In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Is er werk voor jou?
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Mensen werken om geld te verdienen. Noem twee andere arbeidsmotieven.
Slide 29 - Open vraag
Leg uit wat een CAO is.
Slide 30 - Open vraag
Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?
Slide 31 - Open vraag
Er bestaat wit, grijs en zwart werk. Leg uit wat de verschillen zijn.
Slide 32 - Open vraag
Tertiaire sector
Kwartaire sector
Primaire sector
Secundaire sector
Slide 33 - Sleepvraag
In een bedrijf zijn de taken verdeeld. Medewerkers doen het werk waar ze goed in zijn en hebben hun eigen specialisatie. Hoe noem je dit?
Slide 34 - Open vraag
Wat is het verschil tussen een zelfstandige met een eenmanszaak en een zzp'er?
Slide 35 - Open vraag
Wat is een VOF?
Slide 36 - Open vraag
Als een NV of BV failliet gaat, zijn de aandeelhouders het geld kwijt dat ze erin hebben gestoken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quizvraag
De winst die een NV uitkeert, noem je dividend.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 38 - Quizvraag
Van een BV kan iedereen aandelen kopen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 39 - Quizvraag
Hoe noemen we het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid?
Slide 40 - Open vraag
De arbeidsparticipatie van vrouwen is nog steeds lager dan die van mannen. Wat zou de overheid kunnen doen om de arbeidsparticipatie van vrouwen te vergroten?
Slide 41 - Open vraag
Felix is getrouwd met Vera. Vera heeft een baan, Felix doet het huishouden en zorgt voor de kinderen. Is Felix werkloos? Leg uit waarom wel/niet.
Slide 42 - Open vraag
Wat doet het UWV? Noem de twee belangrijkste taken.
Slide 43 - Open vraag
Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Noem er drie en leg uit wat voor soort werkloosheid het is.
Slide 44 - Open vraag
Rekenen
Wil je het rekenen oefenen? Maak dan op bladzijde 152 alle opdrachten (en kijk deze na!).