8-6 H11

Wat gaan we doen vandaag?
Opgave 21 H10 bespreken.
Opgave 24 maken in de les.
Terugblikken op H10

Starten met H11 

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
Opgave 21 H10 bespreken.
Opgave 24 maken in de les.
Terugblikken op H10

Starten met H11 

Slide 1 - Tekstslide

H 10
opgave 21 bespreken
opgave 24 maken

Slide 2 - Tekstslide

H 10 terugblik
- hoe is de balans opgebouwd?
- ondernemingsvormen -> jullie eigen presentatie en overzicht                                                             economielokaal.
- berekening eigen vermogen eenmanszaak
- berekening eigen vermogen VOF (zelfgemaakte opdracht)
   en de balans na winstverdeling
- berekening eigen vermogen bij een NV en BV
   en de winstverdeling
- vergeet de kennisvragen niet.

Slide 3 - Tekstslide

waarom heeft een onderneming vermogen nodig?

Slide 4 - Open vraag

geef eens voorbeelden van vreemd vermogen

Slide 5 - Open vraag

H 11 vreemd vermogen
Wat bedoelen ze met de zin:
Hoe groter het eigen vermogen, des te gemakkelijker is het om vreemd vermogen aan te trekken?

Slide 6 - Tekstslide

vreemd vermogen lang
  • hypotheek
  • achtergestelde lening
  • onderhandse lening 

Slide 7 - Tekstslide

vreemd vermogen kort
  • leverancierskrediet
  • afnemerskrediet
  • bankkrediet
  • rekening courant krediet
  • persoonlijke lening 

Slide 8 - Tekstslide

aan de slag
maken kennisvragen 1 t/m 13

opdracht 1 en 2 toepassingsopdrachten

Slide 9 - Tekstslide

bijzondere vorm van vreemd vermogen lang
de obligatielening
Als een bedrijf (of een land) extra geld nodig heeft dan kan het dit bedrag als lening vragen bij 1 organisatie of 1 persoon. Het bedrijf kan er ook voor kiezen om de lening in stukjes te knippen om zo via meerdere organisaties en/of personen aan het bedrag te komen. Als het bedrijf de lening in stukjes knipt dan spreken we van een obligatielening. Zo’n stukje noemen we dan: een obligatie. Als je zo’n stukje van een lening koopt dan word je obligatiehouder en schuldeiser. Als bewijs van jouw uitgeleende geld aan het bedrijf krijg je een officieel papiertje mee, ofwel: de obligatie. Vroeger was dit op papier maar tegenwoordig is dit digitaal. Een obligatie bewijst dus dat het bedrijf een schuld heeft aan jou. Dat maakt jou dus mede-schuldeiser van het bedrijf. Het is dus een schuldbewijs.

Slide 10 - Tekstslide

aandelen
obligatie
rente
dividend
eigenaar
schuld-eiser

Slide 11 - Sleepvraag