Signaalwoorden deel 1

Signaalwoorden deel 1
Oefenen met de tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden deel 1
Oefenen met de tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het signaalwoord? Hij is allergisch voor katten, toch werkt hij in een dierenpension.

Slide 2 - Open vraag

Wat is het tekstverband? Hij is allergisch voor katten, toch werkt hij in een dierenpension.

Slide 3 - Open vraag

Wat is het signaalwoord?
Daar verzorgt hij onder andere katten

Slide 4 - Open vraag

Wat is het tekstverband?
Daar verzorgt hij onder andere katten

Slide 5 - Open vraag

Wat is het signaalwoord?
Ook maakt hij de hokken en stallen schoon

Slide 6 - Open vraag

Wat is het tekstverband?
Ook maakt hij de hokken en stallen schoon

Slide 7 - Open vraag

Wat is het signaalwoord?
Hij is dus breed inzetbaar

Slide 8 - Open vraag

Wat is het tekstverband?
Hij is dus breed inzetbaar

Slide 9 - Open vraag

Wat is het signaalwoord?
Desondanks laat hij het liefst de honden uit.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het tekstverband?
Desondanks laat hij het liefst de honden uit.

Slide 11 - Open vraag

Geef van het volgende verband 3 signaalwoorden: voorbeeld

Slide 12 - Open vraag

Geef van het volgende verband 3 signaalwoorden: conclusie

Slide 13 - Open vraag

Geef bij het signaalwoord aan om welk tekstverband het gaat:
ten slotte

A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Conclusie
D
Voorbeeld

Slide 14 - Quizvraag

Geef bij het signaalwoord aan om welk tekstverband het gaat:
Echter

A
Conclusie
B
Tegenstelling
C
Voorbeeld
D
Opsomming

Slide 15 - Quizvraag

Geef bij het signaalwoord aan om welk tekstverband het gaat:
Kortom

A
Conclusie
B
Tegenstelling
C
Voorbeeld
D
Opsomming

Slide 16 - Quizvraag