1.2 Kennis van zaken

V4B donderdag 5 september

1.2 Kennis van zaken
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

V4B donderdag 5 september

1.2 Kennis van zaken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  1. Huiswerk bespreken: maken blz. 4 t/m 6 van par. 1.1 in je werkboek.
  2. PO uitdelen + samen doornemen
  3. inleveren: ELO Magister
  4. huiswerk bespreken
  5. nieuwe definities duidelijk?
  6. Uitleg 1.2 Kennis van zaken
  7. maken van 1.2: opdracht 1 t/m 12

Slide 2 - Tekstslide

PO Maatschappelijk vraagstuk
  • uitdelen PO
  • samen doornemen PO
  • inleveren: voor donderdag 17 oktober 16:00 via de ELO in Magister. 

Slide 3 - Tekstslide

PO Maatschappelijk vraagstuk
In de media komen uiteenlopende onderwerpen voorbij. Sommige zijn best ingewikkeld en lastig te begrijpen. Om erachter te komen hoe het nu precies zit, helpt het om op een systematische manier ernaar te kijken: onderzoeksvragen en analysevragen kunnen je hierbij helpen.

Slide 4 - Tekstslide

Website Sociale Vraagstukken
Als je moeite hebt met het uitkiezen van een onderwerp of nieuwsgierig bent naar wat in ons land als maatschappelijk / sociaal / wetenschappelijk vraagstuk wordt gedefinieerd, kijk dan eens op www.socialevraagstukken.nl

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Voorbeelden van maatschappelijke vraagstukken:
  • overgewicht bij jongeren
  • kloof tussen inwoners van steden en het platteland
  • armoede onder kinderen
  • tekort aan orgaandonoren
  • verkeersdoden door appen of fatbikes
  • pesten op sociale media
  • eenzaamheid bij ouderen
  • overstromingen door klimaatverandering  
  • woningtekort

Slide 7 - Tekstslide

Algemene onderzoeksvragen (blz.14)

Slide 8 - Tekstslide

De opdracht samengevat
  • Jij gaat een artikel schrijven voor de (fictieve) schoolkrant van het Schaersvoorde waarin je jouw medeleerlingen wilt informeren over een maatschappelijk vraagstuk. 
  • Inleveren in Magister
  • Succes!

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken + nieuwe definities duidelijk?

Slide 10 - Tekstslide



1.2 Kennis van zaken

Slide 11 - Tekstslide

Verkeerde informatie kan ernstige gevolgen hebben:

'Corona is bedacht om ouderen te doden, zodat de overheid minder AOW hoeft uit te keren'

Slide 12 - Tekstslide

Belang van juiste informatie
De hele dag door ontvangen we informatie, als consument, kiezer,of social media gebruiker.
Maar hoe weet je nu of de informatie die je leest de waarheid is?




verdienmodel of politiek motief

Slide 13 - Tekstslide

Desinformatie
Bij reclame is dit vaak wel duidelijk, bij nepnieuws lang niet altijd. 
Komt vaak voor in (autoritaire) landen waar geen vrije pluriforme nieuwsmedia zijn. Ook in sekten kan er sprake zijn van indoctrinatie van sekteleden.

Slide 14 - Tekstslide

Complottheorie
  • Desinformatie kan bijdragen aan het ontstaan van complottheorieën. 
  • Een complottheorie gaat ervan uit dat bepaalde gebeurtenissen het resultaat zijn van een samenzwering tussen mensen of groepen met kwaadaardige bedoelingen.
  • De meeste complottheorieën gaan uit van samenzweringen binnen de overheid, media, wetenschap, bedrijfsleven of elite. Complotdenkers beweren dan dat die het bij het verkeerde eind hebben of met opzet iets verzwijgen.
  • VB: ‘De maanlanding is in scène gezet’ of ‘de Holocaust bestaat niet’.

Slide 15 - Tekstslide

Vervolg complottheorie
  • Sommige complotdenkers beweren dat ze kritische denkers zijn...
  • Echter, kritisch zijn ten aanzien van informatie is goed, je neemt een onderzoekende houding aan.
  •  Maar dat is iets anders dan de informatie van officiële instanties en gevestigde media op voorhand te wantrouwen elk ander geluid dan de eigen opvatting te diskwalificeren. 
  • Echt kritische denkers zijn nieuwsgierig en stellen zich open voor andere ideeën en opvattingen.

