4.4: grammatica, weet je het nog?

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
0:30
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
0:30

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HW checken

Als het goed is heb je deze in je ebook (leermiddelen Nederlands) gemaakt, zo niet dan leg je de opdrachten in je schrift open op je tafel voor controle.


timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: grammatica
korte terugblik
Wat hebben we bij grammatica van blok 3 ook alweer allemaal gedaan?

Je mag spieken in je boek voor het antwoord ;-) 


Slide 4 - Tekstslide

- ww, lw, znw, bnw, vz
woordsoorten

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
Ik kan zinnen in zinsdelen verdelen, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp benoemen en aangeven welk vraagwoord bij de overige zinsdelen hoort. 
§4.4, grammatica 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed ben jij in het ontleden van zinnen, het wwg en het ond benoemen?
010

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zinsdelen, wwg en ond benoemen
Je kunt een zin in delen verdelen: de zinsdelen. (redekundig) ontleden. Je gaat ieder zinsdeel apart benoemen. Een zinsdeel is een stukje zin met een bepaalde functie: bijvoorbeeld een plaats of een tijd. 
Onthoud het volgende: 
Alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan is één zinsdeel.
Als je een zin in zinsdelen gaat verdelen, begin je dus met het vinden van de PV. Lees de uitleg over de persoonsvorm of oefen met het herkennen van de PV. 
Zodra je weet wat de PV is, maak je steeds (in je hoofd) een andere zin waarbij je een ander zinsdeel voor de PV plaatst. Tussen de zinsdelen zet je streepjes. 
Let op: het is belangrijk dat je een zinsdeel zo lang mogelijk maakt, maar een plaats en een tijd zijn wel aparte zinsdelen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen
Even oefenen, maar eerst een voorbeeld

Sanne en Maartje hebben dat cadeau op maandag aan Greetje gegeven. (hebben is de pv) 

Op maandag| hebben| Sanne en Maartje dat cadeau aan Greetje gegeven.
Dat cadeau| hebben| Sanne en Maartje op maandag aan Greetje gegeven.
Aan Greetje| hebben| Sanne en Maartje op maandag dat cadeau gegeven.

De zinsdelen zijn dus: 
Sanne en Maartje| hebben| dat cadeau| op maandag| aan Greetje| gegeven.
ond
wwg
wwg
wat?
wanneer?
aan wie?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het jurylid heeft de uitslag na overleg aan de notaris meegedeeld.

PV =  
(dus alle zinsdelen moeten in zijn geheel voor de pv geplaatst kunnen worden)
wwg = 
ond = 
wat? = 
wanneer? = 
aan wie? =

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 8 in je ebook

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed ben jij na deze les in het ontleden van zinnen, het wwg en het ond benoemen?
010

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Les afsluiten
Was jij gegroeid in punt? 
Wat neem je mee uit deze les?
Wat ga je doen om nog verder te groeien?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd over?
Oefen de woorden in studygo van blok 4 alvast!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies