opdracht 1: hoofdletters en der/die/das

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Doel: 

• Ik weet wanneer ik een hoofdletter schrijf.
• Ik weet wat der/die das betekent

In het Duits schrijf ik de volgende woorden met een hoofdletter.

• begin van een zin
• namen/plaatsen/landen
• zelfstandige naamwoorden

(woorden waar je de/het/een     voor kunt zetten)

Schrijf de tekst van de dia over in je schrift

Wel of geen hoofdletter?

1. Deutschland
2. deutschland

Wel of geen hoofdletter?

1. Ich heiße Peter.
2. ich heiße peter.

Wel of geen hoofdletter?

1. der junge
2. der Junge

Wel of geen hoofdletter?

1. heißen
2. Heißen

Wel of geen hoofdletter?

1. Max
2. max

Wel of geen hoofdletter?

1. die mutter
2. die Mutter

Wel of geen hoofdletter?

1. das sofa
2. das Sofa

Wel of geen hoofdletter?

1. fenster
2. Fenster

Wel of geen hoofdletter?

1. bett
2. Bett

Wel of geen hoofdletter?

1. wohnen
2. Wohnen

Wel of geen hoofdletter?

1. Wagen
2. wagen

Wel of geen hoofdletter?

1. Hund
2. hund

Wel of geen hoofdletter?

1. grün
2. Grün

Wel of geen hoofdletter?

1. Schlafzimmer
2. schlafzimmer

Wel of geen hoofdletter?

1. ein
2. Ein

Wel of geen hoofdletter?

1. geboren
2. Geboren

Wel of geen hoofdletter?

1. Schule
2. schule

Wat krijgt in deze zin een hoofdletter?'
meine großeltern wohnen in rotterdam'.

1. meine, großeltern, wohnen
2. meine, großeltern, rotterdam
3. meine, rotterdam
4. meine

Welke woorden schrijf je in het Duits met een Hoofdletter?

1. werkwoorden
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. zelfstandige naamwoorden
4. bijwoorden

In welke gevallen gebruik je een hoofdletter in het Duits? Kies het beste antwoord

1. begin zin
2. begin zin, zelfstandig naamwoord
3. begin zin, zelfstandig naamwoord,alle namen
4. zelfstandig naamwoord

extra oefenen

Open de volgende dia ;

Ga nu online oefenen met het gebruik van de hoodletters

https:

Wanneer gebruik je der/die/das?

• der> mannelijke woorden.( der Mann, der Vater, der Opa)
• die> vrouwelijke woorden.( die Frau, die Mutter, die Oma)
• das> onzijdige woorden die in het NL het HET lidwoord hebben.

het kind    = das Kind
het huis     = das Haus
het meisje = das Mädchen

Schrijf de tekst van de dia over in je schrift

Wat betekent der/die/das?

De vertaling van das is heel vaak..........

vertaal:
het kind

1. das Kind
2. der Kind
3. die Kind

vertaal:
het meisje

1. das Mädchen
2. der Mädchen
3. die Mädchen

vertaal:
de vader

1. das Vater
2. der Vater
3. die Vater

vertaal:
de tante

1. das Tante
2. der Tante
3. die Tante

vertaal:
de broer

1. das Bruder
2. der Bruder
3. die Bruder

vertaal:
het huis

1. das Haus
2. der Haus
3. die Haus

vertaal:
de vriend

1. das Freund
2. der Freund
3. die Freund

vertaal:
de vriendin

1. das Freundin
2. der Freundin
3. die Freundin

vertaal:
het eten

1. das Essen
2. der Essen
3. die Essen

vertaal:
de oom

1. das Onkel
2. der Onkel
3. die Onkel

vertaal:
het meisje

1. das Mädchen
2. der Mädchen
3. die Mädchen

vertaal:
het monster

1. das Monster
2. der Monster
3. die Monster

vertaal:
de leraar

1. das Lehrer
2. der Lehrer
3. die Lehrer

vertaal:
de lerares

1. das Lehrerin
2. der Lehrerin
3. die Lehrerin

vertaal:
het eten

1. das Essen
2. der Essen
3. die Essen

Vraag nu aan je docent de volgende opdracht!

extra uitdaging

De volgende uitleg gaat dieper in op de stof.

geslachten

• 4 geslachten: mannelijk, vrouwelijk, onzijdig en meervoud 

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
der Mann	die Frau	das Kind	die Kinder
der Berg	die Rose	das Haus	die Häuser

Geslacht: der, die of das? 

Hoe kun je weten of een woord der, die of das is? 

mannelijk: der 

vrouwelijk: die 

onzijdig: das

mannelijk = der

Personen en mannelijke dieren

bijv. der Vater,der Stier, der Wolf, der Hahn 

De namen van de dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen 

bijv. der Sonntag , der Januar, der Sommer, der Norden

vrouwelijk = die

Personen en dieren van het vrouwelijk geslacht 

bijv. die Tante ,die Kuh = de koe, die Wölfin = de wolvin 

Woorden, die eindigen op: -schaft, -ei, -heit, -ung, -keit, 

bijv. die Mannschaft, die Freiheit, die Meldung

onzijdig = das

Woorden die in het NL een "HET" lidwoord hebben

bijv. het huis= das Haus, het Kind= das Kind

woorden eindigend op -chen of -lein (betekenis: -tje) 

bijv. das Löffelchen = het lepeltje, das Kindlein = het kindje 

oefenen

Open de volgende dia en probeer de puzzel compleet te maken.

https: