Examentraining 5H Wonen in NL h1/2 (2)

Examentraining 5H Wonen in NL h1/2 (2)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examentraining 5H Wonen in NL h1/2 (2)

Slide 1 - Tekstslide

De Zwitserse bovenloop draagt niet veel bij aan het totale debiet van de Rijn. Toch is de bijdrage van de Zwitserse bovenloop herkenbaar in de grafiek hiernaast.
Geef aan
- waaraan de bijdrage van de Zwitserse bovenloop in het debietverloop van de Rijn te herkennen is;
-waarin deze bijdrage verschilt van die van de meeste zijrivieren van de Rijn.

Slide 2 - Open vraag

Tijdens ijstijden in het Pleistoceen werd bij de Grensmaas grind afgezet.
Tegenwoordig is dat niet meer het geval.
Leg uit dat bij de Grensmaas tegenwoordig geen grind meer wordt afgezet.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 3 - Open vraag

De IJssel maakt ten zuiden van Zutphen een grote bocht (zie bron 1). In de loop van de tijd heeft deze rivierbocht zich steeds verder verplaatst.
Leg uit dat de rivierbocht zich in de loop van de tijd steeds verder heeft verplaatst.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 4 - Open vraag

Om het overstromingsrisico in Nederland te verminderen zijn in het rivierengebied maatregelen genomen. Bij Cortenoever is als maatregel de dijk verlegd. Op andere plekken in Nederland zijn ook andere maatregelen genomen, zoals:
het graven van nevengeulen / het verdiepen en verbreden van het zomerbed / het verlagen van kribben / het verwijderen van obstakels.
Geef aan - door welke twee van de bovenstaande maatregelen rivierwater sneller wordt afgevoerd;
- waarom door het verleggen van de dijk bij Cortenoever het overstromingsrisico is verminderd.

Slide 5 - Open vraag

Bij de besluitvorming over de dijkverlegging bij Corten-oever zijn verschillende partijen, zoals de bewoners van Zutphen, Rijkswaterstaat, de provincie Gelderland, het Waterschap en lokale boeren betrokken geweest.
Beredeneer bij welke van deze vijf partijen de meeste weerstand bestond tegen de dijkverlegging bij Cortenoever.

Slide 6 - Open vraag

Om het noorden van Nederland juist in droge periodes van zoet water te voorzien, wordt de stuw bij Driel in de Neder-Rijn gesloten gehouden.
Leg dit uit.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 7 - Open vraag

(zie bronnen 1)Afgesproken is, dat het grootste deel van het Rijnwater naar de Waal moet stromen, ook bij een lage waterafvoer.
Geef de reden waarom bij een lage waterafvoer het grootste deel van het Rijnwater naar de Waal moet stromen.

Slide 8 - Open vraag

(zie bronnen 1) De aanleg van het Regelwerk Pannerden is niet de enige ingreep die in de uiterwaarden wordt genomen om het overstromingsrisico te verminderen. Langs de grote rivieren worden ook uiterwaarden vergraven en obstakels verwijderd.
Geef van elk van deze ingrepen aan op welke wijze door deze ingreep het overstromingsrisico wordt verminderd.

Slide 9 - Open vraag

Sinds 1995 wordt langs de IJssel ruimte voor de rivier gemaakt. Stroomopwaarts van Olst worden hiertoe andere maatregelen genomen dan stroomafwaarts.
Geef aan waarom − stroomopwaarts vooral wordt gekozen voor maatregelen als het terugleggen van dijken en het graven van nevengeulen;
− stroomafwaarts vooral wordt gekozen voor maatregelen als het aanleggen van hoogwatergeulen.

Slide 10 - Open vraag

Gebruik bron 1.
Geef aan waarom
− het overstromingsrisico in Zwolle niet vermindert als gevolg van de aanleg van de hoogwatergeul bij Veessen-Wapenveld;
− bij Zwolle niet gekozen is voor de aanleg van een hoogwatergeul.

Slide 11 - Open vraag

Rotterdam ligt in de benedenloop van de grote rivieren. Zonder maatregelen kan een zware storm op de Noordzee tot overstromingen leiden in de benedenloop van de grote rivieren.
Beschrijf hoe (zonder maatregelen) een zware storm op de Noordzee tot overstromingen kan leiden in de benedenloop van de grote rivieren.

