Perspectieven

Lekker lezen

- Week 8 presentatie boekendoos -> na de kerstvakantie
(minimaal 1 boek uitgelezen hebben).
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lekker lezen

- Week 8 presentatie boekendoos -> na de kerstvakantie
(minimaal 1 boek uitgelezen hebben).

Slide 1 - Tekstslide

Volgende week:
- Nederlands & taal omgedraaid


Slide 2 - Tekstslide

Wie weet nog waar we het vorige week over gehad hebben?

Slide 3 - Tekstslide

Vertelperspectieven
Leerdoel: aan het einde van de les weet je welke verschillende vertelperspectieven er zijn en wat ze inhouden.

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn drie vertelperspectieven:
1. ik- perspectief
2. hij/zij- perspectief (personaal)
3. alwetende verteller (auctoriaal)

Slide 5 - Tekstslide

Ik-perspectief
Bij dit perspectief vertelt de hoofdpersoon zelf het verhaal. Het verhaal wordt vanuit de "ik"-vorm verteld, waardoor je direct in het hoofd van de hoofdpersoon zit. Je ziet de wereld door zijn of haar ogen en kent alleen de gedachten en gevoelens van deze persoon.

Slide 6 - Tekstslide

Hij/zij-perspectief (personaal)
Dit perspectief wordt verteld door een verteller die niet zelf in het verhaal zit. De verteller kijkt mee met één personage, zodat je weet wat dit personage denkt en voelt. De andere personages worden alleen van buitenaf beschreven, dus je weet niet wat zij denken of voelen.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld:
Lisa zat in de klas en staarde naar het raam. Ik kan niet wachten tot de bel gaat, dacht ze. Ze voelde zich moe en verveeld. Terwijl de leraar een les gaf, keek Jeroen op van zijn schrift en glimlachte naar zijn vriend naast hem. Hij had geen idee dat Lisa zich zo voelde. 
De verteller laat ons zien wat Lisa denkt, maar we weten niet wat Jeroen denkt of voelt.


Slide 8 - Tekstslide

Alwetende verteller (auctoriaal)
De alwetende verteller is iemand die buiten het verhaal staat en alles weet. Deze verteller kent de gedachten en gevoelens van alle personages en weet dingen die de personages zelf niet weten. Ook kan deze verteller je informatie geven die de personages zelf niet weten.

Slide 9 - Tekstslide

Vanuit welk perspectief wordt jouw boek verteld? Geef een voorbeeld.

Slide 10 - Open vraag

En nu jullie............
Je maakt groepjes van 3 a 4 personen.
Per groepje krijg je een korte samenvatting van een bekend sprookje. 

Schrijf op: Wie is de hoofdpersoon en waarom?
                     Wie is/zijn de nevenfiguren en waarom?
                     Wie is/zijn de bijfiguren en waarom?         Vanuit welk vertelperspectief wordt het verteld?

Slide 11 - Tekstslide

Perspectieven
- Assepoester-> ik-perspectief
- Hans en Grietje-> ik-perspectief
- Sneeuwwitje-> hij/zij-perspectief
- De Gouden Gans-> hij/zij-perspectief
- Roodkapje-> alwetende verteller
- Doornroosje-> alwetende verteller

Slide 12 - Tekstslide