Deelbewerkingen - Les 3 - Mengen

Deelbewerkingen - Mengen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deelbewerkingen - Mengen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het doel van mengen?

Slide 2 - Open vraag

Doel van mengen
  1. Constante kwaliteit waarborgen.
  2. Een homogeen en gelijkmatig product maken.
  3. Het beter laten verlopen van andere bewerkingen of processen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent 'een mengsel is homogeen'?

Slide 4 - Open vraag

Betekenis 'homogeen mengsel'?
Een mengsel is homogeen als elk willekeurig genomen monster van het mengsel dezelfde samenstelling heeft als het gehele mengsel.

Slide 5 - Tekstslide

Soorten mengsels
Mengsels van alle fases
en combinaties mogelijk:
- vast
- vloeibaar
- gas

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Apparatuur mengen droge stoffen
Mengtrommel                                          Nautamenger (mengschroef)





                                                       Mengschroef




                                                                                                                                                         

Slide 9 - Tekstslide

Mengen van vloeistoffen en het maken van een beslag (weinig vaste stof in een vloeistof)
Mengvat met diverse typen roerwerk.

Luchtroeren (agitator).

Rondpompsysteem. 

Statische mengbuis in een leiding. 

Mengen in een pomp.

Slide 10 - Tekstslide

Mengapparatuur voor het maken van een deeg
Mengschroef of continu kneder                      Batchgewijze kneder

Slide 11 - Tekstslide

Soorten vloeibare mengsels
  1. Ware oplossingen
  2. Colloïdale oplossingen
  3. Emulsies
  4. Suspensies

Slide 12 - Tekstslide

Ware oplossingen
De opgeloste stof is zo fijn verdeeld in de vloeistof, dat ze als afzonderlijke moleculen tussen de vloeistofmoleculen zitten.

Ware oplossingen zijn heldere oplossingen:
je ziet bijvoorbeeld aan zout water niet 
dat er zout in opgelost is.

Dat geldt ook voor densuiker die opgelost
is in water, bijvoorbeeld in je kopje thee.

Slide 13 - Tekstslide

Colloïdale oplossingen
Colloïdale oplossingen zijn vaak dik-vloeibaar of soms zelfs stijf. De grote moleculen (zogenaamde macro-moleculen) binden zich aan watermole-culen en ze kunnen ook bindingen met 
andere moleculen en met elkaar aan gaan. 
Colloïdale oplossingen zijn vaak troebel.

Voorbeelden van colloïdale oplossingen:
- gebonden soepen       - eiwit van een ei
- gelatine mengsel         - vla/pudding

Slide 14 - Tekstslide

Emulsie
Een emulsie is een mengsel van twee niet mengbare vloeistoffen, meestal water en olie. Er is altijd een emulgator nodig, deze werkt op het grensvlak van beide vloeistoffen.

Voorbeelden van emulsies:
- mayonaise (olie in water)
- boter (water in vet)

Slide 15 - Tekstslide

Suspensie
Een suspensie is een mengsel van fijne vaste (onoplosbare) deeltjes verdeeld in een vloeistof. Een suspensie is troebel.  De vaste deeltjes zakken na een tijdje naar de bodem.

Voorbeelden van suspensies:
- chocolademelk   
- vruchtensappen

Slide 16 - Tekstslide

Overzicht vloeibare mengsels

Slide 17 - Tekstslide

Neveneffecten van mengen
Tijdens het mengen kunnen ook andere bijkomende effecten ontstaan, deze kunnen zowel negatief als positief zijn.

- Microbiologische besmetting, door het mengen kunnen de
   m.o. door het gehele product verdeeld worden.
- Door het warmen kan het product opwarming.
- Door het mengen onstaat ook zuurstof inslag. 

Slide 18 - Tekstslide