Slide 12 - Open vraag

De gemeente Rotterdam wil meer groene daken aanbrengen onder andere om het overstromingsrisico in de stad te verminderen.
Leg uit dat groene daken bijdragen aan het verminderen van het overstromingsrisico in de stad.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 13 - Open vraag

Klimaatverandering leidt in Nederland de komende eeuw tot veranderingen in de neerslag. Deze veranderingen zijn in de winter anders dan in de zomer.
Welk effect heeft klimaatverandering in Nederland de komende eeuw op
- de neerslaghoeveelheid in de winter?
- de aard van de neerslag in de zomer?

Slide 14 - Open vraag

De uitbreiding van steden als Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen en de aanleg van het kassencomplex in het Westland hebben bijgedragen aan een hogere kans op wateroverlast na hevige regenval.
Leg dit uit.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 15 - Open vraag

Wonen in Nederland H3/4

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Open vraag

Gebruik de bronnen 18 en 19.
Aan het einde van de jaren 90 werden in het centrum van Sittard schoolgebouwen en een ziekenhuis gesloopt en aan de rand van de stad herbouwd.
Geef twee redenen waarom deze gebouwen niet op de oorspronkelijke locatie in het centrum herbouwd werden.

Slide 18 - Open vraag

Gebruik de bronnen 18 en 19.
Na de sloop van het ziekenhuis werd op het vrijgekomen terrein een stadspark aangelegd. In veel andere steden in Nederland worden op dergelijke locaties appartementen gebouwd.
Beredeneer waarom op dergelijke locaties in veel steden appartementen gebouwd worden, maar in Sittard niet.

Slide 19 - Open vraag

Gebruik de bronnen 20 en 21.
Door de sloop rondom de historische binnenstad ontstond ruimte voor nieuwbouwprojecten. In het plan Zitterd Revisited is vooral gekozen voor de bouw van luxe appartementen.
Geef - met twee bewonerskenmerken aan voor welke doelgroep deze luxe
appartementen gebouwd zijn;
-een reden waarom juist voor deze doelgroep gebouwd is.

Slide 20 - Open vraag

Gebruik de bronnen 20 en 21.
Bij het project Zitterd Revisited zijn keuzes gemaakt die moesten bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid in en rondom de historische binnenstad van Sittard.
Beargumenteer twee keuzes die bij het project Zitterd Revisited gemaakt zijn om de leefbaarheid in en rondom de historische binnenstad van Sittard te verbeteren.

Slide 21 - Open vraag

Gebruik de bronnen 22 en 23.
De gemeente Groningen heeft de eerste stappen gezet om een smart city en een sustainable city te worden.
Geef met de bronnen 22 en 23 een voorbeeld waaruit blijkt dat
- Groningen een smart city wil worden;
- Groningen een sustainable city wil worden.

Slide 22 - Open vraag

Op het Zernike Science Park zijn verschillende bedrijven, onderwijsinstanties en onderzoeksinstellingen geclusterd om samen vorm te geven aan de energietransitie.
Geef aan waarom deze clustering gunstig is.

Slide 23 - Open vraag

Gebruik bron 23.
De gemeente Groningen profileert zich als fietsgemeente.
Beredeneer dat de verzorgingsgebieden van voorzieningen in Groningen door de doorfietsroutes groter kunnen worden.

Slide 24 - Open vraag

De steden Lelystad, Almere, Hoorn en Volendam liggen aan het Markermeer. De stadscentra van Hoorn en Volendam liggen ten opzichte van het water anders dan de stadscentra van Lelystad en Almere.
Geef - dit verschil in ligging;
- de oorzaak van dit verschil in ligging.

Slide 25 - Open vraag

Gebruik bron 1.
In de wijken Galjoen en Jol in Lelystad zijn woonerven aangelegd, net als in veel andere Nederlandse steden. Stelling: de fysiek-ruimtelijke structuur van deze woonerven verbetert de
veiligheid in de wijk.
Geef
- een argument vóór deze stelling;
- een argument tegen deze stelling.

Slide 26 - Open vraag

Gebruik bron 1.
Vanaf het eind van de jaren 70 van de vorige eeuw ging de leefbaarheid in Lelystad achteruit.
Beredeneer dat dit te maken had met de ontwikkeling van Almere.

Slide 27 - Open vraag

Er zijn plannen om een deel van de activiteiten van de luchthaven Schiphol naar het vliegveld in Lelystad te verplaatsen. In de discussie die hierover gevoerd wordt, botsen argumenten uit twee verschillende dimensies met elkaar.
Beredeneer dat in deze discussie argumenten uit twee verschillende dimensies met elkaar botsen.

Slide 28 - Open vraag