Proefwerk Unidad 7 + 8 (en herhaling)

¡Hola!
Via deze LessonUp kan je zelfstandig oefenen voor het proefwerk van Unidad 7 + 8 (en herhaling).

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo t, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

¡Hola!
Via deze LessonUp kan je zelfstandig oefenen voor het proefwerk van Unidad 7 + 8 (en herhaling).

Slide 1 - Tekstslide

Het vervoegen van de werkwoorden
Vervoeg het werkwoord op de juiste wijze. 

Denk aan eventuele klinkerwisselingen en onregelmatigheden

Slide 2 - Tekstslide

1. Yo _______ (tener) muchos amigos españoles.

Slide 3 - Open vraag

2. Mis padres ______ (jugar) al hockey.

Slide 4 - Open vraag

3. Mis amigos y yo ____ (volver) a casa a las dos de la tarde.

Slide 5 - Open vraag

4. Mi profesora _______ (llegar) a la clase demasiado tarde.

Slide 6 - Open vraag

5. Vosotros ______ (desayunar) café con leche.

Slide 7 - Open vraag

Dagelijkse routine
Vertaal de onderstaande zinnen naar het Spaans. Noteer daarvoor nu OOK het persoonlijk voornaamwoord bij (yo, tú, él etc.). Dit omdat LessonUp maar één antwoord goedkeurt. 

Slide 8 - Tekstslide

1. Mijn moeder (Mi madre) kleedt zich aan om 10 uur.

Slide 9 - Open vraag

2. Wij nemen een bad/baden ons om kwart over drie in de middag.

Slide 10 - Open vraag

3. Ik ga naar bed/ga slapen om tien voor twaalf in de avond.

Slide 11 - Open vraag

4. Jullie douchen je om half 5.

Slide 12 - Open vraag

Werkwoorden met voorzetsel
Gebruik hiervoor de aantekening "werkwoorden met voorzetsel". Deze staat in je schrift. 

Slide 13 - Tekstslide

Yo siempre salgo (1)__ casa a las nueve de la mañana. Después voy (2)__ la biblioteca para estudiar. (3)____ la tarde voy al centro (4)______ mis amigos. Pasamos la noche en el parque. Cuando estamos en el parque, nuestros familiares también vienen (5)_____l parque. (6)_____ las siete volvemos (7)______ casa.

Antwoord op de volgende manier (voorbeeld):
a, con, por, a, de, a

Slide 14 - Open vraag

Doler en gustar
Je ziet dadelijk een aantal afbeeldingen. Op iedere afbeelding is te zien waar iemand pijn aan heeft of wat diegene leuk vindt. 
Maak vervolgens volledige zinnen in het Spaans, waarin je deze informatie vermeldt.

Noteer voor nu ook het persoonlijk voornaamwoord (a mí, a ti, a él etc.) erbij. LessonUp rekent maar één antwoord goed. Op de toets mag je kiezen.  

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
ella - doler
A ella le duele el estómago. 

Slide 16 - Tekstslide

vosotros - doler
de knie

Slide 17 - Open vraag

a ti - doler

Slide 18 - Open vraag

nosotros - gustar

Slide 19 - Open vraag

Muy, mucho, mucho/a(s)
Welk woord hoort op de open plek? Noteer deze!

Slide 20 - Tekstslide

1. Mi hermana come _____ verduras.

Slide 21 - Open vraag

2. Esta mesa es ______ grande.

Slide 22 - Open vraag

3. Nosotros leemos _____ libros.

Slide 23 - Open vraag

4. Hago _____ deporte (sport).

Slide 24 - Open vraag

Vocabulaire 
Vertaal de woorden tussen haakjes naar het Spaans.

Slide 25 - Tekstslide

1. Las cebras tienen cuatro ____ (poten).

Slide 26 - Open vraag

2. Mis hijos son muy ______ (jong).
In meervoud schrijf je de o zo: ó

Slide 27 - Open vraag

3. Este caballo tiene _____ (de ogen) muy grandes.

Slide 28 - Open vraag

4. Mis hermanos son ____ (donker/bruin).

Slide 29 - Open vraag