1 Vraagteken achter de normale zin (vragend uitspreken : stem omhoog)
Tu vas à Paris?
2 Est-ce que voor de zin zetten (normale zinsvolgorde; est-ce que geen betekenis)
Est-ce que tu vas à Paris?
Let op: Est-ce qu'il va à Paris? (de laatste 'e' valt weg vanwege klinkerbotsing)
3 inversie: onderwerp en persoonsvorm omdraaien (zoals in het Nederlands)
Vas-tu à Paris?
Let op: dit mag alleen als het onderwerp een persoonlijk voornaamwoord is
Let op: Va-t-il à Paris? (bij klinkerbotsing voeg je -t- toe)