IBO 8 Nieuw

B- studenten


  • Maak opdracht 5: welke taken passen volgens jullie bij de werkprocessen? 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

B- studenten


  • Maak opdracht 5: welke taken passen volgens jullie bij de werkprocessen? 

Slide 1 - Tekstslide


Beroepsopdracht 8

Werken als assistent dienstverlening


Slide 2 - Tekstslide

VANDAAG
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Kerntaak en werkprocessen
  • B8.1
  • V8.3 
  • Gezamenlijke opdracht
  • Uitleg afsluitende beroepsopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Sector/branche
Als assistent dienstverlening heb je veel mogelijkheden. Je kunt in verschillende sectoren gaan werken. Een sector is een groep bedrijven die ongeveer dezelfde werkzaamheden uitvoeren. Dit wordt een branche genoemd. Je werkt altijd met mensen. Dit kunnen klanten, gasten of cliënten zijn.

Vaak kom je als assistent dienstverlening bij een van de volgende vier sectoren te werken:
                                                                             

Slide 4 - Tekstslide

B- studenten


  • B8.1
  • Maak opdracht 1, 2 en 3 

Slide 5 - Tekstslide

V- studenten

  • Werk samen met een andere student
  • Maak opdracht 16 (bladzijde 25) 
    Klaar? -> opdracht 18 + 19

Slide 6 - Tekstslide

Werkprocessen

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 4

Welke taken zien jullie in het filmpje hebben die te maken hebben met assistent dienstverlening? Schrijf deze taken op.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Werkprocessen

Slide 10 - Tekstslide

Van deze beroepsopdracht leer ik....
Als assistent dienstverlening ben je werkzaam in bedrijven en organisaties die diensten verlenen aan klanten. Te denken is aan facilitaire aanbieders, zakelijke dienstverleners, recreatiebedrijven, zwembaden, sportverenigingen, scholen, gemeentes, zorginstellingen, buurthuizen, kinderopvang en groepsaccommodaties.

Voorbeelden van werkzaamheden van een assistent dienstverlening zijn het verzorgen van textiel, inrichten van een ruimte voor activiteiten, verzorgen van de (leef- en woon) omgeving, housekeeping en facilitaire ondersteuning in bijvoorbeeld de horeca.

Slide 11 - Tekstslide

V- studenten
  • Opdracht 17: Beschrijf welke taken je aan het begin van de stage nog niet mocht uitvoeren, maar nu wel en waarom. Zet de taken bij het juiste werkproces. 

Slide 12 - Tekstslide

Bespreken

Opdracht 5 & 17

Slide 13 - Tekstslide

VANDAAG

  • B8.1 + B8.2
  • V8.3 + V8.4
  • Uitleg afsluitende beroepsopdracht

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen B- studenten
  • Ik heb een beeld van wat het beroep assistent dienstverlening inhoudt
  •  Ik weet in welke sectoren en branches ik kan werken als assistent dienstverlening
  • Ik weet welke taken ik kan hebben als assistent dienstverlening

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen V- studenten
  • Ik weet wat een proces is
  • Ik kan een voorbeeld geven van een proces
  • Ik weet wat lean- werken betekent
  •  Ik weet wat verspillingen zijn 
  • Ik kan een voorbeeld geven van een verspilling

Slide 16 - Tekstslide

B- studenten

  • Maak een tweetal met iemand die ongeveer hetzelfde beroep wilt gaan doen als jou
  • Kies een bedrijf of instelling waar je stage wilt lopen of waar je in geïnteresseerd bent
  • Maak een PowerPoint presentatie over het bedrijf of instelling
  • Lees de opdracht op bladzijde 10

Slide 17 - Tekstslide

Verdiepende beroepsopdracht
Deze beroepsopdracht gaat over het werken als assistent dienstverlening. In deze opdracht maak je kennis met ‘lean werken’. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je al over lean werken?

Slide 19 - Woordweb

Lean- werken
 Lean werken betekent verspilling voorkomen om kwaliteit te leveren voor de klant. Dit doe je door je werk steeds te verbeteren. Daarvoor moet je eerst leren om verspillingen te zien. 

Wat betekent 'verspillen'?


Slide 20 - Tekstslide

8 verspillingen
  1. Wachten
  2. Overbewerking
  3. Voorraad 
  4. Transport 

Slide 21 - Tekstslide

8 verspillingen
5. Fouten
6. Overproductie
7. Beweging
8. Talent verspillen

Slide 22 - Tekstslide

V- studenten

  • LEAN koffie zetten video
  • Welke verspillingen zie je?
  • Schrijf deze daarna in het schema bij de goede verspilling -> opdracht 22

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

V- studenten

  • Maak opdracht 20 & 21

Slide 25 - Tekstslide

V- studenten
Opdracht 23:
Je gaat opschrijven welke handelingen jij allemaal uitvoert op een schooldag. Dit doe je vanaf dat je wekker gaat, tot het moment dat je in de klas zit. Dit is ook een proces. Elke handeling schrijf je op een aparte post- it. Je maakt ook een post- it met alleen je naam.

Klaar? Plak de post- its achter elkaar in een rij op het whiteboard.


Slide 26 - Tekstslide

V- studenten
Bespreken opdracht 24 gezamenlijk




- Welke verspillingen kom je tegen in je eigen proces?
- Welke verspillingen heb je nog gezien bij je klasgenoten?
- Wat zou je kunnen doen om de verspillingen in jouw proces te voorkomen? 
- Elkaar tips geven

Slide 27 - Tekstslide

B- studenten
  • Lees opdracht 8 goed door op bladzijde 11
  • Overleg met een andere student over wat de opdracht is
  • Kom je er dan niet uit? Vragen! 

Slide 28 - Tekstslide

Muurkrant
  • Tekst & afbeeldingen
  • Digitaal
  • Gebruik hiervoor bijvoorbeeld Word, PowerPoint, Padlet etc

Slide 29 - Tekstslide

B- studenten
  • Opdracht 9 & 10
  • Woordenlijst

Slide 30 - Tekstslide

B- studenten
Bespreken opdrachten B8.1

Slide 31 - Tekstslide

Afsluitende beroepsopdracht (stage)

Slide 32 - Tekstslide

Verdiepende afsluitende beroepsopdracht

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk IBO 8
V- groep:
V8.3: opdracht 16, 17, 18, 19 + opzoeken wat lean- werken is en schrijf dat op

B- groep: opdracht 1 t/m 5

Slide 34 - Tekstslide

Van deze beroepsopdracht leer ik....
In deze beroepsopdracht leer je wat het beroep assistent dienstverlening inhoudt. Je leert ook in welke sectoren en branches je kunt werken als assistent dienstverlening. Ook leer je dat de assisterende taken verschillen per werkplek. Assistent dienstverlening is de naam van jouw opleiding. Het is niet de naam van het beroep in de praktijk. Dat ligt eraan waar je werkt.


Slide 35 - Tekstslide