Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H1 Spelling: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
Welk leesteken hoort er achter de zin?
Vind jij leestekens moeilijk
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets
1 / 13
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welk leesteken hoort er achter de zin?
Vind jij leestekens moeilijk
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets
Slide 1 - Quizvraag
Kloppen de hoofdletters in deze zin?
'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quizvraag
De plaatsnaam zet je in
A
kleine letters
B
hoofdletters
C
alleen eerste letter hoofdletter
Slide 3 - Quizvraag
Hoe schrijf je de naam van de maand?
A
Eerste letter met een hoofdletter
B
Helemaal in kleine letters
C
Eerste en laatste letter met een hoofdletter
D
Helemaal in hoofdletters
Slide 4 - Quizvraag
In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?
A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.
Slide 5 - Quizvraag
Waar staan de leestekens goed?
A
Hallo pap, je bent op vakantie hoor.
B
Hallo pap, je bent op vakantie hoor
C
Hallo pap: je bent op vakantie hoor.
D
Hallo pap je bent op vakantie hoor
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer gebruik je nog meer hoofdletters?
- Start de zin met een hoofdletter;
- In namen (alle namen, mensen, bedrijven, landen, plaatsen e.d. (Aardrijkskundige namen));
-
Woorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen).
Spelling:
Slide 7 - Tekstslide
Let op:
- tussenvoegsels (zoals: de , van, van de) schrijf je zonder hoofdletter als voornaam of voorletter ervoor staat.
Ans van der Meer, mevrouw A. van der Meer- de Graaf
mevrouw Van der Meer - de Graaf
-
Geen
hoofdletter bij namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken.
Slide 8 - Tekstslide
Leestekens:
- Punt, Vraagteken, Uitroepteken, Komma
Komma:
- tussen twee persoonsvormen
- voor verbindingswoorden (daardoor, omdat, want.....)
- Na een uitroep. 'Hé, dat is mijn chocoladetaart!'
Meestal
Geen
komma voor
en
en
of
Spelling:
Slide 9 - Tekstslide
Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw De Boer
B
mevrouw De Boer
C
mevrouw De Boer
D
mevrouw de boer
Slide 10 - Quizvraag
Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw j. De Boer
B
mevrouw J. De Boer
C
mevrouw j. De Boer
D
mevrouw J. de Boer
Slide 11 - Quizvraag
Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
in het Noordoosten
B
in het noordoosten
C
in het NoordOosten
D
in het noordOosten
Slide 12 - Quizvraag
Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Zuid-Limburg
B
zuid-Limburg
C
zuid-limburg
D
Zuid Limburg
Slide 13 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
H1 Spelling: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
September 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H1 Spelling: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
September 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling H1
September 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling H1
September 2021
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling H1
8 dagen geleden
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 5 - Formuleren en spelling
Augustus 2022
- Les met
19 slides
NN6 - hv1 - spelling h1 (2)
Oktober 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
NN6 - hv1 - spelling h1
Oktober 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1