les 3

Het voortplantingsstelsel
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het voortplantingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplantingsstelsel

Doelen:

Na deze les heb je kennis/begrip van de volgende elementen:
 - De mannelijke geslachtskenmerken
 - De vrouwelijke geslachtskenmerken
 - De vrouwelijke geslachtshormonen
 - Ontwikkeling van geslachtscellen
 - Bevruchting  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire geslachtskenmerken
Kenmerken die bij de geboorte aanwezig zijn
  • Meisjes: vagina en schaamlippen
  • Jongens: penis, teelballen en balzak
 Primaire geslachtskenmerken


Secundaire 
geslachtskenmerken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire geslachtskenmerken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplantingsstelsel man
  • Teelbal: zaadcellen worden daar gevormd
  • Bijbal: zaadcellen opgeslagen
  • Balzak: regelt temperatuur
  • Zaadblaasje en prostaat voegen vocht toe ->beter bewegen en voedingsstoffen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire geslachtskenmerken
- Lagere stem
- Meer ontwikkeling van de spieren
- Meer ontwikkeling van de botten
- Beharing op specifieke delen van het lichaam bijvoorbeeld onder de oksels.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken:
- Vagina/clitoris
-Schaamlippen
-Eierstokken



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplantingsstelsel vrouw

  • Eierstokken: hierin zijn de eicellen opgeslagen en rijpen ze.
  • Eileider: Vervoert de rijpe eicel. Bevruchting vindt hier plaats.
  • Baarmoeder: Hierin groeit het ongeboren kind

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire geslachtskenmerken vrouw

Borstvorming.
Haargroei oksels, schaambeen.
Brede heupen en smalle schouders.
Bekkenbeenderen verbreden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Puberteit

Slide 11 - Tekstslide

Actualiteit
Lees samen met uw leerlingen het artikel uit Kidsweek. De leerlingen arceren de belangrijke woorden in de tekst.
Puberteit
  • Lichamelijke en geestelijke veranderingen
  • Lichamelijke puberteit afgelopen als je 18 bent
  • Hersenontwikkeling die bij de puberteit hoort blijft doorgaan tot ongeveer je 25 jaar

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seksualiteit
gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lustbeleving en voorplanting

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

seksuele voorkeur


heteroseksueel
homoseksueel
biseksueel
LHBTIQAPC
----------------------------------------
transgender
transeksueel
travestiet
androgyn

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LHBTIQAPC
Lesbisch: Een vrouw die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot vrouwen
Homoseksueel: Een man die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot mannen
Biseksueel: Een man of vrouw die zich zowel emotioneel als fysiek aangetrokken voelt tot mannen als vrouwen
Transgender: parapluterm voor mensen die zich niet identificeren met het bij geboorte toegekende geslacht
Intersekse conditie: een parapluterm voor aangeboren condities waarbij het geslacht verschilt van wat medici als norm beschouwen voor mannen- en vrouwenlichamen. Er zijn veel verschillende intersekse-condities
Queer: Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is wil zich dus liever niet identificeren als lesbisch, hetero, biseksueel of panseksueel
Aseksueel: Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen
Panseksueel: Mensen die zich aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Ze vallen dus niet op geslacht, maar op het karakter of de persoonlijkheid van de ander
Cisgender: Mensen bij wie het geboortegeslacht overeenkomt met de ervaren genderidentiteit

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslacht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transgender

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Intro Wensen & Grenzen - 5 min.
Klassikaal 
-VERTEL IN JE EIGEN WOORDEN-
We gaan de komende weken aan de slag met een spannend, leuk en soms ingewikkeld onderwerp: intimiteit en seksualiteit!
Wat verstaan we onder intimiteit en seksualiteit? (Vraag de leerlingen wat zij hieronder verstaan en vul eventueel aan).

Iedereen is wel eens verliefd en wordt vroeger of later nieuwsgierig naar intimiteit en seksualiteit. Wanneer dit is, met wie, waarom en op welke manier verschilt van persoon tot persoon. Er bestaat eigenlijk geen standaard voor wat ‘normaal’ is op het gebied van intimiteit en seksualiteit. Het gaat er om dat wat je op seksueel vlak doet gezond, gewenst en veilig is. Seks en intiem zijn moet leuk zijn!

Bekend is dat het nog best lastig is om je eigen én andermans seksuele wensen en grenzen te (her)kennen. Dit wordt extra lastig gemaakt door de nogal stereotype beelden die (sociale)media over jongens en meiden laat zien. Hoe ze zouden zijn, hoe ze eruit moeten zien en wat ze zouden moeten doen en willen.

In de komende 4 lessen gaan we aan de slag met het herkennen en aangeven van deze wensen en grenzen. Zo leer je jezelf beter kennen, word je kritisch(er) in het kijken naar stereotypen en leer je wensen en grenzen herkennen en uit te spreken. We gaan daarbij uit van een aantal basisafspraken. Om samen te bepalen wat belangrijk is in het gesprek met elkaar aangaan over seksualiteit, doen we deze eerste oefening.

Intimiteit en ongewenste intimiteit

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Manieren om wensen en grenzen aan te geven
  • Praat met elkaar over wat je wel en niet wilt
  • Laat zonder woorden merken wat je wel of niet wilt. Door bv iemands hand te sturen.
  • Zeg het duidelijk als je iets niet wilt. "Ik vind dit niet fijn".
  • Zeg erbij wat de ander moet doen. "Ik wil dat je hiermee stopt".

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies