Praktische Opdracht Ecologie

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon in je kluis (of op stil in de tas)
Boek+schrift/chromebook op tafel
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon in je kluis (of op stil in de tas)
Boek+schrift/chromebook op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Thema 5/6 - Ecologie

Slide 2 - Tekstslide

Ecologie
KB
6.1 - Eten en gegeten worden 
6.2 -  Piramiden
6.3 - Koolstofkringloop 
6.4 - Biologisch evenwicht
6.5 - Aanpassingen bij dieren
6.6 - Aanpassingen bij planten

BB
5.1 - Fotosynthese en verbranding
5.2 - Eten en gegeten worden
5.3 - Organismen en hun leefomgeving
5.4 - Aanpassingen bij dieren
5.5 - Aanpassingen bij planten
5.6 - Ecologisch onderzoek doen

Slide 3 - Tekstslide

Praktische opdracht
Woensdag 29 mei
Tijdens het dubbele blok -> 'Open boek toets'

Alleen maar gebruiken: zelfgemaakt materiaal (Samenvatting, mindmap, conceptmap)

Slide 4 - Tekstslide

Planning
Vandaag (15 mei): Paragraaf 1+2
Volgende week (22 mei): Paragraaf 3 (Basis) / Paragraaf 3+4 (Kader)
27 mei: Aanpassingen bij dieren + planten
29 mei: Uitvoering PO

Vanaf 3 juni -> Duurzaamheid PO

Slide 5 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je kan uitleggen wat de fotosynthese is, welke stoffen er voor nodig zijn en welke stoffen worden gemaakt (BK)
Je kan uitleggen wat de verbranding is, welke stoffen er voor nodig zijn en welke stoffen worden gemaakt (BK)
Je kan uitleggen wat voedselrelaties zijn (K)

Slide 6 - Tekstslide

Je omgeving
Dieren en planten worden beïnvloed door hun omgeving
Alles om je heen beïnvloed wat je doet en hoe je leeft

Organismen en hun omgeving hebben een relatie
Ecologie - het bestuderen van de relatie tussen organisme en omgeving

Slide 7 - Tekstslide

Fotosynthese
Wie doen het?
Wat is er nodig?
Wat ontstaat er?

Slide 8 - Tekstslide

Verbranding
Wie doen het?
Wat is er nodig?
Wat ontstaat er?

Slide 9 - Tekstslide

Energierijk en energiearm
Stoffen kunnen energierijk of energiearm zijn

Energierijke stoffen - voedingsstoffen (Glucose, eiwitten, vetten)
Energiearme stoffen - overige stoffen (zuurstof, water, mineralen, enz.)

Slide 10 - Tekstslide

Wie eet wat
Wat eten planten?
Energie van planten naar dieren

Producenten: Planten
Consumenten: Planteneters (1e orde) / Vleeseters (2e orde of hoger) / Alleseters

Slide 11 - Tekstslide

Voedselketen
Planten staan onderaan (of links)
Daarna planteneters
Daarna vleeseters

Gras -> Koe -> Mens

Slide 12 - Tekstslide

Voedselweb
In natuur vaak ingewikkelder: 
meerdere ketens (door elkaar)

Slide 13 - Tekstslide

Reducenten
Bacteriën en schimmels
ruimen dode organismen
op. --> reducenten
Hierbij komen 
voedingsstoffen vrij

Kringloop compleet

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk
Maken: 
Basis: par. 1 - 1 t/m 5
Kader:  par. 1 -1 t/m 4

Slide 17 - Tekstslide

Rol in het ecosysteem
Alle organismen een rol
Producent -> produceert, maakt
Consument -> consumeert, gebruikt
Reducent -> reduceert, verkleint

Slide 18 - Tekstslide

Producent   -    consument    -   reducent

Slide 19 - Tekstslide

Producent/consument/reducent

Slide 20 - Tekstslide

Voedselrelatie
Noteer je altijd op dezelfde manier:

Plant -> planteneter -> vleeseter 1 -> vleeseter 2
Voorbeeld: Boomblad -> rups -> koolmees -> havik
Dit noem je een voedselketen
Elk onderdeel van de keten is een schakel
Meerdere voedselketens bij elkaar vormen een voedselweb


Slide 21 - Tekstslide

Voedselpiramide (aantallen)
Er zijn veel meer rupsen dan haviken, waarom?
Elk dier of plant bevat energie
Elk dier of plant heeft een bepaalde hoeveelheid energie nodig
Organismen die elkaar eten zetten we in een voedselpiramide
Dit is een piramide van aantallen
Er zijn veel meer blaadjes dan rupsen
Er zijn meer rupsen dan koolmezen
Er zijn meer koolmezen dan haviken


Slide 22 - Tekstslide

Voedselpiramide (biomassa)

Slide 23 - Tekstslide

Piramide van biomassa
Piramide van biomassa:
Een deel van de voedingsstof wordt gebruikt om te leven
Een deel is onverteerbaar
Totale biomassa van alle rupsen is kleiner dan het totale biomassa van alle bladeren die ze eten
Er verdwijnt energie: Energieverlies


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel

Slide 26 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je kan uitleggen wat de fotosynthese is, welke stoffen er voor nodig zijn en welke stoffen worden gemaakt (BK)
Je kan uitleggen wat de verbranding is, welke stoffen er voor nodig zijn en welke stoffen worden gemaakt (BK)
Je kan uitleggen wat voedselrelaties zijn (K)

Slide 27 - Tekstslide

Dieren
Kunnen niet hun eigen voeding maken
Ze eten planten of andere dieren -> consumeren
Drie soorten dieren:
Planteneters – eten alleen planten (koe, paard, rups)
Vleeseters – eten alleen dieren (leeuw, havik, haai)
Alleseters – eten zowel planten als dieren (mens, varken)
Dieren en planten hebben een voedselrelatie als ze elkaar eten/gegeten worden (dieren zijn consumenten)

Slide 28 - Tekstslide

Voedselrelatie
Noteer je altijd op dezelfde manier:

Plant -> planteneter -> vleeseter 1 -> vleeseter 2
Voorbeeld: Boomblad -> rups -> koolmees -> havik
Dit noem je een voedselketen
Elk onderdeel van de keten is een schakel
Meerdere voedselketens bij elkaar vormen een voedselweb


Slide 29 - Tekstslide

Rollen
  • Producent
  • Consumenten 1e orde
  • Consumenten 2e orde
  • Consumenten 3e orde
  • Reducent

Slide 30 - Tekstslide

Reducenten
Bacteriën en schimmels
ruimen dode organismen
op. --> reducenten

Hierbij komen 
voedingsstoffen vrij

Slide 31 - Tekstslide

reducenten 
  • reducenten


Stoffen van planten komen via dieren, afvaleters en reducenten uiteindelijk weer bij planten terecht.

Slide 32 - Tekstslide

Aan het werk
Maken: 
Basis: par. 2 - 1 t/m 5
Kader:  par. 1 -1 t/m 8

Slide 33 - Tekstslide

Doelen van de les
Je kan uitleggen wat de fotosynthese is, welke stoffen er voor nodig zijn en welke stoffen worden gemaakt (BK)
Je kan uitleggen wat de verbranding is, welke stoffen er voor nodig zijn en welke stoffen worden gemaakt (BK)
Je kan uitleggen wat voedselrelaties zijn (K)

Slide 34 - Tekstslide

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon in je kluis (of op stil in de tas)
Boek+schrift/chromebook op tafel

Slide 35 - Tekstslide

Thema 5/6 - Ecologie

Slide 36 - Tekstslide

Praktische opdracht Ecologie
Vragenblad (met samenvatting gemaakt)
42 (Basis) of 55 (Kader) punten

Nu extra opdracht voor max. 20 punten

Slide 37 - Tekstslide

Poster
Alleen of in tweetallen
Poster maken van organisme

Deze les: Rondlopen op campus / bos; organismen noteren. Ruimte voor 60, minimaal 30!

ObsIdentify

Slide 38 - Tekstslide

ObsIdentify
Foto maken (of uploaden)
Even wachten
App zegt welk organisme het (waarschijnlijk) is
Boven 80% zekerheid = voldoende

Slide 39 - Tekstslide

Daarna
Poster over dier
Hierop komt te staan:
- Voedselketen waar het dier deel van uitmaakt
- Aanpassingen dat het dier heeft aan zijn leefomgeving/leefstijl
- Biotische/Abiotische factoren van het dier

Slide 40 - Tekstslide

Inleveren
UITERLIJK woensdag 24 juni

Eerder mag!

Punten opgeteld bij je punten voor vragenblad
Totaal = cijfer voor SE

Slide 41 - Tekstslide