Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Synoniemen
Nederlands
Wat betekenen de moeilijke woorden?
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Wat betekenen de moeilijke woorden?
Slide 1 - Tekstslide
De docent is tevreden over de verbeterde attitude van die leerling
A
oplettendheid
B
resultaten
C
houding/instelling
Slide 2 - Quizvraag
U treft de specificatie in de bijlage aan
A
toelichting met alle onderdelen apart vermeld
B
conclusie
C
beknopt overzicht
Slide 3 - Quizvraag
Ik weet niet wat daar de beste remedie voor is
A
oplossing
B
kleur
C
kleding
Slide 4 - Quizvraag
Je moet in je brieven zo min mogelijk gebruiken
clichés
A
moeilijke woorden
B
technische woorden
C
veelgebruikte (afgezaagde) formuleringen
Slide 5 - Quizvraag
Ik ontving een circulaire over het ophalen van huisvuil
A
afwijzing
B
verzoek
C
brief aan een bepaalde groep mensen
Slide 6 - Quizvraag
Synoniemen
Welk woord past bij het moeilijke woord?
Slide 7 - Tekstslide
Wij zijn het er unaniem mee eens
A
doeltreffend
B
eenstemmig
C
buitengewoon
Slide 8 - Quizvraag
Die actie was fenomenaal
A
buitengewoon
B
rampzalig
C
twijfelachtig
Slide 9 - Quizvraag
Zich coulant opstellen.
A
eenstemmig
B
toegeeflijk
C
veranderlijk
Slide 10 - Quizvraag
Die maatregelen zijn effectief
A
doeltreffend
B
wanordelijk
C
rampzalig
D
efficiënt
Slide 11 - Quizvraag
Ik vind dat dubieus
A
doeltreffend
B
verwaand
C
twijfelachtig
Slide 12 - Quizvraag
Uitdrukkingen
Vul aan met het juiste werkwoord
Slide 13 - Tekstslide
Iets van a tot z .....
A
nemen
B
zien
C
kennen
D
weten
Slide 14 - Quizvraag
Bij de pakken .....
A
neerzitten
B
neerleggen
C
hangen
D
zitten
Slide 15 - Quizvraag
Gedane zaken ..... geen keer
A
zien
B
lopen
C
nemen
D
namen
Slide 16 - Quizvraag
Iets in zijn schild .....
A
zien
B
voeren
C
voelen
D
kijken
Slide 17 - Quizvraag
Iets aan de grote klok .....
A
hangen
B
voeren
C
nemen
D
zetten
Slide 18 - Quizvraag
Nu komt de aap uit de ........
A
kast
B
mauw
C
mouw
D
deur
Slide 19 - Quizvraag
Balen als een ......
A
stekker
B
schroef
C
gek
D
bus
Slide 20 - Quizvraag
Ik heb met hem nog een appeltje te ..........
A
eten
B
plukken
C
schillen
D
snijden
Slide 21 - Quizvraag
Zonder blikken of......
A
flessen
B
pakken
C
blozen
D
glazen
Slide 22 - Quizvraag
Boontje komt om zijn.......
A
loontje
B
oompje
C
toompje
D
loodje
Slide 23 - Quizvraag
Uit de oude .....
A
kast
B
la
C
dop
D
doos
Slide 24 - Quizvraag
Een ........ voor je kop hebben
A
muts
B
muur
C
glas
D
bord
Slide 25 - Quizvraag
Een zware ..... aan iets hebben
A
stekker
B
dobber
C
slobber
D
broek
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Synoniemen
November 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Synoniemen
Maart 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Goed gebekt deel 1, taak 3
September 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.4
November 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Woordenschat vmbo TET 3
Augustus 2022
- Les met
20 slides
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Synoniemen
Mei 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
Leerjaar 4
Goed Gebekt 3
November 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Letterlijk/figuurlijk
Maart 2024
- Les met
32 slides
Taal
Basisschool
Groep 6