Kies een land uit buiten Frankrijk waar Frans gesproken wordt en maakt een poster over dit land. Zoek foto's en informatie op internet of gebruik vakantiefoto's.
Het kan dus een soort reclameposter zijn voor een reis, informatie of een poster van een vakantie.
Slide 3 - Tekstslide
Les pays francophones
Slide 4 - Tekstslide
Criteria poster
Waar moet de poster aan voldoen?
De manier waarop je de poster maakt, mag je helemaal zelf bepalen.
De poster moet mij overhalen om naar het land toe te reizen. Maak deze dus zo leuk mogelijk!
De poster moet er netjes uitzien.
Geen google Translate gebruiken voor hele zinnen! Woordjes mag je best opzoeken. Probeer zoveel mogelijk zinnetjes uit jouw boek te halen of vraag het aan de juf.
Slide 5 - Tekstslide
Fais un poster
Je kunt vertellen over:
* De hoofdstad/aantal inwoners
* Het weer
* Bezienswaardigheden
* Muziek of bekende artiesten uit het land
* Specialiteiten (eten)
* Wat zijn de populaire sporten etc.
* Welke dieren leven er?
Slide 6 - Tekstslide
La capitale
Slide 7 - Tekstslide
La capitale
Zoek de hoofdstad van het land op met een leuk plaatje en het aantal inwoners en zet dit op jouw poster.
De inwoners -------- Les habitants
Slide 8 - Tekstslide
Le temps
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Il fait froid
Il fait frais
Il fait moins 10 degrés
Il fait mauvais
Il fait gris
Il neige
Il pleut
Il fait chaud
Il fait bon
Il fait chaud
Il fait beau
Il fait 25 degrés
Slide 11 - Tekstslide
Fais un poster - Phrases-clés
Belangrijke zinnen
* C'est une plage = het is een strand
* Il y a un musée historique = er is/er zijn een historisch museum
* On peut faire du shopping = men kan er shoppen
* Vous pouvez visiterune cathédrale = jullie kunnen er bezoekeneen kathedraal
Slide 12 - Tekstslide
Fais un poster - Phrases-clés
- Tu vas à... (jij gaat naar...)
-On peut visiter....(je kunt bezoeken...)
- Vous pouvez visiter... (u kunt bezoeken...)
- Visite absolument... (bezoek absoluut...)
- Il y a (er is/er zijn)
- Strasbourg pour sa cathédrale, son quartier... (Strasbourg voor zijn kathedraal)
Belangrijke zinnen om te zeggen wat je er zelf van vindt:
C'est joli (mooi)
C'est beau (mooi)
C'est fantastique (fantastische)
C'est magnifique (magnifiek)
C'est drôle/marrant (grappig)
C'est historique (historische)
C'est moderne (modern)
C'est grand (groot)
C'est petit (klein)
Trop beau/cool (te mooi/te cool)
Slide 13 - Tekstslide
Zoek minimaal 3 bezienswaardigheden van het land.
(afbeelding + naam)
Slide 14 - Tekstslide
On commence...
- Jullie hebben een paar bezienswaardigheden genoteerd. Bij elke bezienswaardigheid schrijf je één correcte zin. Je mag jouw phrases clés gebruiken uit het boek en je mag de zinnen op de volgende sheets gebruiken.
Slide 15 - Tekstslide
Fais un poster - Phrases-clés
Belangrijke zinnen
* C'est une plage = het is een strand
* Il y a un musée historique = er is/er zijn een historisch museum
* On peut faire du shopping = men kan er shoppen
* Vous pouvez visiterune cathédrale = jullie kunnen er bezoekeneen kathedraal
Slide 16 - Tekstslide
Fais un poster - Phrases-clés
- Tu vas à... (jij gaat naar...)
-On peut visiter....(je kunt bezoeken...)
- Vous pouvez visiter... (u kunt bezoeken...)
- Visite absolument... (bezoek absoluut...)
- Il y a (er is/er zijn)
- Strasbourg pour sa cathédrale, son quartier... (Strasbourg voor zijn kathedraal)
Belangrijke zinnen om te zeggen wat je er zelf van vindt:
C'est joli (mooi)
C'est beau (mooi)
C'est fantastique (fantastische)
C'est magnifique (magnifiek)
C'est drôle/marrant (grappig)
C'est historique (historische)
C'est moderne (modern)
C'est grand (groot)
C'est petit (klein)
Trop beau/cool (te mooi/te cool)
Slide 17 - Tekstslide
Muziek of bekende artiesten.
Slide 18 - Tekstslide
Je zoekt op internet naar bekende artiesten/ muziek van het land. Je zoekt het vervolgens op youtube en je schrijft in het Frans op de poster jouw mening over de artiesten/muziek
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Specialiteiten/eten
Je zoekt minimaal twee typische gerechten/eten op van het land. Bij elk gerecht/eten noteer je minimaal éen zin in het Frans. Op de volgende slide staan en aantal zinnen die je mag gebruiken.
Slide 21 - Tekstslide
Zinnetjes die je kan gebruiken.........
C'est bon (goed)
C'est délicieux (heerlijk)
C'est une spécialité (een specialiteit)
C'est un plat traditionnel(traditioneel gerecht)
C'est mon plat préferé (lievelingsgericht)
Slide 22 - Tekstslide
Les sports
Slide 23 - Tekstslide
Les sports
Zoek de sporten op die kenmerkend zijn voor het land en schrijf deze op in het Frans. (minimaal 1 sport. Zoek er een leuk plaatje bij.
La natation
Slide 24 - Tekstslide
Les animaux
Slide 25 - Tekstslide
Les animaux
Zoek minimaal twee dieren op die in het land voorkomen en schrijf deze op in het Frans. Zoek er een leuk plaatje bij.
Slide 26 - Tekstslide
Beoordeling
Elk onderdeel is twee punten waard. Voor 'creativiteit' krijg je zelfs 4 punten Probeer ze allemaal binnen te halen!
* De hoofdstad/aantal inwoners (2 punten)
* Het weer (2 punten)
* Bezienswaardigheden (2 punten)
* Muziek of bekende artiesten uit het land (2 punten)