H3L8 - 1VMA - Dinsdag 27 februari - 3.7 Grammatica - onderwerp

Welkom 1VMA : )

Planning van dit uur
  • Inleveren profielopdracht (niet bij je? uiterlijk donderdag)
  • Uitleg onderwerp
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 10 + 12 t/m 14 van 3.7 Grammatica

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat het werkwoordelijk gezegde is;
  • heb je herhaald hoe je het werkwoordelijk gezegde van een zin kunt aanwijzen;
  • heb je geleerd wat het onderwerp is;
  • heb je geleerd hoe je het onderwerp in de zin kunt aanwijzen.


Toetsen en opdrachten die eraan komen
  • Boekopdracht 2: profiel (vandaag)
  • SO Lezen hoofdstuk 1.3, 2.3 en 3.3
    (donderdag 7 maart)
timer
10:00
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 1VMA : )

Planning van dit uur
  • Inleveren profielopdracht (niet bij je? uiterlijk donderdag)
  • Uitleg onderwerp
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 10 + 12 t/m 14 van 3.7 Grammatica

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat het werkwoordelijk gezegde is;
  • heb je herhaald hoe je het werkwoordelijk gezegde van een zin kunt aanwijzen;
  • heb je geleerd wat het onderwerp is;
  • heb je geleerd hoe je het onderwerp in de zin kunt aanwijzen.


Toetsen en opdrachten die eraan komen
  • Boekopdracht 2: profiel (vandaag)
  • SO Lezen hoofdstuk 1.3, 2.3 en 3.3
    (donderdag 7 maart)
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Creatief schrijven opdracht verhaal
Start met: 'Ik liep zaterdagochtend het strand op en zag gelijk wat het probleem was...' 

Voeg de volgende woorden toe: 
  • Afgunstig
  • Beangstigend
  • Ervaren
  • Weigeren
Gelukkig zag ik daar een bekende komen aanlopen. Hij zou wel kunnen helpen, toch? 
  • Negeren
  • Zodra

  • Glunderen
  • Hoewel
  • Gevleid
  • Spontaan

Eindig je verhaal met: 
Het belangrijkste wat ik vandaag heb geleerd, is... 
Werkwoordelijk gezegde
- Alle werkwoorden in de zin
Hij heeft vandaag zitten slapen.
- Een deel van het splitsbaar werkwoord
Hij eet zijn broodje op.
- Het woordje 'te' 
Marien zit vaak te gamen.
- De woorden 'aan het'
Ook Roy is wel eens aan het gamen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp in deze zin:

De leerlingen vertelden het grapje aan de leraar.
A
De leerlingen
B
Het grapje
C
De leraar

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp in deze zin:

Gisteren vertelden de leerlingen het grapje aan de leraar.
A
Gisteren
B
de leerlingen
C
het grapje
D
de leraar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier vind jij het onderwerp in de zin?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je het onderwerp in de zin?
  1. Stel de vraag: wie/wat + wg? Het antwoord is het onderwerp.                                                         
  2. Verander de pv van getal (enkelvoud naar meervoud of andersom). Het zinsdeel dat mee moet veranderen, is het onderwerp. Dit heet de onderwerpproef

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manier 1: wie/wat + wg?

Vul het werkwoordelijk gezegde (wg) in bij deze vraag: 
wie of wat + wg
Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Gisteren wilde mijn vader cola drinken. 
Wg: wilde drinken
Vraag: wie of wat + wg ?
Vraag: wie of wat + wilde drinken ?
Vraag: wat wilde drinken ? / wie wilde drinken ?
Antwoord: mijn vader
Mijn vader = onderwerp

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daarom hield ik de ladder stevig vast.

Wat is het onderwerp van deze zin? Schrijf alle stappen op die je hebt genomen om tot het antwoord te komen.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Manier 2: onderwerpproef

  1. Zoek de pv
  2. Verander de pv van getal (dat betekent: van enkelvoud naar meervoud of andersom)
  3. Het zinsdeel dat mee moet veranderen, is het onderwerp

Gisteren wilde Hans nog een nieuwe laptop kopen. 
Gisteren wilden Hans en ik nog een nieuwe laptop kopen. 
Het woord 'Hans' moet veranderen, dus dat is het onderwerp.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het boek had ik gisteren al gekregen.

Wat is het onderwerp van deze zin? Gebruik de onderwerpproef om tot je antwoord te komen.

Stap 1. zoek de pv
Stap 2. Verander de pv van getal (enkelvoud naar meervoud of andersom)
Stap 3. Kijk welk zinsdeel mee moet veranderen

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoord
  • doe-of-zijn-woord
  • zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt
  • je kan het vervoegen: veranderen zodat het past bij degene die het doet

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zin ontleden
o 
Ikheb | een taart | gegeten. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordelijk gezegde
 o   wg                        wg                         
Ik | heb | een taart | gegeten. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen: werkwoordelijk gezegde
Gelukkig willen de buurjongens het gras maaien.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen: werkwoordelijk gezegde
Gelukkig willen de buurjongens het gras maaien.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen: werkwoordelijk gezegde
Gelukkig willen de buurjongens het gras maaien.
Tot vorig jaar wilden ze daar nog niets van weten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen: werkwoordelijk gezegde
Gelukkig willen de buurjongens het gras maaien.
Tot vorig jaar wilden ze daar nog niets van weten.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen: werkwoordelijk gezegde
Gelukkig willen de buurjongens het gras maaien.
Tot vorig jaar wilden ze daar nog niets van weten.
Oranjesupporters juichten de nieuwe helden toe vanuit cafés. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen: werkwoordelijk gezegde
Gelukkig willen de buurjongens het gras maaien.
Tot vorig jaar wilden ze daar nog niets van weten.
Oranjesupporters juichten de nieuwe helden toe vanuit cafés. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Splitsbaar werkwoord: toejuichen
toe + juichen

Oranjesupporters juichten de nieuwe helden toe vanuit cafés. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen: werkwoordelijk gezegde
Gelukkig willen de buurjongens het gras maaien.
Tot vorig jaar wilden ze daar nog niets van weten.
Oranjesupporters juichten de nieuwe helden toe vanuit cafés. 
Hij ligt de hele dag op bed Netflix te kijken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen: werkwoordelijk gezegde
Gelukkig willen de buurjongens het gras maaien.
Tot vorig jaar wilden ze daar nog niets van weten.
Oranjesupporters juichten de nieuwe helden toe vanuit cafés. 
Hij ligt de hele dag op bed Netflix te kijken.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordelijk gezegde
- Alle werkwoorden in de zin
Hij heeft vandaag zitten slapen.
- Een deel van het splitsbaar werkwoord
Hij eet zijn broodje op.
- Het woordje 'te' 
Marien zit vaak te gamen.
- De woorden 'aan het'
Ook Roy is wel eens aan het gamen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SO Lezen H1 t/m H3
  • Hoofdstuk 1 en 2 (titels, tussenkopjes, onderwerp, feiten, meningen, opsomming, verkennend en nauwkeurig lezen)
  • Hoofdstuk 3 (start vandaag) 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stillezen of werken aan profiel
Wat
Lees in stilte in je leesboek of werk aan de profielopdracht
Hoe
Individueel 
Hulp
Geen
Tijd
30 minuten
Uitkomst
Over dit boek ga jij jouw boekverslag maken
timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 7 t/m 10 van 3.1 Fictie)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Docent
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug in boekopdrachten
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alinea
  • Een lange tekst bestaat uit kortere stukjes tekst

  • Die kortere stukjes heten: alinea's 

  • Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel

  • De eerste regel springt soms in

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

}
Tekst
Alinea

Alinea

Alinea

Alinea

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

}
Tekst
Alinea

Alinea

Alinea

Alinea
Kernzin

Toelichting

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernzin
  • Belangrijkste zin van een alinea
  • De andere zinnen van de alinea zijn een toelichting (uitleg, cijfers of voorbeeld) bij de kernzin 
  • Vaak de eerste zin, soms ook de laatste zin

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is in deze alinea de kernzin? 
'Freerunnen is een sport waarbij je rent, springt, klimt, hangt en veel coole tricks doet. Freerunnen is ontstaan in Parijs tussen 1980 en 1990. Een groep jongeren woonde in de stad waar niet zoveel ruimte was om te bewegen. Ze bedachten manieren om zo snel en sierlijk mogelijk van A naar B komen. Dat was het begin van het freerunnen zoals we dat nu kennen.'


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Maak in je boek opdracht 2 en 4 t/m 9 (3.3 Lezen) 
Hoe
Eerst vijf minuten individueel, in stilte - als dat goed gaat: rustig overleggen
Hulp
Docent
Tijd
Vijftien minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de SO van Lezen H1 + H2 + H3
Klaar
Start met het maken van een samenvatting van 1.3, 2.3 en 3.3 (in Word, op je computer)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting van de les
Jij
  • kunt alinea's herkennen;
  • kunt kernzinnen in een alinea aanwijzen. 

Huiswerk
Maak in je boek opdracht 2 en 4 t/m 9 (3.3 Lezen) 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies