Thema 6 B5 Aangepast gedrag

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Terugblik
     
  • Uitleg basisstof 5     
      
  • Huiswerk maken

Slide 2 - Tekstslide


A
De rode binnenkant van de bek
B
Het zien van de jongen
C
De honger van het jong
D
De aanwezigheid van een insect

Slide 3 - Quizvraag

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.
Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
Honger
B
Het bewegen van het nest
C
Het ruiken van een worm
D
Het zien van hun ouder

Slide 4 - Quizvraag

  Aangepast gedrag
Thema 6
Basisstof 5 blz. 94

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen B5
  • Je kunt leerprocessen herkennen en beschrijven
  • Je kunt de functie van leren uitleggen

Begrippen: leerprocessen, inprenting, gevoelige periode, gewenning, conditionering, proefondervindelijk leren ('trial and error'), geconditioneerde reflex, Skinner-box, imitatie, inzicht

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aangeboren en aangeleerd

Aangeboren gedrag wordt via genen van ouders op kind doorgegeven. Dit gedrag levert een grotere overlevingskans voor dit individu op bij interne en externe prikkels. Het nadeel van erfelijk gedrag is dat het star is en in onverwachte situatie niet altijd effectief.

Door leerprocessen wordt dit aangeboren gedrag aangepast aan veranderende omstandigheden en dit gedrag is duurzaam 

Slide 8 - Tekstslide

Maak opdracht 39
bladzijde 94

Slide 9 - Tekstslide

Inprenting en gewenning
  • Inprenting: leren van een vaardigheid gebeurt alleen in een bepaalde, gevoelige periode.

  • Gewenning: het afleren van reacties op bepaalde, ongevaarlijke gebeurtenissen in de omgeving.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Maak opdracht 40 t/m 42
bladzijde 95

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Dopamine
Dopamine geeft een geluksgevoel. Bij dieren en bij mensen kan door beloning het meest uiteenlopende gedrag worden aangeleerd. Maar andersom geldt ook dat de frequentie van het aangeleerde gedrag afneemt als de beloning uitblijft.
Mensen kunnen echter er voor kiezen om hun gedrag niet te laten beïnvloeden door een aangeboden beloning.

Slide 23 - Tekstslide

Maak opdracht 43 t/m 46

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Maak opdracht 47 t/m 49
Klaar? 
Lees ook de context 'Campuskrakers' door 
en maak opdracht 50

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video


Wat is ethologie?

A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen

Slide 31 - Quizvraag

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
lopen, iets pakken, lachen
C
spieren die werken
D
planten die water opnemen

Slide 32 - Quizvraag

Een prikkel die leidt tot een reactie heet:
A
Gedrag
B
Handeling
C
Prikkel
D
Signaal

Slide 33 - Quizvraag

In je bed lezen, is gedrag
A
Goed
B
Fout

Slide 34 - Quizvraag

Maxime en Zolikha kiezen één bepaalde chinchilla uit en noteren vijf minuten lang, elke vijf seconden, welk gedrag dit dier vertoont. Hun resultaten staan in tabel 2.

Hoe wordt tabel 2 genoemd?
A
ethogram
B
practicum
C
protocol

Slide 35 - Quizvraag

Gedrag bij mensen kan

1. zijn aangeleerd
2. worden bepaald door erfelijke factoren
A
1 . Waar 2. Niet waar
B
1 . Niet waar 2. Waar
C
Beide niet waar
D
Beide waar

Slide 36 - Quizvraag

Wat is inprenting
A
leren door straffen en belonen
B
leren in een gevoelige periode
C
leren van soortgenoten
D
leren door trial and error

Slide 37 - Quizvraag

door gewenning (meerdere antwoorden mogelijk)
A
ga je minder reageren op prikkels
B
leer je door fouten te maken
C
leer je in een gevoelige periode
D
schrik je niet meer van je docent

Slide 38 - Quizvraag

proefondervindelijk leren heet ook wel
A
gewenning
B
imitatie
C
trial and error

Slide 39 - Quizvraag

conditioneren kent de volgende twee vormen
A
klassiek
B
imitatie
C
gewenning
D
operant

Slide 40 - Quizvraag

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.

Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
honger
B
het bewegen van het nest
C
het ruiken van de worm
D
het zien van de ouder

Slide 41 - Quizvraag

Inprenting
gewenning
proefondervinderlijk leren
inzicht
imitatie
conditioneren
leren in een gevoelige periode
oplossingen combineren
nadoen
trial and error
niet meer reageren
gedrag verandering

Slide 42 - Sleepvraag