Elektromagnetisme

Hfst. 2 Elektromagnetisme 
achtergrondinfo, herhaling en oefeningen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Hfst. 2 Elektromagnetisme 
achtergrondinfo, herhaling en oefeningen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan het verschil tussen stroom, spanning en weerstand verwoorden.
  • Je kan gelijkenissen en verschillen tussen een permanente magneet en een elektromagneet omschrijven.
  • Je kan een magnetisch veld voorstellen door middel van de veldlijnen en de patronen interpreteren.
  • Je kan de omschrijven wat de Lorentzkracht is.
  • Je kan toepassingen van elektromagneten geven en verklaren.
  • Je kan omschrijven hoe je spanning induceert met magneten.
  • Je kan toepassingen van magnetische inductie geven en herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Deel 2: Herhaling begrippen elektromagnetisme
In volgende slides herhalen we enkele begrippen van elektromagnetisme.

Slide 3 - Tekstslide

Geef alle gelijkenissen en alle verschillen tussen een permanente magneet en een elektromagneet.
zie woordweb (volgende slide)

Slide 4 - Tekstslide

gelijkenissen

Slide 5 - Woordweb

verschillen

Slide 6 - Woordweb

Deel 3: Oefeningen

Slide 7 - Tekstslide


De pijltjes stellen naaldmagneetjes voor. De pijlpunt stelt telkens hun noordpool voor. Welk pijltje is juist georiënteerd weergegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Hoe weet je dit? 
Waarom is pijl 1 fout?
Waarom is pijl 3 fout?
Zou pijl 4 juist zijn als de pijl in de andere richting stond?

Slide 9 - Tekstslide


De figuur is een spoel aangesloten op een spanningsbron. De pijlen geven de stroomzin weer.
Waar is de noordpool van de elektromagneet?
A
de noordpool is links
B
de noordpool is rechts

Slide 10 - Quizvraag

Hoe weet je waar de noordpool en de zuidpool zijn?
Hoe lopen de magnetische veldlijnen buiten de spoel?
Hoe lopen de magnetische veldlijnen in de spoel?

Slide 11 - Tekstslide


Op de figuur zie je een gelijkstroommotor. Hoe kan je de Lorentzkracht omkeren?

Slide 12 - Open vraag


Wat stellen de blauwe pijl en de rode pijlen voor?
A
de blauwe: de Lorentzkracht de rode: de stroomzin
B
de blauwe: de stroomzin de rode: de zin van de magnetische veldlijnen
C
de blauwe: de zin van de magnetische veldlijnen de rode: de stroomzin
D
de blauwe: de zin van de magnetische veldlijnen de rode: de Lorentzkracht

Slide 13 - Quizvraag

Hoe wordt de Lorentzkracht voorgesteld op de figuur?

Slide 14 - Tekstslide

Juist
Fout
Alle metalen worden aangetrokken door een magneet
magneten zijn gemaakt uit ferromagnetisch materiaal
De noordpool van een magneet wijst naar de magnetische noordpool van de aarde
De magnetische kracht is een veldkracht
Door magnetische influentie worden alle voorwerpen zelf een magneet

Slide 15 - Sleepvraag


Welke uitspraak is correct?
A
De pot bevat een magneet, de onderzetter niet
B
De onderzetter bevat een magneet, de pot niet
C
Zowel de onderzetter als de pot bevatten een magneet

Slide 16 - Quizvraag

Hoe komt het dat de pot kan zweven op een vaste plek?

Slide 17 - Tekstslide

Rangschik de sterkte van het magneetveld op de verschillende posities van klein naar groot.
A
B
C
D
<
<

Slide 18 - Sleepvraag

Rangschik de sterkte van het magneetveld op de verschillende posities van klein naar groot.
A
B
C
D
=
<

Slide 19 - Sleepvraag


Naast een spoel hang je 2 staafmagneten. Wat gebeurt er als je de schakelaar sluit?
A
Beide magneten worden aangetrokken door de spoel.
B
Beide magneten worden afgestoten door de spoel.
C
De linkse magneet wordt aangetrokken, de rechtse afgestoten.
D
De linkse magneet wordt afgestoten, de rechtse aangetrokken.

Slide 20 - Quizvraag


Een staafmagneet breekt in twee. Welke voorstelling geeft de polen correct weer?
A
A
B
B
C
C

Slide 21 - Quizvraag

1

Slide 22 - Video

00:23
Als alternatief voor grijpkranen gebruikt men soms elektromagneten. Kun je daarmee alle metalen optillen? Leg kort uit.

Slide 23 - Open vraag


Hoe werkt zo'n hefmagneet? Leg kort uit.

Slide 24 - Open vraag