Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Over gedichten 2HN
Over gedichten
Curus fictie paragraaf 5
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Over gedichten
Curus fictie paragraaf 5
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de les kan je......
Beeldspraak herkennen in gedichten herkennen en uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een figuurlijke betekenis?
A
Een betekenis die direct overeenkomt met de letterlijke betekenis van een woord of uitdrukking.
B
Een betekenis die uitsluitend in gedichten of literatuur wordt gebruikt.
C
Een betekenis die niet letterlijk is, maar symbolisch.
D
Een betekenis die altijd voorkomt in spreekwoorden of gezegden.
Slide 3 - Quizvraag
Letterlijk & figuurlijk
Letterlijk taalgebruik: De woorden zeggen precies wat ze bedoelen.
Bijvoorbeeld: De zon schijt vandaag.
Figuurlijk taalgebruik: De woorden worden gebruikt om iets op een beeldende manier uit te leggen.
Bijvoorbeeld: De zon lacht naar me.
Slide 4 - Tekstslide
Beeldspraak
In veel gedichten komt beeldspraak voor.
De woorden in het gedicht worden dan figuurlijk gebruikt.
Verschillende vormen van beeldspraak zijn bijvoorbeeld:
Vergelijkingen, personificaties, uitdrukkingen.
Slide 5 - Tekstslide
Vergelijking
De dichter vergelijkt iets of iemand met iets of iemand anders.
Bijvoorbeeld:
Simon is zo sterk als een beer.
Zijn ogen waren als twee glinsterende sterren.
Ze zong als een engeltje.
Slide 6 - Tekstslide
Personificatie
De dichter geeft iets wat niet menselijk is een menselijke eigenschap.
Bijvoorbeeld:
De klok tikt nerveus.
De bloemen dansten in de wind.
De wind huilde om het huis.
Slide 7 - Tekstslide
Uitdrukkingen
Veel uitdrukkingen zijn ook beeldspraak.
Bijvoorbeeld:
De kat uit de boom kijken.
Twee vliegen in een klap.
Een oogje in het zeil houden.
Slide 8 - Tekstslide
Zwanen
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Vind je dat de dichter anders naar zwanen kijkt dan jij? Ja / Nee, want ….
Slide 11 - Open vraag
5 minuten zelf aan de slag met de vragen van opdracht 1. Daarna nabespreken.
Slide 12 - Tekstslide
Ga de tijd die we nog over hebben aan de slag met het afmaken van paragraaf 5.
Je mag overleggen!
Slide 13 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Gedichten § 5
26 dagen geleden
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Fictie en Poézie les 4: beeldspraak
November 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 3: Poëzie en beeldspraak
November 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
week 3, uitdrukkingen, letterlijk, figuurlijk, beeldspraak, rijmschema's, gedichten
November 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1
Fictie en Poézie les 3: beeldspraak
Augustus 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Fictie en Poézie les 4: beeldspraak
Oktober 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Fictie en Poézie les 4: beeldspraak
Oktober 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
BE1 5.1 Fictie en 5.2 Gedicht: Beeldspraak
April 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1