IBO les 8 Dienstverlening

• Dienstverlening
• MBO
• Studiejaar 1

IBO Dienstverlening

Even voorstellen

Mijn naam is Mariëlle Moonen-Senden

Vandaag

• Introductie IBO Dienstverlening
• Check-in
  
• 8: Van deze beroepsopdracht leer ik.....
• Leskaart B8.1 
• Introductie afsluitende beroepsopdracht

Wat houdt IBO dienstverlening in?

IBO Dienstverlening

• IBO = Integrale beroepsopdracht
• Praktijkles bij profiel Dienstverlening
• IBO 8 t/m 13
•  B-Leskaarten en afsluitende beroepsopdrachten
• Beroepsopdrachten maak je vooral op stage

V-leskaarten:  Voor profiel periode 2

B-leskaarten: Wij gaan nu aan de slag met de B-leskaarten

Opdrachten:

• Opdrachten worden gemaild en dan opslaan in de OneDrive onder het mapje IBO dienstverlening
• Boekje voor de stage-opdrachten ----> niet kwijt raken

Wat moet ik voor mijn examen doen?

1. Alle leskaarten en beroepsopdrachten maken
2. Examen op de pc maken
3. Proeve van bekwaamheid op stage
4. Presentatie geven

Examen

Proeve van bekwaamheid op stage;

Mentor en stage spreken af welke proeve geschikt is;

Voordat je op examen mag moeten de leskaarten en stageopdrachten behaald zijn 

en

Moet je voldoende stage uren hebben.

IBO-dagen

Maandag: 8:30 - 11:45 uur  --->  D1.06

Vrijdag: 12:15 - 14:15 uur ---> D1.06

Wat leren wij bij IBO? 

Kennis: Wat moet ik weten? 

Vaardigheden: Wat moet ik kunnen? 

Beroepshouding: Welk gedrag hoort daar bij?

Kerntaak bij de opleiding Dienstverlening:

- Voert assisterende werkzaamheden uit

Werkprocessen:

- Maakt (werk)ruimter gebruiksklaar;

- Voert ondersteunende dienstverlenende taken uit in werk-, woon- en leefomgeving;

- Staat derden te woord en verwijst hen door.

8B: Van deze beroepsopdracht leer ik…

In deze beroepsopdracht leer je wat het beroep assistent dienstverlening inhoudt. Je leert ook in welke sectoren en branches je kunt werken als assistent dienstverlening. Ook leer je dat de assisterende taken verschillen per werkplek. Assistent dienstverlening is de naam van jouw opleiding. Het is niet de naam van het beroep in de praktijk. 

8B: Van deze beroepsopdracht leer ik…

Als assistent dienstverlening ben je werkzaam in bedrijven en organisaties die diensten verlenen aan klanten. Te denken is aan facilitaire aanbieders, zakelijke dienstverleners, productieomgevingen, recreatiebedrijven, zwembaden, sportverenigingen, scholen, gemeentes, zorginstellingen, buurthuizen, kinderopvang en groepsaccommodaties.

Voorbeelden van werkzaamheden van een assistent dienstverlening zijn het verzorgen van textiel, inrichten van een ruimte voor activiteiten, verzorgen van de (leef- en woon) omgeving, housekeeping en facilitaire ondersteuning in bijvoorbeeld de horeca.

Beroepsopdracht 8V: 

Blijven verbeteren bij het werken als assistent dienstverlening

8V: Van deze beroepsopdracht leer ik....

Deze beroepsopdracht gaat over het werken als assistent dienstverlening. In deze opdracht maak je kennis met ‘lean werken’. Lean werken betekent verspilling voorkomen om kwaliteit te leveren voor de klant. Dit doe je door je werk steeds te verbeteren. Daarvoor moet je eerst leren om verspillingen te zien. In de verdiepende leskaarten, leer je hoe je je werk steeds verder kunt verbeteren en wat lean- werken is.

Werkprocessen

8B: Aan het einde van deze les...

• Ik weet wat de functie van assistent dienstverlening inhoud;
• Ik weet in welke sectoren een assistent dienstverlening kan gaan werken;
• Ik kan per sector voorbeelden van instellingen of bedrijven noemen;
• Ik weet welke taken er bij een assistent dienstverlening horen.

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).

Lesdoelen V- studenten

• Ik weet wat een proces is;
• Ik kan een voorbeeld geven van een proces;
• Ik weet wat lean werken betekent;
•  Ik weet wat verspillingen zijn ;
• Ik kan een voorbeeld geven van een verspilling.

Assistent
dienstverlening

In welke sectoren kun je werken
als assistent dienstverlening?

Sectoren

Als assistent dienstverlening heb je veel mogelijkheden. Je kunt in verschillende sectoren gaan werken. Een sector is een groep bedrijven die ongeveer dezelfde werkzaamheden uitvoeren. Dit wordt een branche genoemd. Je werkt altijd met mensen. Dit kunnen klanten, gasten of cliënten zijn.

Vaak kom je als assistent dienstverlening bij een van de volgende vier sectoren te werken:

In welke sector wil jij stage lopen?

Zorg en welzijn

Kappers- branche

Facilitaire dienst

Gastvrijheids- sector

Aan de slag:

Leskaart B8.1:

Opdrachten: 2 en 3 

Hierna samen bespreken

V- studenten

• Werk in een tweetallen
• Schrijf letter A t/m Z op een A3-vel
• Bedenk bij iedere letter een woord dat met assistent dienstverlening te maken heeft. 
  
  

B: Opdracht 4

We kijken samen naar het filmpje;

Schrijf op welke taken passen bij de assistent dienstverlening: We bespreken klassikaal de taken die jullie opgeschreven hebben.

V- studenten

• Maak opdracht 17 + 18 + 19;
• Lees alle teksten goed door.

B: Opdracht 5

Maak groepjes van twee en brainstorm samen over de taken die volgens jullie bij de werkprocessen passen.

Werk in de reader.

We bespreken de antwoorden samen

V- studenten

• Vorm een groep van 2-3 studenten
• Maak samen een presentatie en leg daarin uit wat lean- werken is
• Leg de verschillende verspillingen uit
• Bedenk iets dat je voor kunt doen in de klas om lean- werken duidelijk te maken

B: Opdracht 6

Als assistent dienstverlening kun je op veel plekken gaan werken. Het is dus belangrijk dat je al deze plekken leert kennen. Dan kun je erachter komen wat het beste bij jou past.

• Maak een tweetal.

• Kies in overleg met de docent een bedrijf of instelling waar je stage kan lopen of in de toekomst kan gaan werken.

• Maak een PowerPoint presentatie over het bedrijf of instelling. De volgende punten komen terug in de PowerPoint;

- Maak een titelpagina met een passende titel, een foto over het onderwerp en jullie namen.

- Over welke branche/sector gaat jullie presentatie?

- Minimaal 5 afbeeldingen.

- Met welke klanten, gasten, cliënten heb je te maken?

- Welke werkzaamheden en taken voer je uit?

Je mag informatie opzoeken op internet!

• Geef de PowerPointpresentatie voor je groepsgenoten.

Afsluitende beroepsopdracht (stage)

VLOG

Iedere week worden er een aantal vlogs gepresenteerd aan de klas. 

B: Leerdoelen behaald......

• Ik weet wat de functie van assistent dienstverlening inhoud;
• Ik weet in welke sectoren een assistent dienstverlening kan gaan werken;
• Ik kan per sector voorbeelden van instellingen of bedrijven noemen;
• Ik weet welke taken er bij een assistent dienstverlening horen.

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).

B: Opdracht 9

Vul voor jezelf in bij opdracht 9 welke vaardigheden bij jou passen

Werknemersvaardigheden

- Motivatie

- Communicatie

- Zelfstandigheid

- Flexibiliteit

- Stressbestendigheid 

- 

Woordenlijst

Woordenlijst maken

Mag in groepjes maar ook individueel

Erna klassikaal bespreken

Lesdoelen V- studenten BEHAALD?

• Ik weet wat een proces is;
• Ik kan een voorbeeld geven van een proces;
• Ik weet wat leanwerken betekent;
•  Ik weet wat verspillingen zijn ;
• Ik kan een voorbeeld geven van een verspilling.

Leskaart 8.2 De mensen waar je mee te maken hebt en de diensten die je verleent

In deze beroepsopdracht leer je wat het beroep assistent dienstverlening inhoudt. Je leert ook in welke sectoren en branches je kunt werken als assistent dienstverlening. Ook leer je dat de assisterende taken verschillen per werkplek. Assistent dienstverlening is de naam van jouw opleiding. Het is niet de naam van het beroep in de praktijk.

 Wat moet ik weten?

 Als assistent dienstverlening verleen je diensten bij diverse bedrijven en instellingen. De werkzaamheden die jij uitvoert kunnen per sector van elkaar verschillen. Binnen alle sectoren heb je te maken met mensen. Dit kunnen klanten, gasten of cliënten zijn.

B: Opdrachten 

Maak opdracht 11 t/m 13.

Jullie krijgen 10 minuten de tijd, erna klassikaal bespreken.

Opdracht 11

Klant: Iemand die product afneemt
Gast: Iemand die ergens word verwelkomd
Cliënt: Iemand die gebruikt maakt van diensten
(zoals advocaat, therapeut of een andere dienstverlener)

Wat moet ik kunnen

Je hebt geleerd dat je binnen verschillende richtingen aan de slag kunt als assistent dienstverlening. Zoek bij iedere richting een bedrijf of instelling, beschrijf met welke mensen je te maken hebt en welke werkzaamheden jij hier als assistent dienstverlening kan uitvoeren.

Opdracht 14

Wat is voor jou belangrijk bij samenwerking?
Noem er minimaal 4

Woordenlijst 

Evaluatie 

• Wat heb je geleerd? 

• Wat ging er goed/minder goed?
• Noem een positief punt over hoe je aan de opdrachten hebt gewerkt