Les 25 - Hoe herken je verschillende soorten inleidingen?

Soorten inleidingen
Leesvaardigheid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Soorten inleidingen
Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Terugblik
Lesdoelen
Wat weet je nog?
Uitleg
Opdrachten
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd wat alineaverbanden zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat voor soort inleidingen je kunt tegenkomen in teksten.
  • Je kunt herkennen wat voor soort inleiding een tekst heeft.
  • Je kunt uitleggen waaraan je ziet wat voor soort inleiding een tekst heeft.
  • Je kunt uit het soort inleiding afleiden wat je kunt verwachten in de rest van de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog/al over inleidingen?

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
Met een inleiding wil de schrijver je nieuwsgierig maken zodat je ook de rest van de tekst gaat lezen.

Inleidingen hebben niet altijd dezelfde vorm. Er zijn verschillende soorten inleidingen.

Slide 6 - Tekstslide

Reden
De schrijver legt in de inleiding uit waarom hij de tekst heeft geschreven.
Als leerling wil ik graag mijn ervaring delen over hoe belangrijk het is om een hobby te hebben. Toen ik voor het eerst naar de middelbare school ging, had ik moeite om vrienden te maken en voelde ik me vaak alleen. Maar alles veranderde toen ik begon met voetbal.

Slide 7 - Tekstslide

Opbouw
De schrijver geeft aan welke informatie er in de rest van de tekst nog komt.
Het is vrijdagmiddag, het weekend staat voor de deur en je hebt geen idee wat je gaat doen. Geen zorgen! In deze tekst geef ik je eerst tips om je huiswerk snel af te krijgen, daarna vertel ik je over leuke activiteiten voor in het weekend. Dus lees snel verder!

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijkste informatie
Bij nieuwsartikelen zet de schrijver de belangrijkste informatie in de inleiding.
Een boom heeft vanochtend voor flinke verkeersproblemen gezorgd in de binnenstad. Een boom viel om en kwam midden op de weg terecht. Het verkeer stond hierdoor een uur vast, maar inmiddels is de weg weer vrijgegeven, aldus de politie.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
De schrijver probeert de lezer nieuwsgierig te maken door een situatie te beschrijven.
Je wekker gaat, maar je drukt nog even op de snooze-knop. Een kwartier later ben je in paniek, want je bent te laat! Stress schiet door je heen, je pakt snel je spullen en rent naar school.

Slide 10 - Tekstslide

Mening
De schrijver geeft zijn mening over een onderwerp. In de rest van de tekst legt hij uit waarom hij die mening heeft.
Veel mensen vinden dat huiswerk niet meer van deze tijd is, maar ik ben het daar niet mee eens. Volgens mij helpt huiswerk je om beter te worden in de vakken die je lastig vindt.

Slide 11 - Tekstslide

Combinatie
Je komt ook inleidingen tegen met verschillende combinaties. Bijvoorbeeld het geven van een mening aan de hand van een voorbeeld.
Je komt thuis van school, gooit je tas in de hoek en ploft op de bank. Je hebt nergens zin in, behalve misschien even scrollen op je telefoon. Maar wacht eens, is dat wel zo verstandig? In deze tekst leg ik uit waarom ik vind dat minder schermtijd goed voor je is en geef ik tips om die gewoonte te doorbreken.

Slide 12 - Tekstslide

Welke soorten inleidingen kom je tegen?
  • Reden - De schrijver legt in de inleiding uit waarom hij de tekst heeft geschreven.
  • Opbouw - De schrijver geeft aan welke informatie er in de rest van de tekst nog komt.
  • Belangrijkste informatie - Bij nieuwsartikelen zet de schrijver de belangrijkste informatie in de inleiding.
  • Voorbeeld - De schrijver probeert de lezer nieuws- gierig te maken door een situatie te beschrijven.
  • Mening - De schrijver geeft zijn mening over een onderwerp. In de rest van de tekst legt hij uit waarom hij die mening heeft.
  • Combinatie - Je komt ook inleidingen tegen met verschillende combinaties. Bijvoorbeeld het geven van een mening aan de hand van een voorbeeld.

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: Je maakt les 25. Maak opdracht 1 t/m 9.

Hoe: Je maakt de opdrachten in je schrift. Je mag zachtjes overleggen.

Tijd: Je hebt tot het einde van de les.

Klaar: - Nakijken
            - NUMO
            - Lezen

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Tekstslide