1.1 Verkoopprijzen en brutowinst

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

1.1

Begrippen:

• Afzet
• Omzet
• BTW
• Consumentenprijs
• Inkoopwaarde van de omzet
• brutowinst en nettowinst

Afzet

Hoeveelheid verkochte producten.

Omzet

- Afzet x verkoopprijs

- Verkoopopbrengst

Omzet:

• je hebt 14 muffins verkocht
• ze kosten € 1,20 per stuk
• wat is je omzet?

Afzet & omzet 

Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

Berekening omzet = afzet x verkoopprijs

Belasting toegevoegde waarde

BTW = belasting toegevoegde waarde, dit noemen we ook wel omzetbelasting.

Brutowinst

Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet.

Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Consumentenprijs

verkoopprijs + btw = consumentenprijs

9% btw

21% btw

Consumentenprijs

Verkoopprijs incl btw = consumentenprijs

De prijs die de consument betaalt voor een product in de winkel.

Verkoopprijs + btw   = consumentenprijs

100%                 +  21%  =  121%

Omzet =

1. afzet x verkoopprijs
2. afzet x brutowinst
3. afzet x nettowinst
4. afzet x inkoopprijs

De omzet in 2019 = 200.000
De omzet in 2020 = 250.000
Hoeveel % is de omzet gestegen?

Wat is de afzet?

1. Het aantal (stuks) van de verkopen
2. Het totale bedrag van de verkopen

Brutowinst is 35% van de omzet. De omzet is € 400.
Bereken de inkoopwaarde vd omzet.

1. 0,35 x 400 = €140
2. 0,65 x 400 = €260

De omzet bij een bedrijf was € 652.00 en is met 3,5% gestegen. Wat is de omzet nu?

De inkoopprijs van een broek is € 9,50
de brutowinstmarge is 70% van de
inkoopprijs. Wat is de consumenten prijs?

Uitleg

1.) de brutowinstmarge uitrekenen (van de inkoopprijs)

2.) de inkoopprijs + de brutowinstmarge

3.) de btw uitrekenen (van de verkoopprijs)

4.) verkoopprijs + btw

Inkoopwaarde €220.000
De brutowinst is 45 % van de inkoopwaarde.
Bereken de brutowinst.