9.2 Sociale ongelijkheid

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

9.2 Sociale ongelijkheid

Leerdoelen:

1. Je weet welke verschillen in kenmerken kunnen leiden tot sociale ongelijkheid
2. Je kan 4 gevolgen van die verschillen noemen.
3. Je kent de omschrijving van sociale ongelijkheid

Pak je boek erbij en bekijk 9.1

Uitleg:

Voor deze lessonup heb je ongeveer 1 uur nodig (het is een lang en lastig hoofdstuk!)

Neem hiervoor dus even de tijd.

SOCIALE ONGELIJKHEID IS EEN HEEL BELANGRIJK CONCEPT WAT HEEL VAAK VOORKOMT!!! LEER HET GOED!

Oefen nog een keer met de omschrijving van sociale ongelijkheid.

in al dan niet aangeboren kenmerken

een situatie waarin

consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie

verschillen tussen mensen

en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse

en hooggewaardeerde zaken

van waardering en behandeling

Met wie wil je dit hoofdstuk behandelen?

1. Alleen
2. In een groepje van 3 (online les: zet in chat -> breakout room)

Hoe wil jij dit hoofdstuk verwerken?

1. A.d.h.v. het beantwoorden van theorie vragen
2. Door een samenvatting te maken
3. Door een begrippenlijst/flashcards te maken
4. Iets anders, nl.... (zet dit in de Teams chat)

Je kan eerst hoofdstuk 1 lezen, of je kan de vragen en leerdoelen opzoeken in de tekst. Wat kies jij?

1. Eerst lezen
2. Opzoeken

Vragen over de theorie

Maak opdracht 4 en 5 uit je werkboek (p. 149).

Lever een screenshot of foto van je gemaakte werk in op de slide verderop!

Samenvatting

Tips:

- Schrijf de samenvatting op papier (=sneller & beter dan op computer!)

- Werk per 'tussenkopje'.

- Klik op de afbeelding hierboven voor een stappenplan en meer tips.

- Wil je hulp met samenvatten? Maak een afspraak in KWT!

Lever een foto of screenshot in op de slide verderop!

Maak een begrippenlijst/flashcards

Maak een begrippenlijst/flashcards van alle dikgedrukte begrippen uit hs 9.2. Geef van elk begrip een duidelijke omschrijving en bedenk er een voorbeeld bij. 

Gebruik je boek en/of het internet. 

Anders, namelijk:

Heb je zelf een leuk idee (na het lezen van het hoofdstuk) over hoe je de theorie kan verwerken?

Zet het in de chat en begin meteen (alles mag namelijk)!

Paar ideeën: interview jezelf/iemand, schrijf een betoog, zoek krantenartikelen bij elk tussenkopje, kijk een documentaire over het onderwerp (en geef een korte samenvatting).

Upload hier je gemaakte opdracht bij dit hoofdstuk (screenshot).

Upload hier je gemaakte opdracht bij dit hoofdstuk (als je meerdere foto's hebt)

Afsluitende vragen

Na je zelfgekozen verwerkingsopdracht beantwoord je een aantal inhoudelijke, afsluitende vragen.

Daarna volgen een paar vragen waarin je reflecteert op je gemaakte keuzes. Denk alvast na of je het volgende hoofdstuk hetzelfde aanpakt of juist niet (en waarom)

9.2 sociale ongelijkheid

Leerdoelen:

1. Je weet welke verschillen in kenmerken kunnen leiden tot sociale ongelijkheid
2. Je kan 4 gevolgen van die verschillen noemen.
3. Je kent de omschrijving van sociale ongelijkheid

Pak je boek erbij en bekijk 9.1

In hoeverre heb jij de leerdoelen behaald?

010

Een kind van twee ouders die in de bijstand zitten haalt een hbo-diploma en krijgt een baan aangeboden.

1. Stijging, positietoewijzing
2. Stijging, positieverwerving
3. Daling, positietoewijzing
4. Daling, positieverwerving

In een streng-islamitische samenleving wordt een jongeman christen waardoor hij thuis niet meer welkom is en zijn baan verliest

1. Stijging, positietoewijzing
2. Stijging, positieverwerving
3. Daling, positietoewijzing
4. Daling, positieverwerving

Een militair haalt een diploma en wordt daardoor bevorderd. Ze gaat daardoor meer verdienen.

1. Stijging, positietoewijzing
2. Stijging, positieverwerving
3. Daling, positietoewijzing
4. Daling, positieverwerving

Toen haar opa overleed kreeg het meisje geld en bezittingen omdat dit was vastgelegd in haar opa's testament

1. Stijging, positietoewijzing
2. Stijging, positieverwerving
3. Daling, positietoewijzing
4. Daling, positieverwerving

Een rijke zakenman emigreert vanuit Polen naar Nederland maar blijkt hier minder sociale statur te hebben dan hij in Polen had

1. Stijging, positietoewijzing
2. Stijging, positieverwerving
3. Daling, positietoewijzing
4. Daling, positieverwerving

Een moeder die stopt met werken worddt door werkende moeders al snel gezien als 'soft' omdat ze werken en zorgen voor de kinderen blijkbaar niet kan combineren

1. Stijging, positietoewijzing
2. Stijging, positieverwerving
3. Daling, positietoewijzing
4. Daling, positieverwerving