In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar staat de afkorting btw voor?
Slide 2 - Open vraag
Wat is de belasting toegevoegde waarde?
Slide 3 - Open vraag
Te vorderen btw
Te betalen btw
Af te dragen btw
Bij de inkoop van voorraad
Bij het verkopen van goederen
De belasting die de ondernemer elk kwartaal aan de belastingdienst overmaakt
Slide 4 - Sleepvraag
Welke btw-tarieven zijn er in Nederland?
Slide 5 - Open vraag
Welk btw-tarief heeft:
een broodje hamburger?
A
9%
B
21%
Slide 6 - Quizvraag
Welk btw-tarief heeft:
een glas jus d'orange?
A
9%
B
21%
Slide 7 - Quizvraag
Welk btw-tarief heeft:
Heineken bier?
A
9%
B
21%
Slide 8 - Quizvraag
Welk btw tarief heeft:
logies?
A
9%
B
21%
Slide 9 - Quizvraag
Welk btw-tarief heeft:
opbrengsten uit een jukebox?
A
9%
B
21%
Slide 10 - Quizvraag
Welk btw-tarief heeft:
verhuur van een trouwzaal?
A
9%
B
21%
Slide 11 - Quizvraag
De netto-verkoopprijs van een visgerecht is €9,50.
Wat is de bruto verkoopprijs?
Slide 12 - Open vraag
De inslag van een alcoholische cocktail bedraagt €4,50. De inslagfactor is 2
Wat is de bruto verkoopprijs?
Slide 13 - Open vraag
Een hotdogkraam heeft in het eerste kwartaal voor €1250,- (inclusief btw) ingrediënten ingekocht. Hij heeft in datzelfde kwartaal 750 hotdogs verkocht. Voor elke hotdog moet de consument €2,- betalen.