Les 4

Bonjour de Bretagne !
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour de Bretagne !

Slide 1 - Tekstslide

Lundi 16 septembre 
Le programme pour aujourd'hui :
- Het huiswerk/ les devoirs (Magister);
- Jij kunt jezelf voorstellen;
- Jij kunt de lidwoorden begrijpen;
- Jij kunt de klinkerbotsing begrijpen en aanpassen.

Slide 2 - Tekstslide

Pour le 19.09

Slide 3 - Tekstslide

Les devoirs pour aujourd'hui
- Jij leert de woorden van Unité 1, Apprendre 1: pagina 38 in jouw boek A; daarna op StudyGo oefenen;

- Jij doet opdracht (exercice) 4 pagina 15.

Laat jouw huiswerk zien.

Slide 4 - Tekstslide

Exercice 4, page 15
  • je m'appelle: ik heet
  • j'habite: ik woon
  • le quartier: de wijk
  •  l'école: de school
  • le pays: het land
  • la passion: de passie
  • la ville: de stad
  • l'habitant: de inwoner / les habitants: de inwoners (meervoud)

Slide 5 - Tekstslide

Objectif numéro 1
Jij kunt jezelf voorstellen
(herhaling)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Et toi, comment tu t'appelles ?

Slide 8 - Open vraag

Objectif numéro 2
Jij kunt de lidwoorden begrijpen.

Slide 9 - Tekstslide

.... fille
A
l'
B
le
C
la
D
les

Slide 10 - Quizvraag

vertaling van "le" of "la"

Slide 11 - Woordweb

Hoe vertal je "een" in de mannelijk vorm?

Slide 12 - Woordweb

de lidwoorden
"de" of "het" = le (m), la (v) of l'(m of  v)
"een" = un (m) of une (v)

Slide 13 - Tekstslide

de lidwoorden
Le (de/ het) garçon = un (een) garçon (mannelijk)
La (de/ het) fille = une (een) fille (vrouwelijk)

Slide 14 - Tekstslide

Exercice : "un" of "une" ?
  • le garçon = un of une garçon ?
  • le quartier = un of une quartier ?
  • la ville = un of une ville ?
  • la classe = un of une classe ? 
  • le pays = un of une pays ?
  • la passion = un of une passion ?

Slide 15 - Tekstslide

Exercice : "un" of "une" ?
  • le garçon = un garçon (m)
  • le quartier = un quartier (m)
  • la ville = une ville (v)
  • la classe = une classe (v)
  • le pays = un pays (m)
  • la passion = une passion (v)

Slide 16 - Tekstslide

Objectif numéro 3
 Jij kunt de klinkerbotsing begrijpen en aanpassen.

Slide 17 - Tekstslide

Attention !!!

Slide 18 - Tekstslide

Klinkerbotsing
le hôtel 
le océan

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Klinkerbotsing
le hôtel = l'hôtel
le océan = l'océan

Slide 21 - Tekstslide

Tu dis "le aéroport" ou "l'aéroport"? Pourquoi/ waarom?

Slide 22 - Open vraag

Klinkerbotsing : Pouf ! Apostrophe !
klinker + klinker
of
klinker + "h"
= Pouf ! Apostrophe !
le ami (de vriend) = l'ami

Slide 23 - Tekstslide

Madame Baichere habite à Amsterdam. Et toi, tu habites où ?

Slide 24 - Open vraag

Lesdoelen behaald?
- Jij kunt jezelf voorstellen;
- Jij kunt de lidwoorden begrijpen;
- Jij kunt de klinkerbotsing begrijpen en aanpassen.

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll