1. Je leert wanneer je hoofdletters moet gebruiken: aan het begin van een zin en bij namen
2. Je leert wanneer je de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken moet gebruiken. Punt: aan het eind van een gewone zin. Vraagteken: na een vraag(zin). Uitroepteken: als je een zin nadruk wilt geven