H11.6 Stralingsbelasting

H11.6 Stralingsbelasting
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H11.6 Stralingsbelasting

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kan je ...
... het verschil aangeven tussen bestraling en besmetting.

... de stralingsdosis berekenen. 

... de dosisequivalent berekenen. 

... de effectieve totale lichaamsdosis berekenen. 

Slide 2 - Tekstslide

Bestraling en besmetting
Bestraling:
Je wordt bestraald met radioactieve straling. 

Bijvoorbeeld tijdens het maken van een röntgenfoto. 

Slide 3 - Tekstslide

Bestraling en besmetting
Besmetting:
Je krijgt een radioactieve stof in je lichaam.
De straling komt nu dus van binnenuit. 

Bijvoorbeeld bij een PET-CT scan.  

Slide 4 - Tekstslide

Als je bestraald wordt is dit altijd even gevaarlijk voor jouw lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar hangt de schade die straling
veroorzaakt van af?

Slide 6 - Woordweb

Stralingsdosis
De grootte van de schade die de straling veroorzaakt is afhankelijk van 4 factoren. 

  1. De hoeveelheid stralingsenergie die het lichaam absorbeerd.
  2. In welke tijdsduur de straling geabsorbeerd wordt. 
  3. Het soort straling.
  4. Welke organen bestraald zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Stralingsdosis
De stralingsenergie die één kilogram lichaamsmassa absorbeert. 






De eenheid J/kg wordt bij stralingsdosis gray (Gy) genoemd. 


D=mE
E: Geabsorbeerde energie (J)
m: Massa van het bestraalde orgaan (kg)
D: Stralingsdosis (J/kg)

Slide 8 - Tekstslide

Dosisequivalent
Niet alle stralingssoorten richten even veel schade aan. 

Door de dosisequivalent te berekenen neem je de stralingssoort mee in de berekening. 





De eenheid J/kg wordt bij dosisequivalent sievert (Sv) genoemd.

H=wrD
H: Dosisequivalent (J/kg)
wr: Stralingsweegfactor
D: Stralingsdosis (J/kg)

Slide 9 - Tekstslide

Niet ieder orgaan is even gevoelig voor straling. 

In de effectieve totale lichaamsdosis houd je rekening met het bestraalde orgaan. 

Dosisequivalent
Effectieve totale lichaamsdosis = H x orgaanweegfactor

Slide 10 - Tekstslide

Welke organen hebben de grootste weegfactor en waarom?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de weegfactor van röntgenstraling?
A
1
B
2
C
5
D
20

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de weegfactor van alfastraling?
A
1
B
2
C
5
D
20

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is de weegfactor van alfastraling 20 x groter dan van betastraling?

Slide 14 - Open vraag

De maximale effectieve lichaamsdosis die een mens als gevolg van kunstmatige straling mag ontvangen is vastgelegd in de dosislimiet

BiNaS tabel 27D2. 
Dosislimieten

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de dosislimiet van iemand van 20 jaar die in het ziekenhuis werkt op de röntgenafdeling?

Slide 16 - Open vraag

Waarom is de dosislimiet van iemand die met straling werkt 20 x hoger dan iemand die dit niet doet?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

To do
Maak 53, 54, 55

Slide 19 - Tekstslide

Wat vond je het interessantste van de les vandaag?

Slide 20 - Woordweb