11) Jorans opa heeft MS. Hij is in therapie om geheugenproblemen tegen te gaan.
De therapeute laat hem kaartjes met figuren zien. Jorans opa moet daarna vertellen
welke figuren hij gezien heeft. In welk deel van de hersenen van Jorans opa vindt de herkenning van de figuren plaats? secundaire gezichtscentrum
De therapeute oefent ook de concentratie van Jorans opa. Jorans opa moet zijn
hand op tafel leggen en zijn ogen dicht doen. De therapeute zegt tegen opa dat hij de
vinger, die zij aanraakt, moet optillen. Zij prikt echter met een pincet even in de
ringvinger van opa. In een reflexbeweging trekt opa zijn hand een beetje terug.
12) Langs welke neuronen verloopt de reflexbeweging van het pijnzintuig dat de
therapeute aanraakt met de pincet tot de armspier die zorgt voor de terugtrekking
van de hand? sensorisch neuron (schakelcel) motorisch neuron