Slide 16 - Tekstslide

Filterbubbel
  • Filterbubbel: websites stemmen hun resultaten af op jouw zoekgedrag:  ze doen dat door algoritmes en big data. 
  • Sociale media als Facebook en Instagram maken hier gebruik van.
  • Filterbubbel: je krijgt ‘gekleurdeinformatie.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld filterbubbel
Zoekresultaten bij de zoekterm Zuid-Afrika: 

  •  Ouders krijgen waarschijnlijk informatie over reizen naar Zuid-Afrika. 
  • Jij krijgt waarschijnlijk informatie voor een werkstuk. 
  • Een politiek actief persoon krijgt informatie over de politieke situatie.


Slide 18 - Tekstslide

Informatiesamenleving
  • Door nieuwe media en toenemende digitalisering is het medialandschap veranderd.
  • De hoeveelheid informatie die wordt verspreid is toegenomen: we zijn een informatiemaatschappij geworden.
  • Door de opkomst van sociale media kan iedereen informatie versturen.
  • Traditionele media zoals kranten en televisie spelen een minder belangrijke rol. Daarmee is minder nieuws dat tot ons komt afkomstig van journalisten. Iedereen kan zich journalist noemen?

Slide 19 - Tekstslide

Referentiekader
Als mensen nemen we informatie nooit objectief waar. Hoe je kijkt en oordeelt, heeft te maken met je referentiekader.

Slide 20 - Tekstslide

Feit of mening?
Om informatie goed te kunnen interpreteren, moet je feiten en meningen van elkaar onderscheiden. Feiten zijn objectief en meningen zijn subjectief.


Feiten kun je aantonen met onderzoek.
Een mening is persoonlijk.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Betrouwbaarheid bron
Om te beoordelen of informatie die je ontvangt betrouwbaar is, moet je naar de achtergrond van de informatie kijken.

Checkvragen:
  1. Wie is de zender van het bericht?
  2. Met welk doel wordt het bericht verzonden?
  3. Is de informatie actueel?
  4. Welke bronnen worden in het bericht gebruikt?
  5. Wordt er hoor en wederhoor gepleegd?
  6. Komt de informatie overeen met andere bronnen?

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat doet de NPO?
  • De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) verzorgt de programma’s op de publieke zenders. Zowel op de radio en televisie. 
  • Doel is programma’s uitzenden die geschikt zijn voor alle groepen in de samenleving.
  • De publieke omroep moet zorgen voor een gevarieerd media-aanbod (Mediawet)
  • De programma’s moeten ook een publieke waarde hebben. Dat houdt in dat de programma’s: gevarieerd zijn; een hoge kwaliteit hebben; geschikt zijn voor alle groepen in de samenleving.
  • Programma’s van de publieke omroep mogen niet alleen gemaakt worden voor het grote publiek (zoals commerciële omroepen). Ook voor kleinere doelgroepen - bijvoorbeeld liefhebbers van kunst en cultuur – moeten er programma’s worden gemaakt. Dat geldt ook voor de verschillende bevolkingsgroepen.


Slide 26 - Tekstslide

Professionele media
  • Professionele journalisten houden zich zoveel mogelijk aan de feiten.
  • Voorbeelden: NOS, RTL nieuws, Nu.nl en landelijke kranten zoals NRC, Trouw, Volkskrant, AD en de Telegraaf.
  • Belangrijke regel is hoor- en wederhoor: alle betrokkenen moeten (de kans krijgen te) worden gehoord.



Slide 27 - Tekstslide

Venetie verzuipt in het 
massatoerisme

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Fatbikes: leuk speeltje of een probleem?

Slide 30 - Tekstslide

Opwarming van de aarde.
Wie is er in de zomervakantie op een plek geweest waar het te heet was?

Slide 31 - Tekstslide

Migratie: een probleem of helemaal niet?

Slide 32 - Tekstslide

Actualiteit

Slide 33 - Tekstslide

Afsluiting
De leerdoelen waren:
  • Hoe kom je aan betrouwbare informatie?
  • Hoe vorm je vervolgens een weloverwogen standpunt?
  • Wat er van je verwacht wordt m.b.t. de PO
  • de betekenis van de begrippen manipulatie en indoctrinatie
  • Als mensen nemen we informatie nooit objectief waar. Hoe je kijkt en oordeelt, heeft te maken met je referentiekader en met selectieve waarneming.
  • Huiswerk:  vrijdag 6 september maken van 1.2: opdracht 1 t/m 10 en alvast nadenken over een actueel maatschappelijk vraagstuk.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide