1A Nederlands maandag 9 september 2024

1A Nederlands
maandag 9 september 2024
Nederlands
maandag 9 september 2024 
dinsdag 10 september 2024
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1A Nederlands
maandag 9 september 2024
Nederlands
maandag 9 september 2024 
dinsdag 10 september 2024

Slide 1 - Tekstslide

Planning lesuur 1
8.30 Binnenkomst + spullen pakken
8.40 Nakijken 
9.00 Quiz: spelling in de tegenwoordige tijd

Slide 2 - Tekstslide

Hoe was het ook alweer?
  1. Wat is het verschil tussen fictie & non-fictie?
  2. Wat lees je van een tekst bij verkennend lezen? (6)
  3. Wat lees je van een tekst bij nauwkeurig lezen?
  4. Hoe herken je een alinea? (3)

Slide 3 - Tekstslide

Verkennend lezen
Alinea

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 11

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 12

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 13
Een ander woord voor:
  • Renoveren: verbouwen - opknappen
  • Innovatie: vernieuwing

Tweeklassenmaatschappij: 
wel geld / geen geld of schoon toilet / geen schoon toilet

Conditie:
Toestand / lichamelijke gesteldheid

Slide 7 - Tekstslide

Spelling 

persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (ott)
ik-vorm
loop
loop
jij / je
ik vorm + t
loopt
hele werkwoord
lopen

Slide 8 - Tekstslide

Je (kennen) vast de volgende situatie wel

Slide 9 - Open vraag

Cato en Zarah (kletsen) over de knapste jongen in hun klas

Slide 10 - Open vraag

Volgens mij zijn Giovanni verliefd op jou, (fluisteren) Cato tegen Zarah

Slide 11 - Open vraag

" Waarom (denken) je dat?", vraagt Zarah

Slide 12 - Open vraag

Cato (antwoorden): "Tijdens de wiskundeles zat hij de hele tijd naar je staren."

Slide 13 - Open vraag

Planning lesuur 2
  • 1.4 Schrijven en formuleren -> blz. 28
  • Leerdoelen bespreken
  • Kenmerken zakelijke e-mail bespreken -> tekst 1
  • Maken: 3 a - b - c - d - e - f 

LET OP: vraag 3f stuur je naar je buur en cc naar mij.

KLAAR! maak vraag 4 - 5 - 6 

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen


  • Je kunt een zakelijke e-mail schrijven (29)

  • Je kunt formeel taalgebruik toepassen (30)




Slide 15 - Tekstslide

Zakelijke e-mail

Slide 16 - Tekstslide

Planning lesuur 7
Maken blz 29 - 30 - 31:
  • 3 a - b - c - d - e - f  
LET OP: vraag 3f stuur je naar je buur en cc naar mij.
  • 5
  • 6



Slide 17 - Tekstslide