Unit 4. Par. 5 - grammar (future: to be going to, will and shall) + Writing

Unit 4, par. 5
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Unit 4, par. 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WHAT ARE WE GOING TO DO TODAY?

- Weten we het nog? -  much/ many/ a lot of/ a few/ a little

- New grammar: future - to be going to, will and shall

- Writing exercises 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WETEN WE HET NOG?

Oefenzinnen met much/ many/ a lot of/ a few/ a little op de volgende slides

(weet je de regels niet meer? Pak blz. 153 van je boek erbij)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

There aren't ________ tickets left for the Billie Eilish concert.
A
much
B
a lot of
C
many

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I don't have ________ clothes at home.
A
much
B
a lot of
C
many

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I don't have _______ water left.
A
much
B
a lot of
C
many

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Could you give me ............. bottles of water, please?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

There are _______ people waiting in line.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

New grammar:
 the future - 'to be going to', 'will' & 'shall'

- Op de volgende slide krijg je uitleg over de volgende grammatica:  the future (to be going to, will & shall)

- Dit is een lastig stukje grammatica dus maak hierbij ook aantekeningen!



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


TO BE GOING TO

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je 'to be going to'?
going to - (op 2 manieren)
1.  bij plannen die al gemaakt waren voor het moment van spreken
bijv. I am going to visit John this afternoon
(dit stond al gepland voordat je deze zin uitsprak).

2. als er op het moment van spreken aanwijzingen zijn dat iets in de toekomst gaan gebeuren
bijv. Look at those dark clouds. It's going to rain. 
(de donkere wolken zijn een aanwijzing dat het in de toekomst gaat regenen)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je 'to be going to':
Bevestigende/gewone zinnen

Vorm:
I + am + going to + hele werkwoord
you/we/they + are + going to + hele werkwoord
he/she/it + is + going to + hele werkwoord

Bijv. I am going to visit my grandmother today.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je 'to be going to':
vragen en ontkenningen
am + I + going to + hele werkwoord?
 are you/we/they + going to + hele werkwoord?
 is + he/she/it +  going to + hele werkwoord?
Bijv. Am I going to visit my grandmother today?

I + am not + going to + hele werkwoord
you/we/they + are not + going to + hele werkwoord
he/she/it + is not + going to + hele werkwoord
Bijv. I am not going to visit my grandmother today. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's practice:
 
op de volgende slides komen oefen opdrachten over de uitleg van de vorige dias. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peter .... study History after his exams.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What are you doing next weekend?
I .... celebrate my birthday Saturday night.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oh no, look! My bus is late!
I ...... too late at the airport.
A
am being
B
will be
C
am going to be
D
shall be

Slide 17 - Quizvraag

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.
Maybe I .... go home. Or maybe not. I don't know yet.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Will & Shall

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je 
Will - (op 2 manieren)
1. Als je een beslissing neemt op het moment van spreken
bijv. Do you think John is at home? I think I will call him this afternoon. 
(Je hebt op het moment van spreken besloten om John vanmiddag te gaan bellen)

2. Bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek of voorspelling
 bijv. He will not be on time, he is always late. OF Those boxes look heavy, I will help you carry them. 
(Zin 1: je voorsptelt dat hij niet optijd komt. Zin 2: je biedt aan om de dozen te dragen)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je
Shall

In vragen kun je will OF shall gebruiken:
- Shall gebruik je alleen met I en we. 
- Shall wordt vooral gebruikt om te vragen naar een mening, bij voorstellen en om iets aan te bieden. 
bijv.  Shall we go out or stay in?  - (je vraagt naar een mening)
Shall we go shopping this weekend?  - (je doet een voorstel)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Will & Shall,
Hoe maak je die & wanneer gebruik je die?





-Gewone/bevestigende zin: Will + hele ww               (it will be dark soon)
-ontkennende zin: will not (won't) + hele ww            (it will not be dark soon)
-vraagzin: will + ... + hele ww                                             (will it be dark soon?)
-vraagzin (alleen bij een aanbod of voorstel!) : shall + hele ww 
                                                                                                        (shall I help you with this?)
Regel
Voorbeeldzin
1. om te vertellen dat iets in de toekomst gaat gebeuren
1. It will be dark soon
2. Om aan te geven dat iets spontaan besloten wordt zonder dat het gepland is
2. I will help you in a minute. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My plane ___ (arrive) at 10pm tomorrow evening.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I ___ (not start) school tomorrow. I still have one week of vacation.
(helemaal uitschrijven!!)

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

___ they ___ (move) next week or the week after?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

___ I ___ (help) you with moving the boxes?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Well done!

Up next: oefenen met opdrachten uit de online methode.
Unit 4, par. 5
Exercise 3, 4, 5, 6, 7 



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
- Leren: 
words, p. 167, 168, 169, 170
grammar, p. 168 (tag questions), 171 (a lot of/many/much etc.)
expressions, p. 169

- Maken par. 5 opdr. 1 t/m 12

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies