rekenen met negatieve getallen

rekenen met negatieve getallen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

rekenen met negatieve getallen

Slide 1 - Tekstslide

rekenen met negatieve getallen

Slide 2 - Tekstslide

wat hebben we geleerd:
1. optellen en aftrekken met negatieve getallen
2. tegengestelde getallen 
3.vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen
4. product/quotient/som/verschil/bewerkingen
4. volgorde van de bewerkingen 

Slide 3 - Tekstslide

geef een voorbeeldsom (met antwoord) van het optellen van negatieve getallen

Slide 4 - Open vraag

geef een voorbeeldsom (met antwoord) van het aftrekken van negatieve getallen

Slide 5 - Open vraag

5+-6=
A
11
B
1
C
-1
D
30

Slide 6 - Quizvraag

-16--5
A
21
B
-21
C
11
D
-11

Slide 7 - Quizvraag

het tegengestelde van 7 is:
A
7
B
-7
C
14
D
-143

Slide 8 - Quizvraag

geef een voorbeeldsom (met antwoord) van het vermenigvuldigen met negatieve getallen

Slide 9 - Open vraag

wat zijn de 4 regels die bij het vermenigvuldigen met negatieve getallen horen? 

Slide 10 - Tekstslide

-3x3=
A
-9
B
9
C
6
D
-6

Slide 11 - Quizvraag

-4x-3=-12
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

geef een voorbeeldsom (met antwoord) van het delen met negatieve getallen

Slide 13 - Open vraag

wat zijn de 4 regels die bij het delen met negatieve getallen horen? 

Slide 14 - Tekstslide

-3:3=
A
-1
B
1
C
6
D
-6

Slide 15 - Quizvraag

-8x-2=-4
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

het product van 3 en 4 is:
A
12
B
7
C
3/4
D
-1

Slide 17 - Quizvraag

het quotient van 3 en 4 is:
A
12
B
7
C
3/4
D
-1

Slide 18 - Quizvraag

de som van 3 en 4 is:
A
12
B
7
C
3/4
D
-1

Slide 19 - Quizvraag

het verschil van 3 en 4 is:
A
12
B
7
C
3/4
D
-1

Slide 20 - Quizvraag

wat is de juiste rekenvolgorde?

Slide 21 - Open vraag

oefen eens in je schrift...
15 x (7 - 5) =                          18 : (12 - 9) =                            15 - 8 x -3=  

100 : 4 : 5 =                             25 : 5 + 3 x 2=

Slide 22 - Tekstslide

oefen eens in je schrift...
15 x (7 - 5) =                          18 : (12 - 9) =                            15 - 8 x -3=  
15 x 2 = 30                              18 : 3 = 6                                   15 - - 24 = 39

100 : 4 : 5 =                              25 : 5 + 3 x 2=
25 : 5=5                                     6  = 11

Slide 23 - Tekstslide

1.wat lukt goed
2.wat moet je nog oefenen ...

Slide 24 - Open vraag