhechtingsvermogen (aan stationaire fase)
  • "Wedstrijd" tussen oplosbaarheid in loopvloeistof (mobiele fase) en hechting aan papier/TLC plaatje (stationaire fase).
  • Aanwezigheid stof aantonen met referentie.
  • Bepalen zuivere stof of mengsel.

TLC = thin layer chromatography

Slide 3 - Tekstslide

Stationaire fase is silicia = hydrofiel

Slide 4 - Tekstslide

Rf-waarde
  • Rate of flow
  • Rf-waarde is stofeigenschap bij gegeven mobiele en stationaire fase.
  • Hoe groter Rf, hoe beter de stof oplost in het oplosmiddel.

Slide 5 - Tekstslide

Oplosmiddel kiezen
  • Afhankelijk van bestanddelen in het mengsel wat je wilt scheiden.
  • Hydrofiele stoffen scheiden, keuze hydrofiel oplosmiddel.
  • Variëren met verhoudingen in oplosmiddel tot optimale scheiding (bijv. water : ethanol).
  • Zuur/basisch milieu beïnvloedt loopsnelheid door vorming geladen groepen.

Slide 6 - Tekstslide

Kolomchromatografie
  • Scheidingsmethode
  • "Wedstrijd" tussen oplosbaarheid in loopvloeistof (mobiele fase) en hechting aan kolom (stationaire fase).
  • Bijna altijd in combinatie met TLC.

  • Voorbeeld: verontreinigingen verwijderen uit zelf gemaakt medicijn.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Gaschromatografie
  • Gasmengsels analyseren
  • Kwalitatief en kwantitatieve analyse
  • Op basis van hechting aan kolom (stationaire fase).
  • polaire moleculen bindingen goed aan een polaire kolom / apolaire moleculen binden goed aan een apolaire kolom.
  • De tijd tot de stof uit de kolom komt, noem je de retentietijd.
  • Voorbeeld: dopingcontroles

Slide 10 - Tekstslide

Kwantitatieve bepaling
  • Piekoppervlakte maat voor hoeveelheid stof.
  • Detector niet even gevoelig voor elke stof.
  • Per meting verschil in signaalsterkte.
  • Referentiespectrum met bekende hoeveelheid analyt + bekende hoeveelheid interne standaard (hulpstof).
  • Meting met onbekende hoeveelheid analyt + bekende hoeveelheid interne standaard.

Slide 11 - Tekstslide

Retentietijd hangt af van...
- soort stof
- polariteit van de kolom
- stroomsnelheid gas

polaire kolom  --> meest polaire molecuul --> grootste retentietijd
polaire kolom --> meest apolaire molecuul --> kortste retentietijd
apolaire kolom --> meest apolaire molecuul --> grootste retentietijd
apolaire kolom --> meest polaire molecuul --> kortste retentietijd

 

Slide 12 - Tekstslide

gaschromatografie (apolaire kolom)

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld: vitamine E bepaling
  1. Verhouding piekoppervlakten bepalen in referentiespectrum.
  2. Verhouding piekopppervlakten bepalen in meting.
  3. Factor berekenen toename/afname hoeveelheid analyt.
  4. Berekenen onbekende hoeveelheid analyt.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld: vitamine E bepaling

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld: vitamine E bepaling

Slide 16 - Tekstslide