testjes en zo

Maak een correcte samenstelling.
Zon + bril
A
zonnenbril
B
zonbril
C
zonnebril
D
zonsbril
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maak een correcte samenstelling.
Zon + bril
A
zonnenbril
B
zonbril
C
zonnebril
D
zonsbril

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Vragen over de weektaak
  • Herhalen tijden van het werkwoord
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
1.9 opdracht 7 en 8. => leestekens: dubbele punt/puntkomma
2.9 opdracht 7, 8 en 10-2. => hoofdletters
3.9 opdracht 7 en 8. => tussenletters
4.9 opdracht 7, 8 en 10-2. => trema/apostrof/accent
5.9 opdracht 7, 8, 9, 10, 11 en 12-2.
=> weglatingsstreepje/koppelteken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijden van het werkwoord (p. 62)
Plaats 1
Plaats 2
Plaats 3
Plaats 4

o.t.t.t. betekent: 
o.v.-.t. betekent: 
onvoltooid/voltooid
tegenwoordig/verleden
toekomend/ niet
tijd
o = inf. v = vd
pv => tt of vt
vorm van zullen
-

Slide 4 - Tekstslide

Mijn broer had gevoetbald.

Mijn zus zal toch niet de film hebben gemist?
Maak een zin in o.t.t.t. met vertrekken & lezen

o => onvoltooid, dus geen voltooid deelwoord, maar infinitief
t => persoonsvorm staat in tegenwoordige tijd
t => toekomende tijd dus vorm van zullen

Ik zal vertrekken.                  Ik zal lezen.
Zij zullen vertrekken.            Zij zullen lezen.

o.v.t.t.
zal => zou
zullen => zouden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin in v.v.t.t. met vertrekken & lezen

o => voltooid, dus voltooid deelwoord plus hww: zijn/hebben
v => persoonsvorm staat in verleden tijd
t => toekomende tijd dus vorm van zullen

Ik zou vertrokken zijn.                   Ik zou gelezen hebben.
Zij zouden vertrokken zijn.            Zij zouden gelezen hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkmoment = weektaak
Bereid je voor op de toets door:
  • Test Jezelf 1.8
  • Test Jezelf 2.8
  • Test Jezelf 3.8
  • Versterk jezelf in de methode
  • oefenen op Cambiumned.nl 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij-toets 30 minuten
Les 10

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkmoment = weektaak
Bereid je voor op de toets door:
  • Test Jezelf 1.8
  • Test Jezelf 2.8
  • Test Jezelf 3.8
  • Versterk jezelf in de methode
  • oefenen op Cambiumned.nl 
Of lees in je leesboek
voor de fictietaak

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij-toets 60 minuten
Les 11

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkmoment = weektaak
Bereid je voor op de toets door:
  • Test Jezelf 1.8
  • Test Jezelf 2.8
  • Test Jezelf 3.8
  • Versterk jezelf in de methode
  • oefenen op Cambiumned.nl 
Of lees in je leesboek
voor de fictietaak

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Hoe ver ben je met de weektaak?

Leren voor de toets op woensdag 18 oktober. 


Neem materiaal mee voor het maken van de mindmap!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies