In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Grammatica zinsdelen
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Lesdoel vandaag
Ik kan in een zin de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp. Ook leer je hoe ond en pv overeenkomen in getal
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Ontleed onderstaande zin in je schrift.
Vanmiddag geeft hij zijn vriendin een ring.
Slide 6 - Tekstslide
Welk antwoord klopt?
A
zijn vriendin = MV
B
zijn vriendin = LV
C
zijn vriendin = ond
D
zijn vriendin = gez
Slide 7 - Quizvraag
Ontleed de volgende zin in je schrift
Hij wenst Daphne meer mensenkennis toe
Slide 8 - Tekstslide
Welk antwoord is NIET juist?
A
Hij = ond
B
Wenst = gez
C
Meer mensenkennis= lv
D
wenst = pv
Slide 9 - Quizvraag
Ond en persoonsvorm in getal overeenstemmen
Meestal zie je heel snel of ze overeenkomen, maar soms zie je dat niet meteen.
Soms bestaat het onderwerp uit een woord dat in vorm enkelvoud is, maar de betekenis als meervoud overkomt.