Financieel hoofdstuk 4 - Belasting over de toegevoegde waarde

• Commercieel
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 4 - Belasting over de toegevoegde waarde

Financieel

Herkansing toets H1 t/m H3

Dinsdag 21 november 14:30 - 15:30

• Zelf voor rekenmachine zorgen
• Eerste kans gehaald -> eerder uit
• Gewoon je boeken meenemen!

Planning

• Doornemen lesplanner
• Terugblik vorige periode
• Uitleg hoofdstuk
• Opdrachten hoofdstuk 4 maken
• Inzage toets
• Terugblik leerdoelen

Leerdoelen

In deze les leer je:

• Waar de afkorting BTW voor staat
• Wat BTW is
• De drie btw-tarieven
• Hoe de Af te dragen BTW berekent kan worden

Wat weten we nog van de lessen van afgelopen periode?

Waar denk je aan
bij de BTW?

BTW

• BTW = Belasting Toegevoegde Waarde
• Belangrijke inkomstenbron voor overheid
• Opbrengsten BTW = €45 miljard
• Niet-kostprijsverhogende belasting
    -> consumentenbelasting
• Verhoogt wel de verkoopprijs, maar niet de kostprijs

BTW-tarieven

• Algemeen tarief : 21% (hoog)
   Alle goederen die niet onder
   de andere tarieven vallen
• Verlaagd tarief: 9% (laag)
   Voedings- en geneesmiddelen, verblijf op campings, etc.
• 0%-tarief
   Export van goederen en vliegreizen

Producten die vallen
onder het 21%-tarief

Onder welk Btw-tarief valt een maaltijd in een restaurant?

1. 21%
2. 9%
3. 0%

Onder welk Btw-tarief valt een biertje op een terras?

1. 21%
2. 9%
3. 0%

Af te dragen BTW

• Onderneming als tussenpersoon
• Prijzen inclusief BTW
• Onderneming betaalt ook BTW!
   Inkopen, investeringen en bedrijfskosten
• Ontvangen BTW - Betaalde BTW = Af te dragen BTW
• Kan ook negatief zijn
   -> Geld van de belastingdienst krijgen

Verkoopprijs = €300

BTW (21%)      = €63

Inkoopprijs = €200

BTW (21%)   = €42

Af te dragen BTW = 63 - 42

                                      = €21

Verkoopprijs = €300

Inkoopprijs = €200

Brutowinst = 300 - 200 = €100

BTW = 21%
BTW = 100 x 0,21 = €21

(want belasting toegevoegde
 waarde)

Privégebruik

• Alleen BTW terugvragen die je als ondernemer hebt betaald!
• Producten uit de onderneming nemen voor privégebruik?
   -> BTW betalen over inkopen
   -> Mag niet teruggevraagd worden

Privégebruik

Voorbeeld:

• Ontvangen BTW door verkopen = €4200
• Betaalde BTW over inkopen = €2100
• BTW over privégebruik = €315
• Af te dragen BTW = 4200 - 2100 + 315 = €1785

Controle fiscus

• Controle van Belastingdienst
    -> Juiste bedragen?
• Niet op orde?
   -> Belastingdienst berekent zelf verschuldigde BTW
   -> Vergrijpboete (tot 100% van het te betalen bedrag)
   -> Rente over te laat betalen

Bewaarplicht

Basisgegevens administratie:

• Het grootboek
• Debiteuren- en crediteurenadministratie
• in- en verkoopadministratie

• Zeven jaar bewaren 

De af te vragen BTW kan ook een negatief getal zijn

1. Juist
2. Onjuist

Hans is ondernemer en koopt via zijn onderneming, een laptop die hij privé gaat gebruiken. Moet hij dit meerekenen in zijn Btw-aangifte?

1. Ja
2. Nee

Voor de basisgegevens van de administratie geld een bewaarplicht van 5 jaar

1. Juist
2. Onjuist

Aan de slag

• Opdrachten hoofdstuk 4 maken
• Huiswerk voor volgende week donderdag
• Ben je klaar? Socrative.com, Roomname MFA0

• Mag samenwerken met buurman/buurvrouw
  
• Heb je een vraag? Steek je hand/vinger op!

Je hebt deze les geleerd waar de afkorting BTW voor staat

Je hebt deze les geleerd wat BTW is

Je hebt deze les geleerd wat de drie Btw-tarieven zijn