4. Welvaart voor iedereen

De industriële samenleving 
van Nederland


4. Welvaart voor iedereen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De industriële samenleving 
van Nederland


4. Welvaart voor iedereen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Sociale kwestie
Welvaart na WOII
Lessonup
Video: Gastarbeiders
Aan de slag/Krant
Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze vraag gaat over de sociale kwestie tijdens de industriële revolutie.

1 De ergste missstanden verdwijnen
2 Door de industrialisatie ontstaat de sociale kwestie.
3 Er komen sociale wetten
4 Vakbonden komen op voor de belangen van werknemers.

Zet bovenstaande vier zinnen in de juiste tijdsvolgorde:

A
4 --> 2 --> 3 --> 1
B
2 --> 4 --> 3 --> 1
C
2 --> 4 --> 1 --> 3
D
2 --> 3 --> 4 --> 1

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de sociale kwestie?
A
De armoede onder boeren in de 19e eeuw.
B
De wet kinderarbeid te verbieden.
C
De slechte levensomstandigheden van arbeiders en besef dat hier een oplossing voor moest komen
D
Wetten waarmee het leven van rijke mensen in de 19e eeuw beter zou moeten worden.

Slide 4 - Quizvraag

Welke vragen passen bij de sociale kwestie?
A
Hoe komen we van de socialisten af?
B
Hoe zorgen we voor minder armoede?
C
Wat is beter: liberalisme of socialisme?
D
Wat te doen tegen besmettelijke ziektes?

Slide 5 - Quizvraag

Wat was geen sociale wet?
A
kinderwetje
B
achturige werkdag
C
leerplicht
D
algemeen kiesrecht

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de aanpassingspolitiek van Colijn?
A
Uitgaven verhogen inkomsten verlagen
B
economie aanpassen aan Nazi-Duitsland
C
Uitgaven aanpassen aan dalende inkomsten
D
Uitkeringen verhogen, inkomsten verlagen

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
  • hoe de wederopbouw van Nederland verliep
  • waarom de industrie groeide en er gastarbeiders naar Nederland kwamen
  • waarom de Nederlandse economie kwetsbaar is

Slide 8 - Tekstslide

Tweede Wereldoorlog
  • 1940
  • Begin jaren goed voor economie, de Duitsers plaatsen orders bij Nederlandse bedrijven
  • Later in de oorlog moeten veel Nederlanders naar Duitsland om te werken (Arbeitseinsatz), ten koste van onze eigen economie

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw van de verzorgingsstaat
  • Om dit voor elkaar te krijgen ontstond het harmoniemodel:
  • Werknemers, werkgevers en de regering werken goed (in harmonie) met elkaar samen.

Slide 10 - Tekstslide

Puinruimen en vooruitkijken
Na WOII stond wederopbouw centraal:
  • Steden waren verwoest, er was woningnood
  • Er kwam een babyboom
  • Fabrieken en wegen moesten herstelt worden. 

Slide 11 - Tekstslide


De Wederopbouw lukt!


  • Afspraken over lonen en prijzen: geleide loonpolitiek. De lonen blijven een paar jaar laag.
  • Harmoniemodel: samenwerken
  • Hulp vanuit VS: Marshallplan wat zorgde voor schaalvergroting


    Slide 12 - Tekstslide

    Het harmoniemodel is een samenwerking tussen
    A
    werkgevers, werknemers en de overheid
    B
    werknemers en werkgevers
    C
    Werkgevers en de overheid
    D
    werknemers en de overheid

    Slide 13 - Quizvraag


    Gastarbeiders

    • Video
    • Door de stijgende welvaart is er in Nederland zoveel werk dat mensen uit andere landen worden gehaald om hier te werken. 

    Slide 14 - Tekstslide

    Slide 15 - Link

    Slide 16 - Tekstslide

    Consumptiemaatschappij
    • Nederland werd door de loonstijging een consumptiemaatschappij.
    • Een maatschappij waar veel dure luxeartikelen werden aangeschaft.
    • Nederland veranderde.

    Slide 17 - Tekstslide

    Minder werk in de industrie
    Twee redenen:
    • Sommige soorten industrie verdwijnen naar andere landen
    • Steeds meer mechanisatie / computergestuurde robots doen het werk.

    Slide 18 - Tekstslide

    Gevolgen voor Nederland en jou
    1. Hoe zal dit zich verder ontwikkelen? 
    2. Welke gevolgen heeft dit voor jou toekomst?
    3. Welke banen bestaan straks niet meer?
     

    Industrieën

    Slide 19 - Tekstslide

    De oliecrisis van 1973
    • In 1973 was de eerste oliecrisis: enkele Arabische landen weigerden toen om olie aan Nederland te leveren. 
      Plotseling bleek hoe kwetsbaar de Nederlandse economie eigenlijk was.  
    • Benzine op de bon, autoloze zondagen.

    Slide 20 - Tekstslide

    Joop den Uyl
    • Joop den Uyl was een socialistische politicus.
      Als minister van Economische Zaken probeerde hij met enorme subsidies een aantal beroepsgroepen die het moeilijk hadden,
    • Toen Den Uyl premier was, brak de eerste oliecrisis uit. ‘Autoloze zondagen’: op zondag mochten auto’s niet gebruikt worden.  

    Slide 21 - Tekstslide

    Aan de slag
    • Nakijken 1.3 (zie nakijkboek studiewijzer)
    • 1.4 Welvaart in Nederland
    • Lezen blz. 51 t/m 55
    • Maken opdracht: 3, 4, 6, 7, 9, 11, 12, 15, 17 
    • Rustig overleggen binnen je groepje.
    • Klaar? Maak opdracht 19 of werk verder met je krant.


    timer
    20:00

    Slide 22 - Tekstslide

    Beantwoord de volgende vragen:
    Lees 'Tweede Wereldoorlog' op p. 33. Beantwoord de volgende vragen 
    schrijf je antwoord op in je schrift/word

    1. Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
    2. Waardoor ging het met de economie in NL goed in de jaren 1940-1941?
    3. Hoe veranderde de situatie na 1941?
    4. Wat is de Arbeitseinsatz? 
    5. Noem twee oorzaken waardoor de economie van NL muurvast liep 
    timer
    10:00

    Slide 23 - Tekstslide

    Herhaling
    • Hoe ging het met de economie tijdens de Eerste Wereldoorlog? 
    • Wat is het distributiestelsel? 
    • Wat is een CAO?
    • Wat was de aanpassingspolitiek van Hendrik Colijn? 

    Slide 24 - Tekstslide

    Slide 25 - Video

    Herhaling + voorbereiden toets

    Slide 26 - Tekstslide

    Slide 27 - Tekstslide

    Programma
    Gezamenlijk vraag
    Oefentoets
    Zelfstandig aan de slag


    Slide 28 - Tekstslide

    1. Leg uit, en verwijs naar de bron, wat volgens jou de mening van de tekenaar is over de behandeling van fabrieksarbeiders
    2. Heeft een socialist of een liberaal deze spotprent gemaakt?

    Slide 29 - Open vraag

    Slide 30 - Tekstslide

    Oefenen
    1. Iedereen maakt de oefentoets. (zie studiewijzer)
    2. Check de leerdoelenlijst in de studiewijzer staat. 
    3. Keuze:
    4. Woordweb, samenvatting, woordkaartjes of kies een manier dat bij jouw manier van leren past.
    5. Oefenen in je boek met de Examentraining. Begint bij blz. 76
    6. Je mag rustig samenwerken of oordopjes in doen.

    timer
    15:00

    Slide 31 - Tekstslide